Tuesday, April 21, 2015

Jennifer Michael Hecht - Doubt (HarperOne, 2003) ****


Het uitgangspunt zelf is op zich al opmerkelijk : een geschiedenis van de twijfel, in plaats van een overzicht van alle zekerheden die worden geponeerd door de meeste filosofen en godsdiensten. Jennifer Michael Hecht, wetenschapshistoricus, geeft in dit zeer leesbaar boek een overzicht van de twijfel van bij de Oude Grieken tot nu. En die twijfel uiteraard niet alleen tegenover de gevestigde zienswijzen, maar ook de twijfel als basisfundament voor elke visie op de wereld, of, met andere woorden, hoe het huidig wetenschappelijk denken gaandeweg voet aan de grond kreeg.

Het is ook duidelijk dat de evolutie van het atheïsme ook aandacht krijgt, en Hecht verstopt haar eigen visie als atheïst evenmin in haar kommentaar. In haar conclusie wil ze de "twijfelaars" dan ook het comfort geven dat ze niet alleen zijn, en dat haar lijvige turf hen het perspectief biedt van deel uit te maken van een lange geschiedenis. Het feit dat onze filosofieën en ons moreel en wetenschappelijk denken doorheen de eeuwen zijn geëvolueerd is enkel het gevolg van de twijfel die sommigen hadden om de gevestigde orde en manier van denken in vraag te stellen.

Behoud die open geest, is dan ook haar finale aanbeveling, één waarin we ons zeker kunnen vinden.




Colm Toíbín - Nora Webster (Viking, 2014) ****


In de late jaren '60, staat Nora Webster er alleen voor om haar kinderen op te voeden in Enniscorthy, Ierland, na het overlijden van haar man Maurice.

Toíbín is een van mijn favoriete schrijvers van het ogenblik, en ook al bereikt deze roman niet het niveau van "Brooklynof "The Testament Of Mary", de sensuele manier van schrijven, het schetsen van het portret van deze vrouw vol innerlijke conflicten, steekt ver boven de middelmaat uit.

Hij blijft de meester van de vrouwelijke psyche en de manier waarop hij Nora Webster beschrijft, met al haar onzekerheid en strijdlust, haar meegaandheid en onverzettelijkheid, haar gebrek aan empathie en haar liefde voor haar zoons, zijn gewoon schitterend. Een vrouw die haar anker kwijtraakt en die door haar directe omgeving enkel wordt bekeken als de vrouw van de overleden Maurice, een politiek actieve schoolmeester. Haar omgeving is haar goedgezind, maar trekt haar in richtingen die ze niet altijd wil inslaan, alsof ze het allemaal beter weten voor haar, terwijl ze zelf niet meer te bieden hebben dan parochiale dorpspolitiek en roddels.

Gaandeweg komt haar grootste dilemma aan bod, en dat is gebrek aan communicatie met haar zoons, en dan vooral met de jongste, Donal. Maar ergens is het ook de geschiedenis van Ierland, een verscheurd land vol kleinburgelijkheid en diepe idealen. Literatuurstudenten die de betekenis willen kennen van een "rond karakter", moeten Nora Webster lezen, een wereld van verschil met wat we gewend zijn in onze Nederlandse literatuur.

Hanif Kureishi - The Last Word (Faber & Faber, 2014) ****


Van alle romans van de Britse schrijver Hanif Kureishi, zijn "The Buddha Of Suburbia" en "Love In A Blue Time", de meest aanbevelenswaardige, omdat ze de meesterlijke vertelkracht van de schrijver combineren met haarscherpe satire.

In "The Last Word" gaat Harry, een beginnende schrijver een biografie bijeen pennen over Mamoon, een Britse schrijver van Indische origine, die ietwat over zijn hoogtepunt heen is, maar die zich wel gedraagt als een diva met alle capsones die daar bij horen. Ondanks zijn bewondering voor Mamoon wil Harry kritisch blijven om zijn eigen geloofwaardigheid niet op het spel te zetten. Of, om het anders te zeggen : beiden hebben elkaar broodnodig, de een om bekendheid te krijgen, de ander om opnieuw onder de aandacht te komen, maar tegenover deze aantrekkingskracht is er ook een spel van afstoting, gedreven door hun drang om hun eigen ego en waardigheid niet te verliezen in het proces ... wat natuurlijk gebeurt en tot geestige situaties leidt.

