Sunday, May 25, 2008

Jiang Rong - Wolf Totem (Penguin, 2008) **


Nederlandse titel : Wolventotem

Deze Aziatische bestseller, de eerste winnaar van de Aziatische Man Prize for Fiction, heeft me ontgoocheld. Dit lange boek brengt het op ware feiten gestoelde verhaal van een jonge Chinees uit Beijing die in de jaren 60 naar Inner-Mongolië vertrekt om er enkele jaren bij de Mongoolse nomaden door te brengen. Dit was overigens niet ongewoon in China en was onderdeel van de toen heersende politiek om jonge intellectuelen vertrouwd te maken met het leven op het land. Het hele verhaal is een ode aan de wolf en een verheerlijking van de traditionele levenswijze van de nomaden, die in harmonie leven met de natuur en die natuur mee helpen in evenwicht houden. De wolf is hun ergste vijand, maar ook hun grote leermeester en bondgenoot. Uiteraard is de wolf belust op de schapen van deze nomaden, maar zonder wolven zouden er ook teveel gazellen, muizen en marmotten zijn, wat zou leiden tot overbegrazing en dus tot onvoldoende gras voor hun schapen. Bovendien is de wolf een sluw, schrander, geduldig en moedig jager wiens technieken gekopieerd werden door de grote Djengis Khan en die dus ook aan de basis lag van het succes van de grootste heerser aller tijden, aldus de schrijver. De Han Chinees, waar ook de studenten toe behoren, maar ook de “vertegenwoordigers” van de partij in Inner-Mongolië, zijn de grote boosdoeners die het hele evenwicht op de steppen ontwrichten. In die zin is de roman ook een onverhulde kritiek op het Chinese regime, toen, maar ook met een zeer kritisch nawoord dat op vandaag slaat. Het is een interessant boek op het vlak van mens en ecologie, je kan er veel leren over de gewoonten van de wolven, maar het is geen hoogstaande literatuur. De hoofdfiguur is ondanks het feit dat hij “student” is, nogal naïef en in permanente verwondering en bewondering voor het inzicht van zowel de wolven als de nomaden, zo erg dat het op de duur een beetje ergerlijk wordt. Ik heb vroeger al een boek gelezen van Farley Mowat, “Never Cry Wolf”, dat ook het relaas gaf van enkele jaren samenleven met wolven, maar dan in Noord-Amerika. Dat was interessantere lektuur. Leuk allemaal, maar geen literatuur. Azië heeft betere schrijvers.

Hanif Kureishi - Something To Tell You (Faber & Faber, 2008) ***

Nederlandse titel : Dit Moet Je Weten

Ook van Kureishi heb ik zowat alles gelezen, en altijd met plezier. Hij schrijft goed, met veel gevoel voor humor en vol maatschappijkritiek, zowel op het Engelse establishment als op de Indische en Pakistaanse inwijkelingen die elk op hun manier hun leven proberen uit te bouwen. Zijn “Buddha of Suburbia” vond ik schitterend. Deze roman is in de ik-persoon geschreven, en die is een psychiater, met nogal wat interesse in Freud, die net een scheiding achter de rug heeft en tegelijk worstelt met zijn demonen uit het verleden : een verloren jeugdliefde en een "moord" die hij heeft gepleegd. De roman draait rond de grote thema’s van schuld en boete, misdaad en straf, en dan zowel letterlijk als filosofisch. Naar typische gewoonte van Kureishi staat ook hier de zelf-kritische zedenschets centraal, inclusief de afdaling naar de morele diepten van moord en sexuele perversiteiten. Maar ergens blijft het allemaal braaf en aan de oppervlakte. Hij beschikt niet over de literaire kracht van een Brett Easton Ellis om de lezer mee te sleuren naar deze diepten. Het geheel biedt een psychologisch-sociologisch-filosofisch interessant uitgewerkt verhaal, maar niet echt beklijvend.

Sunday, April 27, 2008

Louis de Bernières - A Partisan's Daughter (Harvill Secker, 2008) ****

De Bernières schrijft met ups en downs. Zijn eerste romans, de Zuid-Amerikaanse trilogie die een kolderesk-epische strijd van gewone mens tegen macht en natuur beschrijft zijn heerlijke vertelsels die je van begin tot eind vastgekluisterd houden. Dan verhief hij dit alles tot op een hoger literair niveau met "Captain Correlli's Mandolin", een prachtig verhaal geschreven tegen de achtergrond van de Italiaanse bezetting van een Grieks eiland tijdens de tweede wereldoorlog. "Red Dog", is een grappig kortverhaal met een hond als hoofdfiguur. Zijn volgende grote roman, "Birds Without Wings", raakte verstrikt in een teveel aan historische berichtgeving (de opgang van Kemal Atatürk) en een gebrek aan personages waar ik me tenminste mee kon identificeren. Teveel woorden ook. Het bleef me niet boeien tot het eind. Maar met "A Partisan's Daughter" zit hij weer helemaal goed, en overtreft hij dan nog de verwachtingen. Weg zijn de epische elementen, weg is de afstandelijke alleswetende verteller, wel krijgen we de intimistische confrontatie tussen twee ik-figuren : een wat stoffige man die een mid-life crisis doormaakt en een exotische erotiserende Joegoslavische vluchtelinge, dit alles in de jaren tachtig, bij de opkomst van Tatcher en voor de dood van Tito en het uiteenvallen van de balkan. Het verhaal is simpel : de man benadert de jonge vrouw op straat, denkend dat ze een prostituee is, zij nodigt hem uit om naar haar verhaal te luisteren. En het hele boek gaat om haar verhaal. Elke dag of elke week komt hij terug om naar haar te luisteren, ze is als het ware een moderne Sheherazade die vertelt, niet om haar dood eindeloos uit te stellen zoals in de Sprookjes van 1001 Nacht, maar om de geslachtsdaad met hem uit te stellen. Naarmate het verhaal zich verder ontwikkelt, is het duidelijk dat beiden naar elkaar toegroeien. Het is totaal onduidelijk wat nu eigenlijk echt gebeurd is in Roza's verhaal, maar dat doet er weinig toe : haar verhalen zijn pogingen om impact bij Chris op te wekken, om na te gaan wat welk effect op hem heeft, en hem op die manier voor zich te winnen, terwijl zijn luisterbereidheid en interesse zijn gevoelens doen evolueren van zuivere lust naar oprechte belangstelling. In die zin reflecteert De Bernière over het vertellen zelf en de relatie tussen verteller/schrijver en luisteraar/lezer. Haar verhaal is natuurlijk fantastisch, beeldrijk en doorspekt met alle ingrediënten van het menselijk leven : politieke gruweldaden, persoonlijk machtsmisbruik, seksuele verlangens en misbruik, geweld, vooroordelen, maar ook liefde, medeleven, enz. De Bernière is een geboren verteller en vanuit de mond van Roza klinken al deze verhalen nog een stuk sappiger en geestiger. Hij weet ook altijd de perfecte toon te vinden om zowel het koldereske als de lustgevoelens in te tomen. Een knap geschreven, beheerst en sympathiek boek.

