Showing posts with label Slechte literatuur. Show all posts
Showing posts with label Slechte literatuur. Show all posts

Saturday, January 31, 2009

Russell Hoban - My Tango With Barbara Strozzi (Bloomsbury Books, 2007) *

Enkele citaten op de achterkant van het boek :
"The author is certainly a true original" (Daily Mail)
" ... fast, fun, full of big ideas lightly represented..." (Scotsman)
" ... a haunting, exasperating, funny, sad and elegiac. Catch it before it disappears" (Guardian)
" A deceptively complex novel of ideas, about reality, identity and ontology, that is only masquerading as a sweetly simple boy meets girl story" (Independent On Sunday).

Wel, ik heb me weer laten vangen. Dit is één van de slechtere en saaiste boeken die ik de laatste jaren heb gelezen (en uitgelezen!). Ik vraag me soms echt af waar de kritische zin is van die zogenaamde literaire critici. Boring stuff. Inspiratieloze drukdoenerij. Maar wel een prachtvoorbeeld van slechte literatuur. De personages zijn zo onrealistisch als maar kan zijn. De "girl" uit het verhaal gaat zowat om de haverklap met een ander naar bed. Het karakterzwakke hoofdpersonage doodt zowaar nog één van haar belagers, en dan nog op de meest debiele wijze. Tussendoor duwt Hoban zijn roman vol met wetenswaardigheden die niets met het verhaal te maken hebben. Op geen enkel moment heb je zelfs maar de indruk dat er gevoelens zijn tussen de personages.

Maar het boek is een prachtvoorbeeld van een totaal gebrek aan "pace". Noem het tempo of ritme, of het opbouwen van spanning, climax. De belangrijkste momenten uit het boek krijgen amper aandacht, noch in voorbereiding, noch in hun beschrijving, noch in hun mentale impact achteraf. Maar alle niets ter zake doende uitwijdingen worden over vele bladzijden uitgesmeerd. De ik-figuur doodt iemand, en dat wordt verteld als een fait divers dat hem niet schijnt te raken. Ja, de politie komt, en het lijk wordt opgeruimd, maar dan gaat het leven gewoon verder.

Het is ook een prachtvoorbeeld van een boek waar je om de haverklap om de oren wordt geslagen met citaten, de beschrijving van kunstwerken, ... die niet alleen de ik-figuur schijnt te kennen, maar die ook moeiteloos door de andere personages gekend zijn en probleemloos geduid worden.

Dus : veel doen alsof, maar weinig authenticiteit. Veel pretentie en weinig substantie.

Omdat het zo slecht is, en tegelijk relatief dun (160 bladzijden), is het interessant om lezen. Een prachtvoorbeeld van wat literatuur niet hoort te zijn.

Saturday, June 23, 2007

Achterflapwierook? Achterflaplulkoek!

Het goede van winkels als De Slegte is dat je er goedkope boeken kan kopen, het slechte is dat je nogal snel verleid wordt om boeken te kopen die niet op je lijstjes staan, aangetrokken door de goedkope prijs en de achterflapwierook. Zo heb ik er pas enkele gekocht en, bij Toetatis, ook deels gelezen, maar zelfs die deelse doorworsteling heeft bloed, zweet en tranen gekost, en vooral veel zenuwen.





Het eerste is “An Ocean In Iowa” (1997), van Peter Hedges. Sophie Hunter van Mail On Sunday noemt het boek “An elegantly vivid masterpiece: unpretentious, unsentimental, unforgettable”, en Judy Cooke van The Independent zegt “The Dialogue is fresh and natural, the comedy perfectly pitched : a beautiful book”. Vertrouw nooit recensenten. Dit boek is even saai als de treinreis die ik nu maak, en gaat over een jongetje dat zeven wordt in een doordeweeks Amerikaans gezin. En je maakt alles mee wat dat jongetje meemaakt. De nieuwe buren, het verjaardagsfeestje, de eerste schooldag, de verkleedpartij. Saai, saai, saai. Het enige boeiende element is de alcholverslaafde moeder (je zou voor minder), die het huis verlaat (gelukkig), en het jongetje voelt zich daar schuldig over (terecht, zou ik denken). Peter Hedges had voordien als “What’s Eating Gilbert Grape?” geschreven, waarvan ik de film met Johnny Depp, Leonardo di Caprio en Juliet Lewis heb gezien. Best een leuke film. Maar dit boek niet. Te mijden.



Het andere boek is North Gladiola van James Wilcox. Hier werd ik verleid door de achterflapwierook van de Times Literary Supplement die schrijft "A master of contemporary comedy and manners", of Anne Tuler die het zelfs durft hebben over "a comic genius”. Het boek gaat over een strijkkwartet van vier mensen die buiten hun muziek geen gemeenschappelijke kenmerken hebben en elkaar dus ook niets te vertellen hebben. De auteur spot vanaf blad één met de gebreken waarmee hij zijn personages overlaadt. En dat gespot stopt dus niet. Verschrikkelijk. Waarom creëer je personages die saai zijn, zich ergeren aan elkaars kleinburgerlijkheid zonder zelf anders te zijn, om die dan permanent en onophoudelijk door het slijk te halen en te voorzien van flauwe kommentaren? Comic genius, my ass. Dit is nog saaier dan het vorige. En waar in het vorige boek de auteur nog geniet van het jongetje dat hij beschrijft, is dit permanent gespot werkelijk niet te harden.