Dit is een roman over literatuur, over de kunst van de biografie, over de grens tussen publieke en privé-feiten, tussen relevantie en roddel, en volgens de geruchten zou de figuur van Mamoon zijn geïnspireerd op V.S. Naipaul. Waar of niet waar, Kureishi brengt in zijn eigen vlot leesbare stijl een spannende en geestige satire op het literaire wereldje.

Een luchtige aanrader.

Armand Marie Leroi - The Lagoon (Viking, 2015) ****½


Wat een fantastisch boek! En wij die altijd hadden gedacht dat Aristoteles een wijsgeer was, de basislegger van de logica. Nee, hij was in de eerste plaats een bioloog, een wetenschapper, die in zijn Historia Animalium een inventaris maakte van alle dieren die hij in de lagune aantrof op Lesbos, één van de Griekse eilanden. In tegenstelling tot zijn leermeester Plato, die uitging van de suprematie van het abstracte denken, ging Aristoteles uit van de feiten, van empirische observatie, om dan aan de hand van zijn vaststellingen patronen te herkennen en parallellen te trekken.

In "The Lagoon", vertelt bioloog Armand Marie Leroi hoe Aristoteles zijn zoektocht opzette, en op die manier tot wetenschappelijke vaststellingen kwam. Hij doet dit niet alleen op een uiterst boeiende en vlot leesbare manier, maar ook niet zonder enige kritiek op Aristoteles zelf. Zo kwam hij bijvoorbeeld tot te conclusie dat de informatie over het kind moest voorkomen uit het zaad van de ouders. Hij aarzelde ook niet om foetussen van dieren eruit te halen om hun ontwikkeling te volgen, of om de ogen van pasgeboren vogeltjes uit te steken om vast te stellen dat die opnieuw aangroeiden. In die tijd waren ze blijkbaar minder gevoelig voor dierenleed. Maar Aristoteles sloeg de bal ook vaak mis. Zo geloofde hij dat sommige dieren uit het niets ontstonden, omdat hij hun oorsprong onmogelijk kon vastleggen.

En om die inventaris van de dieren te maken, was hij ook de eerste om dieren te classificeren in grote groepen (viervoetigen, levendbarend, eierenleggend, tweevoeters, enz.), maar wel met de eigen kritische vaststelling dat de natuur zich niet liet vatten in categorieën en dat er altijd uitzonderingen zijn die in tussengroepen liggen. Hij telde hun tanden, hun magen, hun horens en hij legde verbanden tussen al deze vaststellingen.

Leroi toont aan hoe Aristoteles de echte wetenschap zoals we die nu kennen, uit het niets creëerde, vol zelfkritiek, vol vraagtekens, met eindeloos geduld noterend, oplijstend, om dan met hypothesen te komen die gedurende duizenden jaren de bron voor alle biologen en wetenschappers zijn gebleven. Hij geeft ook de kritiek weer die doorheen de eeuwen op Aristoteles werd gegeven, vooral dan in de zeventiende en achttiende eeuw, vaak nogal goedkoop en zonder relativering voor de tijd waarin de Griekse wijsgeer werkzaam was. Hij schreef ook werken over logica, fysica, optica, psychologie, ethiek, politiek, kosmologie, en over rhetorica en poëzie.

Een uiterst leesbaar en boeiend boek.

Emmanuel Carrère - Le Royaume (P.O.L., 2014) ****


Emmanuel Carrère is de scenarist van de Franse televisiereeks "Les Revenants", een sterk aan te raden serie over een aantal mensen die herrijzen uit de dood en na enkele jaren terugkeren naar hun dorp alsof er nooit iets heeft plaatsgevonden.