Sunday, April 13, 2008

Gabriel Garcia Marquez - The General In His Labyrinth (Vintage, 1990) ***

Nederlandse titel : De Generaal In Zijn Labyrint

"The General In His Labyrinth" brengt een gefictionaliseerde biografie van Simon Bolivar. Alle basisingrediënten zijn uiteraard historisch correct, maar de interactie tussen de personages en veel van de context zijn verzonnen, hoewel uiteraard niet onmogelijk. De verteltijd is samengebald in de laatste dagen van het leven van "The General", na zijn vertrek uit Santa Fe De Bogota, op weg naar zijn vrijwillig vertrek naar Europa. Hij zal echter Latijns-Amerika nooit verlaten en sterven op het eind van datzelfde jaar. Het hele boek door is de tweespalt een integraal geheel van Bolivars denken en doen. Hij bevrijdt Latijns-Amerika van de Spaanse macht, maar houdt toch sterk aan alles Spaans om de maatschappij te organiseren, hij wil de macht afstaan, maar probeert zelfs zonder enig mandaat nog de touwtjes in handen te houden, maar ook in zijn persoonlijke relaties blijft hij politieke spelletjes spelen, ook met de vele vrouwen aan wie hij eeuwig trouw zweert maar die hij nadien nooit meer ziet. Bolivar is sterk en zwak tegelijk. Ziek en machtig, machteloos en allesbeheersend. "On his last night in Honda his strength was so diminished that during intermissions he had to inhale the fumes from the handkerchief soaked in cologne in order to revive, but he danced with so much enthusiasm and such youthful skill that without intending to, he confounded the tales of his fatal illness". En voor Garcia Marquez is dit natuurlijk het ideale speelveld om zijn kunnen te etaleren, zoals in volgende zinnen :

"The two memories did not seem to belong to the same life"
"It was not the perfidy of my enemies but the diligence of my friends that destroyed my glory"
"I know I'm ridiculed because in the same letter, on the same day, and to the same person I say first one thing and then the opposite, because I approved the plan for monarchy, or I didn't approve it, or somewhere I agreed with both positions at the same time".

De generaal kan zich wentelen in rijkdom, en cultureel zijn mannetje staan op de hoogste gala's van beschaving, maar hij is even thuis tussen de soldaten, slapend onder de blote hemel en op een harde mat.

Door het realiteitsgehalte is de plot natuurlijk wat ze is, maar Garcia Marquez gebruikt al zijn schrijftalent om er qua compositie en vertelstijl opnieuw een literair hoogtepunt van te maken. Werkelijk sterk, maar niet van het niveau van zijn ander boek in deze stijl "News Of A Kidnapping", ook een relaas van waar gebeurde feiten, maar dan een literair meesterwerk, zoals Truman Capote's "In Cold Blood" er ook één was.

Sunday, April 6, 2008

Bij de dood van Hugo Claus


Claus was ongetwijfeld één van onze betere schrijvers. Op de unief hebben we veel, heel veel gedichten van hem gelezen. Van zijn romans heb ik enkel "De Verwondering" gelezen. Dat boek vond ik zo middelmatig dat ik besliste mijn karige tijd in het vervolg beter te besteden. Na al de mediaheisa van de voorbije weken zal ik dan toch "Het Verdriet Van België" maar eens ter hand nemen.

Wat ik van Claus' gedichten herinner zijn zwaar op de handse teksten, vol mythische verwijzingen, met af en toe erotische inslag, maar zo cerebraal, zo ineen geknutseld, zo weinig zeggend. Poëzie moet voor mij licht zijn, verfrissend, zingend, dansend, droevig, verbazend ... Claus gedichten zijn zo stoffig als de bordeaux overgordijnen in het Louvre. Geef mij maar Lucebert. Ik denk dat Claus mee slachtoffer was van zijn opvoeding : in onze Vlaamse scholen (en uniefs) leren we literatuur op een totaal verkeerde manier, beïnvloed door de klassieken, geanalyseerd door structuralisten, inhoudelijk bepaald door de politiek correcten. Dat romans ook en vooral emotioneel en zelfs irrationeel (moeten) zijn, dat komt te weinig aan bod. In mijn ogen heeft Claus zich nooit kunnen bevrijden van deze traditie.

Ik heb ook enkele van zijn films gezien. Die waren parodieën van zichzelf. Wat dramatisch bedoeld was, kwam lachwekkend over. Arm Vlaanderen.

Dat Claus de Nobelprijs zou verdienen heb ik altijd bizar gevonden. Arme lage landen ... Als we dat al denken, hebben we elk internationaal perspectief verloren (dat is het echte verdriet van België). Maar ja, ook Orhan Pamuk heeft die gewonnen, en zo goed schrijft die ook niet.

