Sunday, May 26, 2013

Tommy Wieringa - Dit Zijn De Namen (De Bezige Bij, 2013) ***


Ik had me voorgenomen om geen Nederlandse literatuur meer te lezen, tenzij van Jeroen Brouwers dan, maar om toch open te blijven staan voor mogelijke meesterwerken. Het hoerageroep rond Tommy Wieringa's "Dit Zijn De Namen", samen met het lovende juryrapport voor de Libris literatuurprijs, de publieksprijs voor de Gouden Uil, en de unaniem lovende kritieken in de pers deden me dan toch zwichten. En dan denk je, eindelijk iets uit eigen contreien dat de bleke middelmaat zal overstijgen, maar de realiteit is altijd lichtjes ontnuchterend. Lichtjes, want Wieringa's roman is niet slecht. 

Er zijn twee verhaallijnen die elkaar doorkruisen : een groepje vluchtelingen emigreert naar het "beloofde" land, en in hun doorkruisen van Oost-Europese steppes gaan ze van de ene ontbering naar de andere, en in de andere verhaallijn ontmoeten we een politie-inspecteur, Pontus Beg die zijn joodse roots ontdekt en een nieuwe identiteit zoekt in dat geloof. Uiteraard belanden de vluchtelingen uiteindelijk in het stadje waar Beg actief is en komen beide verhalen samen.

De thematiek en de structuur van het boek zijn sterk, zoals ook de beschrijving van de ontbering bij de vluchtelingen. Waar het een beetje mangelt is in de vanzelfsprekendheid waarmee dit alles gebeurt, de echte diepe gevoelens van de personages worden nergens echt uitgewerkt en uitgediept, of zeker niet sterk genoeg om echt mee te voelen met de personages, om onder hun huid te kruipen en echt mee te leven. Beg wordt jood alsof het een rationele keuze is die niets met geloof te maken heeft, de vluchtelingen creëren door de omstandigheden een vorm van bijgeloof of misschien zelfs een nieuw geloof, maar ook dit is eerder schetsmatig beschreven, alsof geen van de betrokkenen zich hier ook maar vragen bij stelt. 

Ook het personage van Beg is vreemd, hij heeft Confucius en Lao Tze gelezen, maar is even gewelddadig als corrupt, hij stelt zich vragen bij het leven maar aarzelt niet om zonder morele waarden te leven, of toch? De vrouwen zijn ook alle stereotiep afgebeeld : de hoer, de moeder, de vrouw ... Wieringa blijft steken in concepten, en slaagt er onvoldoende in om zijn personages persoonlijkheid te geven, om hen interessant of intrigerend te maken. 

Er wordt heel wat fysieke pijn geleden, maar de psychologie van de personages blijft oppervlakkig, alsof ze zelf niet worstelen met interne verscheurdheid of psychische pijn lijden. 

En voor een boek dat "het geloof" als thema heeft, is de benadering ook zeer oppervlakkig en eendimensionaal. Ook de schrijfstijl is vlak en beschrijvend, zonder karakter of "stem". Het eindresultaat is een middelmatige roman, die enkel een schouderophalende "tja" oproept, niet goed en niet slecht, en waar ging al die heisa eigenlijk over? 



Adam Johnson - The Orphan Master's Son (Black Swan, 2013) ***½


De roman speelt zich af in Noord-Korea, de communistisch fascistische dictatuur, met strafkampen waar niet enkel daders, maar ook de familie van daders de hongerdood sterven, waar stervenden leeg worden gebloed om plasma te hebben voor levenden, waar de leven honger leiden en elk minimaal comfort moeten missen, waar de hoofdstad enkel toegankelijk is voor wie een pasje bezit, waar luidsprekers verscheidene malen per dag uitschreeuwen wat de mensen moeten weten over hun goddelijke leider, over de nieuwe machinaties van de Verenigde Staten om hun paradijs omver te werpen, waar vrouwen aan mannen worden gekoppeld omdat de staat het zo beslist, waar apparatsjiks met hoge rang zelf hun vrouw mogen kiezen uit een aanbod van schoonheden, waar apparatsjiks dagelijks met de daver op het lijf door het leven gaan uit vrees voor een diepe val in ongenade, waar alle menselijkheid uit de samenleving geperst is, waar elk leefbaarheid verdwenen is, en waar de schijn wordt hoog gehouden dat dit de ideale maatschappij is.

In die samenleving baant Pak Jun Do zich een weg, als wees, als scheepsmaat, als nachtelijke kung fu geheim operator, als spion, als vervangingsechtgenoot van een in ongenade gevallen bons, als getrouwe van de Grote Leider zelve, die in de laatste hoodstukken zelf een prominente rol in het verhaal speelt.