In "Le Royaume" vertelt hij zijn eigen religieus levensverhaal, zijn periode van sterk geloof in de katholieke godsdienst, gevolgd door ontgoocheling en zijn ommeslag naar volledig atheïsme. Dit is natuurlijk geen nieuw gegeven, en ik denk dat velen van ons die verschillende fasen hebben meegemaakt, dus zo uitzonderlijk is zijn verhaal niet. Toch slaagt Carrère erin om een zeer overtuigend getuigenis te brengen, vooral dan omdat hij op volwassen leeftijd zeer gelovig was, zo zeer zelf dat het zijn relatie in gevaar bracht, en omdat hij respect blijft hebben voor gelovigen en voor de kerk. Hij spreekt met sympathie over hun activiteiten en goede werken en zin voor spiritualiteit, en gaat zelfs nog jaarlijks op een soort bezinning met een zeer godsdienstige vriend, zelfs al gelooft hij zelf niet meer.

Naast zijn eigen getuigenis probeert hij het leven van Paulus te reconstrueren, en te hervertellen in mensentaal. Paulus, de apostel die Jezus nooit heeft ontmoet tenzij in een visioen, en dan in Griekenland en het huidige Turkije het goede woord ging verkondigen in enkele steden. Zijn verhaal over Paulus (en Lucas) is uitermate goed gedocumenteerd, ook al wil hij geen theologisch proefschrift afleveren, maar een persoonlijke reactie op wat er toen mogelijk heeft plaatsgevonden. Paulus is een fanaticus en Lucas, hoog opgeleid en medicus, volgt hem als scribent/verslaggever. Carrère schrijft over deze laatste :

"... je me demande si une fois à bord il n'est pas traversé par le soupçon qu'il fait une énorme connerie. Qu'il voue sa vie entière à quelque chose qui tout simplement n'existe pas et tourne le dos à ce qui existe vraiment : la chaleur des corps, la saveur douce-amère de la vie, l'imperfection merveilleuse du réel".

Een aanrader, en niet alleen voor atheïsten.


Milan Kundera - La Fête De L'Insignifiance (Gallimard, 2013) ****


Veertig jaar geleden verhuisde/vluchtte Tjechisch auteur Milan Kundera naar Frankrijk, waar hij sinds dan verblijft. Sinds enkele jaren schrijft hij ook in het Frans, in 1995 al met "La Lenteur", dan enkele essays, nu ook een tweede roman. En die roman is een soort culminatie van al zijn vroegere werk : deels filosofisch, deels humoristisch, deels maatschappelijk. Kundera bekijkt zijn eigen personages zoals altijd met een zekere verwondering, verbaasd over hun reacties, over hun psyche en hun gedragingen, zich vragen stellend bij hun motivaties, maar zonder daarom antwoorden te geven, want die zijn er niet.

In deze korte roman probeert hij geen enkele ernstige zin te schrijven, op een luchtige manier situaties te beschrijven van enkele vrienden die in het hedendaagse Parijs de catering verzorgen voor een mondain feestje in een parallelverhaal met een bijeenkomst van Stalin en zijn politburo in het Kremlin.

De aanleiding tot veel discussie is de nieuwe mode bij jonge vrouwen om hun navel te ontbloten door het dragen van korte T-shirts, een symbool van de navelstaarderij van de moderne mens, meer bezig met zichzelf en zijn kleine omgeving dan met de wereld.

In La Lenteur liet hij Vera, de vrouw van de auteur zeggen : "Te m'as souvent dit vouloir écrire un jour un roman où aucun mot ne serait sérieux ... je te préviens : fais attention : tes ennemis t'attendent". En nu is het zover. Je kan het geen kolder noemen, of geen satire, hoewel die elementen wel aanwezig zijn.

"Et Ramon continua : 'Ah, la bonne humeur! Tu n'as jamais lu Hegel? Bien sûr que non. Tu ne sais même pas qui c'est. Mais notre maître qui nous a inventés m'a forcé jadis à l'étudier. Dans sa réflexion sur le comique, Hegel dit que le vrai humour est impensable sans l'infinie bonne humeur, écoute bien, c'est ce qu'il dit en toutes lettres : "infinie bonne humeur"; unendliche Wohlgemutheit". Pas de raillerie, pas la satire, pas le sarcasme. C'est seulement depuis les hauteurs de l'infinie bonne humeur que tu peux observer au-dessous de toi l'éternelle bêtise des hommes et en rire"

Om vanuit die optiek "met een goed gemoed" Stalin, Kalinin, Brezjnev, Chroesjtsjov en de rest van het politburo in hun intieme sfeer te beschouwen en horen oordelen over elkaar en de wereld is op zijn minst gezegd bevreemdend. Geen enkele ernstige zin? Niet echt, maar impliciet is de horror van de mensheid verdoezeld in zoveel lichtzinnigheid. 