Ik heb wel het grootste respect voor de manier waarop hij uit het leven is gestapt.

Ik zal hem lezen.

Thursday, April 3, 2008

Seamus Deane - Reading In The Dark (Vintage, 1997) ****

Nog een aanrader. Een zeer origineel en knap geschreven roman van de Ierse schrijver Seamus Deane. Aan de oppervlakte is dit een typisch opgroeiverhaal, met episodes uit het leven van een Iers jongetje uit Derry, voornamelijk tussen zijn 10 en zijn 20 jaar, de relaties met zijn ouders, straatkameraden, leraars en buurtbewoners. Op een tweede niveau is het politiek/religieus, de spanning tussen katholieken en protestanten in het Ierland van na de tweede wereldoorlog. Het boeiendste en origineelste niveau is dat van de familiegeschiedenis, de echte plot van het verhaal, dat zich ontrafelt in de korte vertelsels die elk op zich een hoofdstuk vormen. Deze niet-lineaire, maar wel chronologische verhaaldraad zorgt ervoor dat de plot met horten en stoten vooruit gaat, een vrij orginele aanpak die goed werkt qua leesimpact. En de structuur is ook functioneel, want beetje bij beetje krijgt de ik-figuur zicht op de waarheid achter het familiedrama. Als enige. Waar vele romans erop gericht zijn om de waarheid te ontdekken, en het zoeken zelf de hoofdfiguur drijft, is het hier net andersom. Hij komt als enige alles te weten, of zo denkt hij tenminste, maar dit vertellen aan iemand anders is onmogelijk. Vooral aan zijn moeder, die het meest lijdt onder haar fragementarische versie van de waarheid, en ook zijn vader denkt de waarheid te kennen, maar hun versies schieten tekort in een paar cruciale details en zijn daarom totaal naast de waarheid. Ingenieus gevonden. Dit zoeken en verzwijgen van de waarheid wordt dan nog bovendien prachtig geplaatst tegenover de Ierse vertelcultuur, over spoken, legenden en heldendaden. En je merkt gaandeweg, dat de echte geesten en de (valse) helden ook vandaag nog bestaan, zowel in de collectieve fantasie, als in de realiteit. En Deane schrijft bovendien ook zeer goed. Een echt plezier. Diep emotioneel en slim uitgewerkt.

Thursday, March 27, 2008

Bruce Chatwin - On The Black Hill (Vintage Classics, 1982) **

Onbegrijpelijk. Deze roman is van 1982 maar leest alsof hij in de jaren '20 of zelfs vroeger is geschreven. De karakters zijn oninteressant, de plot idem ditto. Ik verplicht mezelf om romans uit te lezen, maar straks vertrek ik op vakantie en dan wil ik een ander boek meenemen, dus heb ik dit nu weggelegd, na 170 bladzijden, met nog 80 te doorworstelen.

Saai..... De Daily Mail schrijft over deze roman : "Merits the accolade of 'masterpiece' ". Ze leven blijkbaar ook nog in de 19e eeuw bij die krant.

Sunday, March 23, 2008

Cesare Pavese - The Devil In The Hills (Sceptre, 1990) ****

Dit boek van Pavese uit 1954 wordt beschouwd als een van zijn beste. Het is inderdaad goed geschreven, zit intelligent ineen, maar het is wat oubollig. Het is het verhaal van drie vrienden, studenten uit Turijn, die voor de zomervakantie naar het platteland gaan. Een confrontatie van stad en platteland, van moraliteit en zonde, van ongeloof en geloof, van eerbare en oneerbare gevoelens, van gedrag versus gevoel, en niet noodzakelijk in deze volgorde. Het knapste stuk is in het tweede deel, als ze de wat onberekenbare en moeilijk in te schatten Gabriela, echtgenote van hun aan lager wal en coke snuivende rijke vriend, ontmoeten tijdens een verblijf van enkele dagen bij hem op zijn ook al deels vervallen herenhuis op de Greppo, een heuvel die volledig in hun bezit is. Dit laatste staat letterlijk symbool voor het verval van de rijke landadel, maar ook voor een levensstijl en van een tijdperk, dat waarin de armen al het werk doen, en de rijken het geld opstrijken. "The abandonment and solitude of the Greppo was a symbol of her and Poli's mistaken life. They did nothing for their hill; and the hill did nothing for them. The savage waste of so much land and so much life could bear no other fruit than discontent and futility. I thought again about the vineyards of Mombello and the sharp face of Oreste's father. To love a land you must cultivate it and sweat over it". Gabriela roept bij alle jongemannen tegenstrijdige gevoelens op van sexuele aantrekkingskracht en morele revulsie, maar ze creëert ook de confrontatie van naïeve dromen met harde realiteit, of verkeerde veronderstellingen en realiteit. Het zit dus redelijk subtiel in elkaar en om dat tot leven te wekken is Pavese een meester. Maar het verhaal zit nogal vast in het tijdperk van het naoorlogse Italië. Wie maakt er zich bijvoorbeeld nu nog druk om of naakt zonnen een zonde is of niet?

Saturday, March 15, 2008

Markus Zusak - The Book Thief (Black Swan, 2007) *****

Als er één boek is dat je leest dit jaar, dan moet het dit zijn. Het is verbluffend. Het verhaal is sterk, de schrijfstijl is origineel en verrijkend, de toon is licht, het onderwerp zwaar, en hartverscheurend menselijk zonder loze sentimentaliteit. Dank aan mijn echtgenote voor het geschenk overigens. Ik had het boek al enkele malen in de boekenwinkel zien liggen, maar ik word dezer dagen echt afgeschrikt door de vermelding "Number 1 International Bestseller", want vaak zijn dat pathetische schrijfsels, die soms wel goed beginnen (concept en stijl), maar zichzelf dan vastrijden in het mulle zand van inspiratieloosheid en gebrek aan talent. Niet zo met dit boek. Tot de laatste bladzijde, en het zijn er meer dan 500, is elke bladzijde een genot, elke zin een plezier. Tot de laatste.