Het verhaal is goed geschreven, bloedstollend van de wreedheid en meedogenloosheid, boeiend, met wisselende vertelperspectieven, inclusief hoofdstukken waarin de stem van het regime door de luidsprekers blaat en als een soort Grieks koor commentaar geeft bij de verhaallijn.

Maar tegelijk is het verhaal net iets té Hollywood-achtig, iets té Amerikaans, met een individu dat niet alleen van alle markten thuis is en de vreselijkste situaties overleeft, maar bovendien nog het regime verslaat - niets structureels echter, enkel persoonlijk - om voor zijn eigen waarden te kunnen opkomen, en zichzelf ook opoffert voor die waarden.

Het eindresultaat is dus gemengd - een mengeling van absolute horror en kolder, maar ik vrees zonder dat de auteur die kolder zo bedoeld heeft. En toch is dit boek meer dan het lezen waard.

Saturday, May 25, 2013

Ross MacDonald - The Underground Man (Penguin Modern Classics, 1971) **


Een tussendoortje. Politieroman. Begint goed, en wordt dan een ongelooflijke wirwar van relaties tussen alle personages die blijkbaar allemaal andere relaties hebben gehad in het verleden dan ze vandaag met elkaar hadden. Rap uitgelezen. In de categorie van politieromans in de middelmaat, denk ik.

Roberto Bolaño - The Insufferable Gaucho (New Directions, 2010) ****


Het is een beetje droevig. Dit was de enige proza-publicatie van Bolaño die nog ontbrak op mijn lijstje. Nu heb ik al zijn romans gelezen. Het droevige is dat er geen meer komen.

Maar "The Insufferable Gaucho" is het lezen waard, hoewel niet essentieel. Het titelverhaal gaat over een rijke advocaat die na een economische recessie naar het platteland gaat om te leven op zijn boerderij, en waar hij al evenmin past als in Buenos Aires. "Police Rat" wordte een politieverhaal gebracht vanuit het perspectief van een rat die politie-inspecteur is in de riolen, en waar een aantal bizarre moorden op ratten moeten worden opgelost.

Maar het grootste genot zijn Bolaño's essays op het eind van het boek : "Literature + Illness = Illness", of hoe schrijven de ziekte niet oplost, er geen zak aan verandert.

Aangrijpende tekstjes, zelfrelativerend en geestig, maar vooral aangrijpend.

"Needless to say, the consultation had not been reassuring, at all; the news my doctor had for me was unequivocally bad. I felt - I don't know - not exactly dizzy, which would have been understandable after all, but more as if everyone else had been stricken with dizziness, while I was the only one keeping reasonably calm and standing up straight, more or less. I had the impression that they were crawling on all fours, while I was upright or seated with my legs crossed, which to all intents and purposes is as good as standing or waling or maintaining a vertical position. I wouldn't, however, go so far as to say that I felt well, because it's one thing to remain upright while everyone else is on their hands and knees, and another thing entirely to watch, with a feeling I shall, for want of a better word, call tenderness or curiosity or morbid curiosity, while those around you are suddenly reduced, one and all, to crawling".

Of wat verder :

"When people are about to die, all they want to do is fuck. People in jails and hospitals, all they want to do is fuck. The helpless, the impotent, the castrated, all they want to do is fuck. The seriously injured, the suicidal, the impenitent disciples of Heidegger. Even Wittgenstein, the greatest philosopher of the twentieth century, all he wanted to do was fuck. Even the dead, I read somewhere, all they want to do is fuck. Sad to say and hard to admit, but that's the way it is".

Het concept van essay werd duidelijk geherdefinieerd door Bolaño tot een emotionele uitbarsting van woede en tederheid.

Zijn reflecties op Mallarmé en Baudelaire alleen zijn de aanschaf van dit boekje al waard.

Of nog deze over Kafka :

"Illness And Kafka

Elias Canetti, in his book on the twentieth century's greatest writer, says that Kafka understood that the dice had been rolled and that nothing could come between him and writing the day he spat blood for the first time. What do I mean when I say that nothing could come between him and his writing? To be honest, I don't really know. I guess I mean that Kafka understood that travel, sex, and books are paths that lead nowhere except to the loss of the self, and yet they must be followed and the self must be lost, in order to find it again, or to find something, whatever it may be - a book, an expression, a misplaced object - in order to find anything at all, a method, perhaps, and, with a bit of luck, the new, which has been there all along".

Om het cynisch te zeggen : Bolaño's leverziekte heeft hem ertoe aangezet om als een bezetene romans te beginnen schrijven, om zijn kinderen Lautaro en Alexandra iets te kunnen nalaten, niet de woorden van zijn poëzie, maar wel de centen van nog te verschijnen romans. Als iemand kan schrijven over de macht van ziekte, over ziekte en schrijven, dan is hij het wel.