Kundera is een absolute meester. 


Julian Barnes - Levels Of Life (Vintage, 2014) ****


Het is moeilijk om zijn vorige roman "Sense Of An Ending" te overtreffen, maar "Levels of Life" komt in de buurt.

Deze korte roman is een ode aan de liefde, en opgedragen aan zijn echtgenote Pat Kavanagh, die overleed in 2008.

Om die ode aan de liefde vorm te geven, grijpt hij terug naar het verhaal van de eerste balonvaarders, de avonturiers die hun leven riskeerden om verder en hoger te gaan dan de anderen, die onbezonnenen die vanuit hun hoogmoed dachten de wetten van de natuur (en van God) te mogen trotseren.

Barnes maakt er naar goede gewoonte een pareltje van. Het eerste deel, "The Sin Of Height" geeft een historisch overzicht van de eerste balonvaarders, van de reacties van kommentatoren uit die tijd, en van Nadar, de eerste luchtfotograaf. Het tweede deel, "On The Level", brengt mensen samen, hier, de actrice Sarah Bernhardt en de balonvaarder Fred Burnaby, een diepe maar uiteindelijk onmogelijke liefde tussen twee sterke persoonlijkheden.

"We live on the flat, on the level, and yet - and so - we aspire. Groundlings, we can sometimes reach as far as the gods. Some soar with art, others with religion; most with love. But when we soar, we can also crash. There are few soft landings ... Every love story is a potential grief story. If not at first, then later. If not for one, then for the other. Sometimes, for both".

Deel drie, "The Loss Of Depth" wordt het persoonlijke verhaal van Julian Barnes en Pat Kavanagh, een verhaal van liefde en verdriet, na meer dan dertig jaar huwelijk, maar eigenlijk is het geen verhaal, eerder een lange mijmering over verdriet en rouw.

"We go in dreams, and we go drown in memory. And yes, it is true, the memory of the earlier times does return, but in the meanwhile we have been made fearful, and I am not sure it is the same memory that returns. How could it be, because it can no longer be corroborated by the one who was there at the time. What we did, where we went, whom we met, how we felt. How we were together. All that. 'We' are now watered down to 'I'. Binocular memory has become monocular."

Is dit literatuur? Zonder plot, zonder verhaal? Zeker. En we kunnen Barnes alleen feliciteren met zijn eigen aanpak van het onderwerp, voorbij de conventies van genres en stijl. Een heel eerlijk en emotioneel diep persoonlijk verslag. Niet opwekkend, maar oprecht. En dat is al heel wat in deze dagen van oppervlakkigheid.


Michel Houellebecq - Soumission (Flammarion, 2015) **


Frankrijks enfant terrible Michel Houellebecq heeft nu zijn eigen "dystopie" geschreven, een beeld van Frankrijk in 2022 waarin de Islam-partij de grootste partij van het land wordt en een Europese vorm van shariah opgelegd aan de Franse bevolking, met privatisering van alle onderwijsinstellingen (en gefinancierd vanuit het Midden-Oosten), de oplossing van de werkloosheid door alle vrouwen hun job te ontnemen, enz.

François, de ik-figuur is een professor literatuur, met specialisatie in Joris-Karel Huysmans, die zijn ontslag krijgt van zodra het hele onderwijssysteem op zijn kop wordt gezet. Enkel wie bereid is de Islam te erkennen en ernaar te leven, kan zijn functie behouden. De werkloze professor trekt dan naar de provincie in het departement Lot (Cahors, Rocamadour) om af te wachten wat er gaat gebeuren. Hij komt er een intellectuele sparring partner tegen, een prof die wel meegaat met het systeem en hem er veel over kan leren, hij gaat ook terug naar het diepe katholicisme, in een klooster waar hij vroeger ooit had verbleven tijdens een bezinning.