Het verhaal wordt verteld door De Dood, een bijna alleswetend verteller, met een groot fatalistisch mededogen voor de zielen die hij verzamelt, vol sympathie en begrip voor de mensen waar ze uit voortomen, maar dan vooral voor de kleine Liesel Meminger, een tiener die in een adoptiegezin terechtkomt in het Duitsland van de tweede wereldoorlog. Het verhaal zelf is redelijk "gewoon" : een gezin dat tijdens de oorlog wordt geconfronteerd met angst, morele grenzen, persoonlijk verlies, moed, vernedering, en noem maar op. Het meesterlijke in Zusaks roman is dat hij permanent in- en uitzoomt, met oog voor kleine details, sterke scènes, rake en originele woordkeuzen, vanuit de leefwereld van het kind, naïef, onschuldig, om dan weer dezelfde zaken te bekijken vanuit het alomvattende perspectief van de dood, niet naïef maar even onschuldig, die duiding geeft, begrip en zelfs een andere invalshoek biedt. De Dood doorspekt het boek met korte intermezzo's, soms vertalingen ("Schweigen - silence, the absence of sound or noise. Related words : quiet, calmness, peace"), soms interpretaties van feiten ("The Duden Dictionary was completely and utterly mistaken, especially in its related words. Silence was not quiet or calm, and it was not peace"), soms zelfs een blik in de toekomst, om al lichtjes te waarschuwen voor de hardheid van de komende gebeurtenissen.

Het knappe van Zusaks poëtische schrijfstijl is dat de ruimte ook doordrenkt is van emotie en functioneel is in de beschrijvingen. Enkele voorbeelden :

"The kitchen cupboards were the shape of guilt, and his palms were oily with the memory of what he'd done".

"The smell of coffee was overpowering, and the image of Hans Huberman's stupid kindness was still in the air".

"They would each greet me like their last true friend, with bones like smoke and their souls trailing behind".

"The only sign of war was a cloud of dust migrating from east to west. It looked through the windows, trying to find a way inside, and as it simultaneously thickened and spread, it turned the trail of humans into apparitions. There were no people on the street any more. They were rumours carrying bags".

"The sound of crying children kicked and punched".

En dit zijn er maar enkele, lukraak gekozen.

En dan zijn er natuurlijk alle door elkaar geweven motieven : de boekendief zelf en literatuur, het belang van woorden (zonder woorden geen haat, zonder woorden ook geen bevrijding), kleuren, de geschenken, de accordeon, ... alle schitterend ingewerkt in het verhaal, komend en gaand, vanuit verschillende perspectieven en verhaallijnen. Maar ik ga hier geen thesis over schrijven. De hele structuur en opbouw zijn geschreven in functie van een diepe menselijkheid, vol sympathie en emotionaliteit.

En in alle eerlijkheid : in het laatste hoofdstuk waren mijn ogen zo vochtig, dat ik geen letter meer kon lezen.

Een absolute must. Lezen.

Sunday, February 10, 2008

Gabriel Garcia Marquez - In Evil Hour ( Harper & Row, 1979) ****

Ik heb me voorgenomen alle verhalen en romans van Gabriel Garcia Marquez te lezen, en heb net "In Evil Hour" aan dat lijstje toegevoegd. Het is een novelle over een dorp aan een rivier ergens in Zuid-Amerika, een publicatie die net zijn "Honderd Jaar Eenzaamheid" voorafging. Van bij het begin dwingt Garcia Marquez de lezer in de personages, die herkenbaar, tegelijk karikaturaal zijn, maar tevens zeer menselijk en onvoorspelbaar. De burgemeester, de dokter, de tandarts, de rijke weduwe, de priester, de rechter, de kapper, de meid van de pastoor, de blinde grootmoeder, de boekhouder, ... elk personage biedt om beurt een vertelperspectief om in korte stukjes het verhaal te doen ontvouwen, in kleine situaties en dialogen. Daar is Marquez een absolute meester in en weinigen kunnen het hem nadoen. Zijn pen is zo economisch en raak en hij weet een perfect evenwicht te vinden tussen wat de lezer moet weten om niet af te haken en voldoende verzwijgend om spanning op te bouwen. Het verhaal is relatief simpel : 's nachts worden spotbrieven, of noem het roddelbrieven, aan de deuren van bepaalde huizen gehangen, met een beschijving van de schuinsmarcheerderij van de bewoner, een beschuldiging en bevestiging van geruchten die eigenlijk iedereen al heeft gehoord. Iedereen wil weten wie dit doet, iedereen wordt er zenuwachtig en onrustig van, maar aan de oppervlakte blijft de vriendelijkheid tussen de personages bestaan. Onderhuids wordt de spanning echter groter, en de verdraagzaamheid minder, ... Tegelijk is de novelle een politieke aanklacht tegen machtsmisbruik, valse democratie, de afwezigheid van gerechtigheid en recht. Het lezen waard.