En alles wat hij heeft geschreven, is het lezen meer dan waard, zegt een onvoorwaardelijke fan.



J.M. Coetzee - The Childhood Of Jesus (Harvill Secker, 2013) ****


Coetzee blijft verbazen. Ook met "The Childhood Of Jesus", een roman waarin Jezus niet aan bod komt, laten we dat meteen duidelijk maken, maar waarin een jongetje van vijf (David) samen met een oudere man (Simon) met de boot aankomt in een land waar iedereen welwillend is, openlijk begaan met hun welzijn, maar dat mank loopt van de onduidelijkheden en kafkaiaanse bureaucratie.

De wereld waarin ze terechtkomen is irreëel, een soort beloofde land, waarin alles gratis is, waarin arbeiders filosoferen en studeren in de avondschool, waar iedereen gratis eet in gemeenschappelijke cafetaria's, waar vreemdelingen worden opgevangen, maar waar op het eerste zicht een monotone droefheid heerst, en weinig levensvreugde. Toch is alles ook bevreemdend en irrationeel, zelfs door een teveel aan logica (maar soms ook door een gebrek eraan). De normale zaken van het leven worden in vraag gesteld, en de bijna natuurlijke gang van zaken onmogelijk gemaakt door een overdaad aan rationalisering.

Om enkele voorbeelden te geven over seks :

"Between a man and a woman' he says at last, 'there sometimes springs up a natural attraction, unforeseen, unpremeditated. The two find each other attractive or even, to use the other word, beautiful. The woman more beautiful than the man, usually. Why the one should follow from the other, the attraction and the desire to embrace from the beauty, is a mystery which I cannot explain except to say that being drawn to a woman is the only tribute that I, my physical self, know how to pay to the woman's beauty. I call it a tribute because I feel it to be an offering, not an insult'. 
He pauses. 'Go on', she says. 
'That's all I want to say'. 
'That is all. And as a tribute to me - an offering, not an insult - you want to grip me tight and push part of your body into me. As a tribute, you claim. I am baffled. To me the whole business seems absurd - absurd for you to want to perform, and absurd for me to permit".

Wanneer hij dan uiteindelijk overweegt naar een bordeel te gaan, en hier met één van zijn nieuwe collega havenarbeiders over spreekt, die ook 's avonds filosofie studeert :

'Don't you and your friends use them? What do you do about - what shall I call them? - physical urges? 
'Physical urges? Urges of the body? We were disussing those in class. Would you like to hear what conclusion we came to? 
'Please'
'We started by noting that the urges in question have no specific object. That is to say, it is not some particular woman towards whom they impel us but towards woman in the abstract, the womanly ideal. Thus when, in order to still the urge, we resort to a so-called recreation centre, we in fact traduce the urge. Why so? Because the manifestations of the ideal on offer at such places are inferior copies; and union with an inferior copy can only leave the searcher disappointed and saddened".

In deze vreemde wereld, wordt het jongetje toevertrouwd aan Inés, één van de eerste vrouwen die ze tegenkomen, en van wie Simon beweert dat ze Davids moeder is, en vreemd genoeg, aanvaard Inés deze gedachtegang, hoewel iedereen weet dat die onwaar is. David ontwikkelt zich als een superintelligent, vriendelijk maar nukkig kind, wiens manier van denken elke interactie met zijn omgeving, te beginnen met zijn leerkrachten, onmogelijk maakt. Om hem te helpen, willen de schoolinstanties hem naar een internaat zenden, waar hij beter begeleid zal worden. Om aan deze dwang te ontsnappen, vluchten Simon, David en Inés naar het noorden.

Er zijn geen andere woorden voor te vinden dan "bizar". De wereld, de mensen, de dialogen, de plot, de ontwikkeling van de plot, het einde. Het geheel is geniaal ineengeknutseld met een perfect evenwicht van filosofie en karakters en vertelling, samen met een schitterend gevoel voor tempo. Een boek dat zeker bijblijft en meteen aanzet tot herlezen, niet enkel om te proberen het verhaal beter te begrijpen, maar ook voor Coetzee's heerlijke stijl.

Russell Banks - Lost Memory Of Skin (Clerkenwell Press, 2013) ****


"The Kid" is verdoordeeld wegens seksuele omgang met een minderjarige en met een enkelband terug in de samenleving gebracht, verplicht op meer dan 2500 meter te wonen van scholen, sportcentra en andere plekken waar kinderen wonen. Hij belandt net als een aantal andere seksveroordeelden op een eiland dat een brug in Florida ondersteunt. Hun wereld is er één van verworpenen, van mannen die gruwelen van zichzelf en zeker van de anderen, met wie ze eigenlijk niets te maken willen hebben, maar veel keuze hebben ze niet. The Kid is een eenzaat, hoewel vergezeld van een volwassen iguana die Iggy heet. The Kid is eigenlijk meer een slachtoffer dan een dader, opgegroeid zonder vader, onder de twijfelachtige zorg van een promiscue moeder. En nu heeft hij geen enkele mogelijke toekomst meer.