En Houellebecq zou Houellebecq niet zijn mochten alle mogelijke seksuele frustraties en bevredigingen niet aan bod komen.

De plot is dun, en eerder een alibi om de Franse politiek en het religieus fundamentalisme op de korrel te nemen. Het enige wat pleit voor Houellebecq's benadering, is dat hij die toekomst als heel plausibel doet voorkomen, met een Islam-partij die ook de partij van alle Fransen wil worden, en daarom bereid is om met de PS enkele compromissen te sluiten.

Het verhaal eindigt (spoiler alert!) met de 'bekering' van de ik-figuur, niet uit overtuiging, maar eerder om praktische redenen : een job met een goed loon, en de mogelijkheid om verschillende minderjarige vrouwen tegelijk te mogen huwen, als Houellebecq's visie op het opportunisme van de mens.

Heel boeiend is het allemaal niet, en literair ook niet zeer hoogstaand. We hebben beter van hem gelezen. Hij drijft zijn misanthropie en misogynie ten top, en dat zal velen voor het hoofd stoten, en hem daarom controversieel maken, en waarschijnlijk ook veel doen verkopen. Maar uiteindelijk is dit slechts persoonlijk effectbejag, en niet noodzakelijk goede literatuur.



Joshua Greene - Moral Tribes (Atlantic, 2013) ****½


Some books require to be simplified and to become part of any school curriculum. This is one of them. Joshua Green is head of the Moral Cognition Lab at Harvard University, and with "Moral Tribes", he has written one of the most significant books on morality of the last decades.

Green first describes the biological foundations of our morality, with first the defense of the "I" within the group, with all mechanisms needed to survive within a social context. Then he moves on to discuss the importance of group morality, the biological reflexes to protect the own tribe against neighbouring and competing tribes.

This is the kind of default positions for humans, a kind of automatic moral response against the others, which is often rationalised afterwards (they are evil, they have no sense of justice, etc.), but which is in essence a deep emotional and pre-rational response.

Luckily, we humans can also revert to "manual" response, when our brain can take over and think about what will provide the most happiness for most of us. In that sense, Greene belongs to the school of "utilitariansim" of John Stuart Mill and Jeremy Bentham, which he would rather re-define as 'deep pragmatism'. The advantage of Greene's approach is that he has done extensive tests of people in a variety of moral dilemmas, looking at the statistics of behaviour and motivation of different test set-ups and thought experiments, such as the prisoners' dilemma or the trolley dilemma, the latter offering someone the choice wether they would push one person under a trolley to make it stop and hence avoid the death of five other people down the tracks. In fact, very few people will do that, but the majority would willingly turn a switch to re-route the trolley on a side-track, killing one person in the process to save five. Why would they do that? The fact that he looks at all these varieties and possibilities of choices and people's response to it, is not only an eye-opener, but framed and explained by Greene also illuminating to understand our most unconscious reactions and moral behaviours.

Greene stears us clearly outside of the traditional moral positions of collectivism versus individualism, and he manages to come with a quite compelling proposal consisting of six rules :
1. In the face of moral controversy, consult, but dot not trust, your moral instincts
2. Rights are not for making arguments, they're for ending arguments;
3. Focus on the facts, and make others do the same
4. Beware of biased fairness
5. Use common currency
6. Give

Each of these rules get ample attention and explanation in the book.

"Moral Tribes" is a fascinating exploration of our morality, and quite a convincing and highly readable one. As said at the beginning, how do we get thoughts like these known to broader audiences? Greene's proposals are definitely worth hearing.


Bruce Hood - The Self Illusion (Constable, 2011) ***½


Bruce Hood is a British experimental psychologist at Bristol Universiy, who specialises in developmental cognitive neuroscience. In "The Self Illusion" he gives a sweeping overview of the most current thinking on the workings of our brain and the illusory perception of the 'self'.