Sunday, January 27, 2008

Alfabetisch overzicht van de recensies

Akutagawa, Ryonosuke - Rashomon
Alamedine, Rabih - I, The Divine
Amis, Martin - The House Of Meetings
Barnes, Julian - The Lemon Table
Barnes, Julian - The Porcupine
Brouwers, Jeroen - Datumloze Dagen
Chabon, Michael - The Yiddish Policemen's Union
Chatwin, Bruce - On The Black Hill
Coetzee, J.M. - Foe
Cunningham, Michael - The Home At The End Of The World
Davidson, Tony - Scar Culture
Deane, Seamus - Reading In The Dark
DeLillo, Don - Falling Man
Eggers, Dave - What Is The What?
El Saadawi, Nawal - The Fall Of The Imam
Estevez, Abilio - Distant Palaces
Franzen, Jonathan - The Discomfort Zone
Gabriel Garcia Marquez - In Evil Hour
Garcia Marquez, Gabriel - The General In His Labyrinth
House, Richard - Uninvited
Iweala, Uzodinma - Beasts Of No Nation
Kadare, Ismail - The File On H
McGregor, John - If Nobody Speaks Of Unremarkable Things
McInerney, Jay - The Good Life
Mitchell, David - Black Swan Green
Mulish, Harry - De Ontdekking Van De Hemel
Murakami - Haruki - After Dark
Murakami, Haruki - The Wild Sheep Chase
Nabokov, Vladimir - The Enchanter
Pavese, Cesare - The Devil In The Hills
Powers, Richard - The Echo Maker
Pynchon, Thomas - Against The Day
Roth, Philip - Everyman
Rushdie, Salman - Shalimar The Clown
Updike, John - Terrorist
Vargas Llosa, Mario - The Bad Girl
Zusak, Markus - The Book Thief

Don DeLillo - Falling Man (Scribner, 2007) ***½

Don DeLillo's "Falling Man" is de zoveelste poging van een Amerikaans schrijver om de gebeurtenis van 9/11 te verwerken in romanvorm, en het is waarschijnlijk ook die met het beste resultaat. Veel plot is er niet, een man die in één van de torens was, verwerkt de gebeurtenis als overlevende, vindt opnieuw steun bij de vrouw van wie hij gescheiden was, en poogt te communiceren met zijn zoon. DeLillo schrijft het verhaal bij een als een opvolging van korte situatieschetjes, nu eens vanuit het perspectief van Keith, de man, dan weer van Lianne, zijn echtgenote. Elk van de schetsjes zijn als borstelstreken op een groot canvas, indrukken weergevend, gevoelens, gedachten, en pas als je wat afstand neemt en het hele doek overschouwt, blijken ze een geheel te vormen. DeLillo schrijft meesterlijk, raak en met diepe gevoelens. De korte stukjes staan natuurlijk ook voor de versplintering, kwetsbaarheid en zinloosheid die ontstaan zijn na de aanval van Al Quaeda op de Twin Towers. DeLillo geeft geen concreet of ruimtelijk relaas, noch van de plot (voor zover er één is), noch van de tijdsverschillen, wat het verhaal een soort zwevende, abstracte dimensie geeft. De hoofdfiguren verwijderen zich van elkaar, elk in hun eigen wereld : "On these nights it seemed to her that they were falling out of the world. This was not a form of erotic illusion. She was continuing to withdraw, but calmly, in control. He was self-sequestered, as always, but with a spatial measure now, one of air miles and cities, a dimension of literal distance between himself and others". De hoofdfiguur krijgt zowat de dimensie van de figuur uit The Deer Hunter, die Russische roulette als enig zinvolle activiteit beschouwt, alleen heeft het hier een iets minder dramatische dimensie, spelend om geld in Vegas, maar de ingrediënten zijn dezelfde : sociale isolatie, existentiële zinloosheid, risico als noodzaak om nog iets te voelen. De titel, "Falling Man", verwijst natuurlijk naar de man die uit de toren springt, of nog juister, van de foto van die man, maar verwijst ook naar een performance artist uit de roman die deze gebeurtenis op de meest onverwachte plekken uitbeeldt, én uiteraard ook naar de hoofdfiguur en misschien zelfs naar de moderne mens in het algemeen. Enkele hoofdstukken vertelt DeLillo ook vanuit het perspectief van de terroristen zelf. En die overstijgen jammer genoeg niet de clichés die Amerikanen hebben over de moslims (en bij extensie over de rest van de wereld?). Het boek zou zonder deze stukken heel wat sterker zijn geweest. Toch het lezen waard.

Saturday, January 5, 2008

Vladimir Nabokov - The Enchanter (Picador, 1986) ****

Deze heb ik onlangs bij De Slegte gekocht, de voorloper van Nabokov's Lolita, een novelle van 90 bladzijden. Nabokov was er zelf jaren van overtuigd de laatste versie van dit verhaal begin jaren '40 zelf vernietigd te hebben, maar het is opnieuw opgedoken en heruitgegeven, vertaald uit het Russisch door zijn zoon Dimitri. Het verhaal is dat van een man die seksueel aangetrokken wordt door een kind van 12 en er alles aan doet om in haar nabijheid te zijn en om haar uiteindelijk te kunnen bezitten, in de dubbele betekenis van het woord. Dit verhaal is ook nu nog de moeite wegens het onwaarschijnlijke schrijftalent van Nabokov. Hoewel hij het hoofdpersonage duidelijk moreel verwerpt, slaagt hij er toch op meesterlijke wijze in om de meest basaal erotische gevoelens subtiel en fijngevoelig weer te geven, waardoor een ambiguïteit ontstaat van afstoting en aantrekking. Het verhaal is niet alleen schitterend gecomponeerd, maar het is vooral zijn stijl die bewonderenswaardig is : de poëtische kracht van zijn taalgebruik, de beeldvorming, de economische spankracht van zijn schriftuur die zich beperkt tot het essentiële. Of zoals zijn zoon het omschrijft in het nawoord : "... the virtuosity consists in a deliberate vagueness of verbal and visual elements whose sum is a complex, otherwise undefinable, but totally precise unit of communication". Zelfs al is dit een minder werkje van Nabokov, het is toch mijlen verheven boven de pulp die vandaag op de meeste lijstjes met top-10 boeken van het jaar staan.

Tuesday, January 1, 2008

Jon McGregor - If Nobody Speaks Of Remarkable Things (Bloomsbury Publishing, 2002) ****

Als iemand je zei dat dit boek een veertigtal personages telt, waarvan slechts één of twee een naam hebben, dat er eigenlijk weinig plot in te bespeuren valt, en dat vele andere regels van de edele romankunst met de voeten worden getreden, zoals hele hoofdstukken waar elke zin met "Ik" begint, dan denk je al snel met een experimenteel vehikel te maken te hebben, maar niets is minder waar. Deze roman leest als een trein. McGregor gebruikt de techniek van Georges Perec in "Het Leven : Een Gebruiksaanwijzing", maar hier gaat het niet om een flatgebouw, maar om een straat, met de beschrijving van wat achter elk van de gevels gebeurt in het tijdsbestek van een dag, met één groot verschil met Perec : het gaat niet om een obsessieve beschrijving, wel om een emotionele en functionele opbouw, want al deze mensen kennen elkaar, ontmoeten elkaar, wat nog versterkt wordt door de schokkende gebeurtenis op het eind van de roman. Naast deze menselijke beschrijving van kleine dagelijkse gewoonten, is er het verhaal van de ik-persoon, een ongehuwde jonge vrouw die zwanger is en haar ouders hiervan op de hoogte moet stellen. De kracht van het verhaal ligt dus in de beschrijvingen die McGregor geeft en die zijn werkelijk schitterend, met een taalgebruik dat expressief, verfrissend en bijna goochelend is. De stijl, toon, structuur zijn van een zelden geziene schoonheid en poëtische kracht. Een sterke aanrader.

Saturday, December 29, 2007

Boeken Top 10 van 2007

De meeste boeken die ik dit jaar heb gelezen, dateerden van voor 2007. Hier dan het lijstje van wat ik het beste vond, in bijna willekeurige volgorde
  • Martin Amis - The House Of Meetings
  • Haruki Murakami - After Dark
  • Salman Rushdie - Shalimar The Clown
  • Dave Eggers - What Is The What?
  • Jay McInerney - The Good Life
  • Mario Vargas Llosa - The Bad Girl
  • Michael Chabon - The Yiddish Policemen's Union
  • Thomas Pynchon - Against The Day
  • Jeroen Brouwers - Datumloze Dagen
  • Dave Mitchell - Black Swan Green

Mario Vargas Llosa - The Bad Girl (Farrar, Strauss and Giroux, 2007) ****

Mario Vargas Llosa is zonder enige twijfel één van de grootste schrijvers van het moment. De Peruviaan heeft al enkele schitterende romans op zijn naam staan, waarvan "The War Of The End Of The World" en "The Feast Of The Goat" absolute aanraders zijn. Vargas Llosa is een post-modern schrijver die vaak stijlen vermengt, of er zelfs mee experimenteert (zoals zijn volledig in de jij-persoon geschreven homage aan Gauguin). In "The Bad Girl" grijpt hij qua stijl terug naar de roman van de 19e eeuw, met verwijzingen naar zowel Flaubert, Hugo als de grote Russen. Het boek beschrijft lineair-chronologisch het verhaal van een jonge Peruviaan die verliefd wordt op een jonge Chileense. Hij is "the good boy" en zij is "the bad girl", een hedendaagse Madame Bovary. Zijn enige betrachting is om in Parijs te wonen, wat hem ook lukt. Zij is veel ambitieuzer en wil rijk zijn en vrij. Hun relatie jo-joot doorheen hun leven, van even samen naar weer weg van elkaar, omdat zij één van de meest onvoorspelbare figuren is die ooit in een roman zijn opgetreden : ze is sympathiek en aantrekkelijk, maar tegelijk ook weerzinwekkend en verachtelijk. En Vargas Llosa slaagt ook hier om een karakter op papier te zetten zoals alleen zijn 19e eeuwse voorbeelden het konden. De lineaire verteltrant, maar ook het bijna klinisch beschrijven van de gebeurtenissen typeren volledig de ingesteldheid van de wat saaie ik-figuur, die misschien wel goed is, maar een waarschijnlijk even monotoon als voorspelbaar bestaan leidt. "The bad girl" daarentegen leeft met een duidelijk doel voor ogen, en met één methode : de rijke man vinden, maar ze rijdt zichzelf gewoon vast, de keerzijde van de rijkdom is het opgeven van vrijheid en persoonlijke keuzemogelijkheden. En Vargas Llosa brengt dit alles op meesterlijke manier : om het ik-personage nog meer kleurloosheid te geven, geeft hij hem een job als vertaler en tolk - iemand die niets te vertellen heeft, tenzij doorgeven van wat anderen zeggen. Of zoals één van zijn collega's het formuleert "Like our profession as interpreters, another way of always being a foreigner, of being present without being present, of existing but not existing". Het boek gaat over liefde in zijn meest extreme vormen, van onvoorwaardelijke liefde, tot onuitbare liefde, tot onderworpenheid ("I don't know if what I feel for Fukuda is love. But never in my live have I depended so much on anyone the way I depend on him. The truth is he can do whatever he wants with me"). Maar het verhaal gaat nog verder dan dit, het gaat ook om globalisering, het ontvluchten van armoede en het ook willen maken in deze wereld, de keuze tussen rationaliteit en zekerheid tegenover emotionaliteit en irrationaliteit, zoekend naar individuele oplossingen, nippend aan structurele mogelijkheden zoals politiek en internationale organisaties en guerilla en heropbouw. Vargas Llosa is een meester in het verweven van de vele lagen. En ja, het is ook een moderne roman. De seks is onverbloemd weergegeven, in alle details, onbeschroomd, maar niet puberachtig zoals bij Houlebecq.

Een zeer aangrijpend verhaal. Meer dan eens had ik de krop in de keel. Een prachtig personage, die bad girl, de "niña mala", en het geheel steekt meer dan vernuftig in elkaar, ondanks de wat oubollige vertelstijl, maar die is uitermate functioneel in deze roman. Niet zijn beste, maar wel de moeite.