He explains how our brains work, how the neurons interconnect, how memory is created and stored, and then finally how the brain creates a narrative around these memory to give it a sense of continuity and overall framework. This 'self' is, according to Hood, a fiction that may change dramatically depending on the situation (eg work vs private environment) or the different phases in life. The same holds true for free will, which is also a conscious creation of brain cells and neurons at work in the background, and the post hoc rationalisation is nothing more than a narrative for what's happening unconsciously. A quite shocking statement for us who so strongly believe in our own rational powers and strong personalities (including your humble servant).

Yet Hood's explanation, his rigorous documentation of own research and of cases presented by other scientists is quite compelling, especially now that brain scans can demonstrate that our brains decide several seconds before we make a conscious decision.

Many of Hood's examples and extreme cases were already mentioned in other books on the same topic, such as the ones by Oliver Sacks or Daniel Kahneman, yet at the same time, it's good to have them again in a very accessible and even entertaining book with a very comprehensive overview of today's cognitive science.


Karen Armstrong - The Bible, The Biography (Atlantic, 2007) **


Ik keek echt uit naar dit boek, maar eigenlijk is het een beetje een afknapper. De boeken van Bart Ehrmann voor het Nieuwe Testament, of van Finkelstein en Silbermann over het Oude Testament zijn zoveel beter gedocumenteerd, vlotter en vooral overzichtelijker geschreven, dan deze eerder oppervlakkige "The Bible. The Biography".

Op een twintigtal bladzijden raast ze door de Torah, met vermelding van de totstandkoming ervan, maar dan zonder veel diepgang, en hetzelde kan worden gezegd van haar twintig bladzijden over het Nieuw Testament. Over de tegenstrijdigheden, de grote interpersoonlijke conflicten tussen Petrus en Paulus wordt nauwelijks ingegaan, en over de motivatie van de verschillende evangelisten wordt slechts het tipje van de sluier opgelicht.

Nadien gaat het vooral over de verschillende versies en lezingen van de bijbel, met alle mogelijke strekkingen, politieke overnames en modern gebruik of misbruik door fundamentalisten en literalisten.

Armstrong wil een spirituele samenleving creëren op basis van mededogen, en van de bijbel ("The Bible 'proved' that it was holy because people continuously discovered fresh ways to interpret it and found that this difficult, ancient set of documents can cast light on situations that their authors could not have imagined").

Armstrong heeft duidelijk teveel respect voor de bijbel om er kritisch over te zijn.

Craig Harline - De Wonderen Van Jezus-Eik (Bert Bakker, 2003) ***


Dank Walter! Omdat ik in Jezus-Eik woon, dacht hij - en ik - dat dit boek over de wonderen van Jezus-Eik zou gaan, zoals de titel vooropstelt.

Niets is minder waar, maar het maakt dit boekje er niet minder interessant om. Craig Harline is een Brits historicus die zowel in de abdij van Park in Leuven, als in het Gentse archief zeventiende-eeuwse documenten raadpleegde over de stroom mirakels en wonderlijke gebeurtenissen die zich afspeelden in Jezus-Eik, Gent en Brussel.

Het eerste hoofdstuk gaat over enkele wonderlijke genezingen die plaatsvonden aan de "Jezus Eik" in het Zoniënwoud, dat donkere en onveilge bos tussen Brussel en Overijse. Van zodra de eerste mirakels plaatsvinden, ontspint zich een politieke discussie tot welke parochie Jezus-Eik nu eigenlijk behoort, die van Tervuren of die van Overijse, vooral omdat er gaandeweg meer geld in het offerblok terechtkomt en commercanten zich rond de eik beginnen te vestigen. Het is fascinerend om lezen hoe beide pastoors het systeem gingen bewerken om hun gelijk te halen bij wereldse als religieuze autoriteiten, en welke argumenten ze gebruikten. Uiteindelijk gingen de rechten naar Tervuren, maar nu, zovele eeuwen later is Jezus-Eik een gehucht van Overijse (wat ik als Overijsenaar en oud-Tervunaar niet meer dan billijk vind).