Tuesday, December 18, 2007

Jeroen Brouwers - Datumloze Dagen (Uitgeverij Atlas, 2007) ****

Dat Jeroen Brouwers kan schrijven, dat wisten we al, maar hier overtreft hij zichzelf, in zijn eigen genre dan nog wel. "Datumloze Dagen" is een lange monoloog van de ik-figuur die door het bos rond zijn huis wandelt (dat hebben we nog gelezen bij Brouwers), de relatie met zijn zoon overpeinzend, maar dan in verschillende tijdsmomenten, als een symfonie van vertellagen. Het thema : de geworpenheid in dit leven, het leven dat geen geschenk is, enz. om er samen met de hoofdpersoon depressief van te worden. Het verhaal is dun, maar daar gaat het niet om. De ik-figuur heeft een nogal cynische kijk op het leven, wordt door zijn eerste vrouw tegen zijn wil met een kind opgezadeld, een verraad dat de relatie doet afknappen, ook die met zijn zoon. Mocht Brouwers niet zo goed schrijven, dan had ik dit boek waarschijnlijk na zestig bladzijden al weggegelegd, want wat kan die ik-figuur zeuren en zagen, emmeren en janken. Maar hij kan gelukkig goed schrijven, en het loont de moeite om verder te lezen. Want plots ontstaan er momenten van vreugde, kort, kleine gebeurtenissen, die zich aan de ik-figuur opdringen en die bressen beginnen slaan in zijn eindeloze depressie. Het verhaal kantelt, in de emotie dan toch van de ik-persoon. De absolute zinloosheid van het bestaan, de oppervlakkigheid van de samenleving, ... die krijgt hij er wel niet uit. De teneur is er één van "hoe kan ik verantwoordelijk zijn voor iets wat ik niet heb gewild (het leven, mijn zoon) en waar ik geen controle over heb (het leven, de vrouwen)", erbij denkend dat het al moeilijk genoeg is om zichzelf te zijn. En hij brengt deze rudimentaire levensvragen naar een hoger niveau dan het hier en nu, door vele verwijzingen naar de Griekse mythologie en tragedies (Oedipus, de minotaur, de centaur, de cycloop, Sophokles, ...), en uiteraard door de tijdeloosheid ervan voortdurend te benadrukken, te beginnen met de titel. Wat Brouwers hier brengt is een brok emotioneel geschrijf wat weinigen in het Nederlandse taalgebied hem kunnen nadoen. Verwacht geen verhaal, in de zin dat er een plot is met verrassende wendingen. Zijn kracht ligt in weergave van gevoelens, hun evolutie en de krachtige verwoording ervan, het compositorisch doorheen weven van verhaaldraden die voor contrast en effect zorgen. En dat is op zich al een hele prestatie.

Saturday, December 15, 2007

Michael Chabon - The Yiddish Policeman's Union (Harper Collins, 2007) ****

Dit is zonder enige twijfel een van de betere boeken die ik dit jaar heb gelezen. Wie zijn "Amazing Adventures of Cavalier & Klay" heeft gelezen, zal dit boek zeker kunnen waarderen, want het is meer gefocust, strakker, beter geschreven. Maar het blijft, zoals de titel al laat uitschijnen, een roman met de ingrediënten van een jongensboek, maar dan op een hoger niveau getild, een veel hoger niveau. Het verhaal speelt zich af in Alaska eind van de 20ste eeuw, de Amerikaanse staat waar de joden na de tweede wereldoorlog hun tijdelijk, 60-jarige verblijf hebben gekregen. In de hoofdstad van deze plek wordt een jood lafhartig vermoord in de hotelkamer van hetzelfde hotel waar de hoofdfiguur logeert, de getormenteerde politie-detective Meyer Landsman, die even onorthodox als doordravend en slim is. Een cliché dus uit de betere film noir. Bovendien verwerkt hij een scheiding en is hij meer dan lichtjes aan de drank. Zijn speurtocht leidt hem naar de macht van een maffieuze joodse sekte, met zeer donkere kanten en geheimzinnigheid, half-messiaanse figuren, een mysterieus verbond met de plaatstelijke indianen, en duistere machten die worden beïnvloed door nog diepere machten. Kortom, Chabon speelt met de gebruikelijke motieven alsof het een lieve lust is, maar dan in het kader van de imminente verdrijving van de joden uit Alaska, door de Amerikanen. Dit soort benadering hebben we enkele jaren geleden ook gekend, in Philip Roth's "The Plot Against America", waarin een mogelijk andere historische wending (bij Roth de "nazistische" Lindberg die in Amerika de macht verwerft en een verbond sluit met Hitler), de achtergrond vormt voor het verhaal. Het knappe van dit boek is dat Chabon het ritme erin weet te houden, net zoals in een politieroman, maar dat hij tevens dieperliggende lagen op een schitterend wijze weet aan te boren, zoals de politieke context van het jood zijn op deze wereld, religieus fanatisme, politieke macht, maar ook de emotionele lagen zoals de relatie van de verschillende personages onderling of met hun ouders (lafheid, angst, liefde, verkeerde veronderstellingen, gebrek aan communicatie, enz.). Chabon heeft veel van Pynchon overgenomen : de rake taal, de extravagante karakters, de afwisseling tussen stripverhaalachtige elementen met serieuze stukken, maar zijn stijl is lichter en de gebeurtenissen makkelijker te begrijpen. Maar wat een verhalenverteller! Wat een schrijftalent! Elk hoofdstuk is qua setting, qua invalshoek, qua opbouw zo goed doordacht, zo fijn en evenwichtig, een netjes afgerond stukje, de beschrijvingen van de ruimte zo zinvol, de dialogen raak, ... werkelijk schitterend. En dan zijn vergelijkingen, soms vergezocht, maar altijd uitermate sprekend. Enkele voorbeelden :
  • "Landsman wakes from a dream of feeding his right ear to the propellor blades of a Cessna 206".
  • "An invisible gas clouds his thoughts, exhaust from a bus left parked with its engine running in the middle of his brain".
  • "Surrender unfolds across Landsman's heart like the shadow of a flag".
  • "Hertz is crowding Landsman, exhaling his breath of plum brandy, the undertone of herring so oily and sharp you can feel the little bones in it".
  • "She looks like hell, only hotter".
  • "'Uh-huh', Spade says amiably, a little distracted, maybe, like someone pretending to take an interest in the minutiae of your life while surfing some inner Internet of his mind".
  • "The weariness of her voice seems to flow into her shoulders, her jaw, the lines of her face".
En deze vergelijkingen zijn dan nog vaak zeer functioneel, zoals deze, tijdens een politieverhoor :
  • "The tea bags surrender their color unwillingly to the tepid water".
  • "He used to keep a museum, maybe it's still there, up at the tired end of Ibn Ezra street".
Dit boek zal geen plaats innemen in de wereldliteratuur voor zijn hoog literaire kwaliteiten, maar Michael Chabon is een superieur ambachtsman, die erin slaagt om een hele wereld te creëren, en die nog geloofwaardig te doen overkomen, als een spiegel van onze hedendaagse samenleving.

Om duimen en vingers van af te likken.

Tuesday, December 11, 2007

Richard House - Uninvited (Serpent's Tail, 2001) **

"Uninvited" is de tweede roman van de Brit Richard House. Ian Proctor, hoofdfiguur van het boek, leeft met enkele andere krakers in een pand waar ze worden uitgezet. Er is bovendien een moord gebeurd, zijn vriend is verwikkeld in een oplichtingszaak, hij geeft zelf zijn eigen job op uit algemene onvrede met de gang van zaken, maar vindt vrij snel een nieuwe job als fietskoerier. Naarmate hij probeert om zijn onzekere bestaan wat meer vastheid en zin te geven (nieuwe job, nieuwe relatie, ...) ontsluiert de moord- en oplichtingszaak gaandeweg, zonder dat er echt detectivewerk aan te pas komt. Op die manier wordt de richtingloosheid en de toevalligheid der dingen in het leven mooi aangegeven. Maar spannend is het allemaal niet. House slaagt er wel in om de sfeer van marginaliteit en passiviteit goed weer te geven, maar ook de focus op het "hier en nu". Toekomstperspectieven, verlangens op langere termijn, het is er allemaal niet bij, bij deze jongeren. Dit wordt goed beklemtoond door de eenvoud van stijl : de zinsstructuur is meestal "onderwerp-werkwoord-lijdend voorwerp". Toch is het geheel wat ontgoochelend. Het blijft bij een kleine verhaaloefening, met een aantal leuke momenten, maar ik bleef als lezer toch een beetje met een hongergevoel zitten.

Thursday, November 15, 2007

Martin Amis - The House Of Meetings (Vintage Books, 2007) *****

Ik denk dat ik alle romans van Martin Amis heb gelezen, en deze springt wel enigszins uit de band. De meeste van zijn andere boeken spelen zich af in de huidige rijke en moderne kant van de samenleving, zowel in Groot-Brittannië als in de VS, waar kunstenaars, superrijken, politici, journalisten en criminelen elkaar voor de voeten lopen om toch maar zoveel mogelijk te genieten van dit korte bestaan en hun belangenvermengingen en wederzijdse afhankelijkheid zijn altijd vast van de partij. Zijn proza danst en davert, met alle karakteristieken van de hedendaagse betere verkoopbare roman : eigenzinnige karakters, extreme situaties, drugs, alcohol, sex en geweld. Martin Amis' talent is zeldzaam : een vlotte pen, vindingrijke plots, een magistraal arrangeur - hoe zijn verhaallijnen en gezichtspunten door elkaar vloeien is duizelingwekkend - en een verbluffend sarcast. In al zijn romans is het morele individu centraal, dat ondanks zijn principes, altijd zwak is en toegeeft.

Dat is zijn andere werk. In House Of Meetings gebruikt hij dezelfde ingrediënten, maar duwt ze naar een nog extremer context : de Russische geschiedenis van de 19e eeuw. De jeugdige rock 'n' roll is er uit. De barre hardheid van de geschiedenis neemt over. En ik ben ervan overtuigd dat Amis doelbewust gezocht heeft naar een context om de morele dilemma's die in zijn vorige romans ook aanwezig waren op de spits te kunnen drijven. Kort samengevat komt het hierop neer : twee broers zijn verliefd op dezelfde vrouw, een joodse schone. De twee broers komen in hetzelfde Siberisch kamp terecht ten tijde van Stalin. Beiden overleven, maar op een andere manier, en moeten dan verder. Eén van hen beiden is de verteller, een cynicus op leeftijd, die zonder enige schroom en bikkelhard zowel zichzelf als de maatschappij op de korrel neemt. Het is een verhaal over liefde en overleven, liefde en haat, leven en dood. Er is geen gevoel, geen daad die ook niet tot het omgekeerde leidt, en Amis verwerkt die op een briljante manier doorheen de plot, doorheen de ontwikkeling van de vertelling. Als lezer moet je permanent van de ene tijd naar de andere springen, zonder altijd duidelijke aanduidingen te hebben van waar je je bevindt. Het relaas wordt immers gedaan aan de afwezige Venus, die wel over voorkennis beschikt. De hoofdfiguur is ook slachtoffer van zichzelf, creëert nieuwe persoonlijkheden, krijgt nieuwe gevoelens, verwenst zichzelf, zijn vroegere zelf, zijn huidige zelf. En gaandeweg merk je dat zijn pijnlijke eerlijkheid wel eens zijn goede daden en gevoelens verbergt. Uiteindelijk is de emotionele spankracht in het boek verpletterend, niet alleen in historisch perspectief, maar ook tussen de drie hoofdpersonages, die, als slachtoffer van die geschiedenis, van die samenleving, onder elkaar, ondanks de liefde, of misschien net door de liefde, erin slagen om elkaars leven misschien even gruwelijk te maken, op een meedogenloze manier. Een absoluut schitterende roman, qua toon, qua stijl, qua plot en qua composities. Maar niet echt vrolijk. Hadden we in ons Nederlands taalgebied maar zulke schrijvers!