Het tweede hoofdstuk gaat over een mirakel in een jezuïetenkerk in Gent, waar een moeder van veertien kinderen geen melk meer kan produceren voor haar laatste telg. Gelukkig komt een mariabeeld in de jezuïtenkerk tussen, en krijgt ze weer moedermelk. Opnieuw gaat het boek minder over het mirakel zelf als over het gelobby van de jezuïeten om bij de bisschop de erkenning te krijgen dat het om een mirakel ging. Die was daar niet toe geneigd, omdat kloosterorden er alles aan deden om de mensen naar hun kerken te krijgen in plaats van naar hun eigen parochiekerk. Mirakels deden mensen toestromen, en de bisschop en het vicariaat waren dus niet van plan hier al te snel op in te gaan.

De andere hoofdstukken gaan over de concurrentie tussen de kapel van de kleermakers in Gent en het iets verder gelegen bedevaartsoord waar relieken van Sint Friacius lagen, over Aldegonde de prostitué die beweerde alle mogelijke moorden en ontucht gepleegd te hebben, en over dokter Jan Baptista van Helmont die bovennatuurlijke gebeurtenissen als "natuurlijk" omschreef. Ook hier gaat het Harline niet om de mirakels zelf, maar eerder over de manier waarop er officieel werd omgegaan met deze verschillend vormen van bijgeloof.

Een interessant werkje.

Irving Finkel - The Ark Before Noah (Hodder, 2014) ****


Misschien aangespoord door de domme film "Noah", met Russell Crowe, leek dit boek me wel aantrekkelijk om het echte verhaal nog eens door te nemen, maar dan vanuit een historisch perspectief, en ik heb genoten van elk van de vierhonderd bladzijden van dit boek.

Irving Finkel is curator in the British Museum en specialist in spijkerschrift en oude Summerische, Assyrische en Babylonische talen.  In 1985 krijgt hij een kleitablet met een zestigtal zinnen in spijkerschrift, mogelijk van rond 1750 voor onze jaartelling. Die zestig zinnen vertellen het verhaal van de zondvloed en de ark die door Atrahasis moet worden gebouwd om dieren (twee per soort) en enkele rechtschapen mensen te redden.

Dit kleitablet en zijn inhoud zijn niet uniek, maar wel bij de oudst gekende versies van wat wij kennen als het verhaal van de Ark van Noah. Finkel geeft een gepassioneerd relaas van de andere kleitabletten met hetzelfde verhaal, maar ook hoe dit verhaal in het Gilgamesh epos een centrale plaats krijgt. Het verhaal van Mozes (uiteraard met een andere naam) die als vondeling in zijn mandje in een rivier werd gegooid en tussen het riet werd gevonden door een jonge vrouw, dateert ook van deze vroege Babylonische tijden.

Finkel geeft een historisch overzicht van het ark verhaal doorheen de honderden jaren voor het in de Bijbel terechtkwam. Een van de andere kleitabletten geeft ook de reden waarom de mens moet worden uitgeroeid : "The noise of mankind has become too intense for me, with their uproar I am deprived of sleep", zegt Enlil tot de andere goden. In die tijd al was dat reden genoeg om de mensheid uit te roeien.

Het tablet van Finkel is overigens nog interessant om andere redenen, met name omdat het uitleg geeft over hoe de ark moet worden gebouwd, met welke materialen en welke afmetingen. In tegenstelling tot ons beeld, was het een rond vaartuig, gemaakt van buigzaam hout en waterdicht gemaakt met bitumen, dat in Mesopotamië/Irak uiteraard goed voorradig is.

Hij legt ook uit hoe deze oude verhalen hun weg vonden naar de Joodse Torah tijdens de periode van ballingschap in Babylon, en erin werden geïntegreerd als onderdeel van de joodse geschiedenis.

Tot slot heeft Finkel met een aantal deskundigen de ark ook nagemaakt zoals beschreven in het tablet dat hem werd overhandigd. Een replica op de aangegeven grootte bleek onmogelijjk, maar een kleinere versie heeft uiteindelijk het levenslicht gezien, en het hele project werd ook in een documentaire verwerkt.

Wat er ook van zij, dit boek is fascinerend door zijn eruditie, maar ook aanstekelijk door het enthousiasme van zijn auteur. Honderd percent wetenschappelijk, maar tevens honderd percent passie. Zo hebben we het graag.