"They give themselves or each other names that are not the names they're known by on the National Sex Offenders Registry. There's the Rabbit and Plato the Greek and Paco the biker-bodybuilder and P.C. the coach and Ginger and Froot Loop and probably by now Lawrence Somerset is no longer Lawrence Somerset, the Kid thinks and wonders what the creep is calling himself now that he's had a few days to ditch his old name.(...) There's something tainted about their old names, their real names, something shameful about them or at best embarrassing and controlling so that a new name like Kid or Paco or Ginger or even a weird name like Froot Loop can be liberating in a small way".

De dagelijkse leegheid wordt doorbroken door een professor sociologie, een specialist in daklozen, die nu de kleine gemeenschap wil gebruiken als deel van zijn onderzoek, en vanuit dat perspectief de Kid wil ondervragen.

Ondanks de marginaliteit en de sociale context van het onderwerp, slaagt Banks erin een ongelooflijk sterke en authentieke stem te geven aan zijn hoofdfiguur, wiens gedachten en gevoelens perfect zijn weergegeven in de stijl en toon die Banks gebruikt.

"The Kid tries convincing the Professor that it's a dumb idea to try to get his neighbors to meet together but the professor doesn't listen which the Kid has decided is typical of him and maybe typical of all professors although this is the only real professor he's ever actually met in person. Assuming he is a real professor because you can't be sure that anybody is what he says he is. Or she. He's remembering the night he got busted and the watery feeling he got all over his body when he realized that nothing was what he thought it was and no one was who he and she claimed to be".

Een heel sterk en aangrijpend verhaal, dat in mijn ogen nog sterker was geweest had Banks zich enkel beperkt tot het perspectief van de Kid, in plaats van halverwege het boek ook te beginnen vertellen vanuit het perspectief van de Professor. Maar goed, je kan niet alles hebben.



Monday, April 15, 2013

Amos Oz - Scenes From Village Life (Vintage, 2012) ****


Amos Oz is één van Israels betere schrijvers, en deze bundel kortverhalen doet zijn reputatie alle eer aan. Zoals de titel het zegt, vindt elk verhaal plaats in Tel Illan, een waarschijnlijk fictief dorp, en raken de levens van de opeenvolgende hoofdpersonages elkaar zijdelings.

Oz schrijft met een verrassende eenvoud over de soms diepe angsten en verlangens van de inwoners van dit dorpje, die aan de oppervlakte een redelijk normaal leven leiden, zoals dorpsarts, lerares, immobiliënhandelaar. Enkel de ouderen spreken expliciete taal, alle anderen bewegen zich als evenwichtskunstenaars tussen heden en verleden, tussen raciale en religieuze en politieke meningsverschillen, en diep onder al deze kwetsbare relaties is een duistere diepte die niemand durft te benoemen.

"Singing", het voorlaatste verhaal eindigt met de zin "I had no further reason to turn my back to despair. So I got down on my hands and knees at the foot of the double bed and, rolling back the bedspread, I tried to grope with the pale beam of my torch into the dark space underneath".

of in "Lost" : "Once when I was eight or nine my father shut me up in the toolshed in the garden for an hour or two because I broke a thermometer. I can still remember the fingers of cold and darkness groping at me as I huddled like a foetus in a corner of the shed. The curved passageway had three closed doors apart from the one we had come through. Indicating one of them, Yardena said that it led down into the cellar and asked me if I wanted to go down and see it. 
'You're not afraid of cellars, are you?'
'No, I'm not, but if you don't mind, maybe we'll skip the cellar this time'.

of in "Digging", wordt een oude man elke nacht wakker van een vreemd geluid onder de vloer. "In the night, at two or two-thirty, woken again by tapping, scraping and digging sounds, the old man got out of bed (he always slept in his long johns), and felt for the torch he had put out specially and the iron bar he had found in one of the sheds, his feet groping in the dark like blind beggars for his slippers".

Ongeacht het verhaal, is er iets fouts, in hun persoonlijke geschiedenissen, met hun geweten, met hun oplossingen.

Subtiel en meesterlijk verteld.


Michael Chabon - Telegraph Avenue (Harper, 2012) ***½


Zonder enige twijfel is Michael Chabon een stilistisch genie. Hij kan zich zowat elke vorm eigen maken en die een boek lang volhouden, zonder te verzwakken. Iedereen die al eens heeft geschreven kan enkel verbluft zijn over de vorm van de zinnen die uit Chabons pen vloeien, en op zelfs één van die zinnen zou ik jaloers zijn en er waarschijnlijk zelf een week op zitten werken, maar bij Chabon zijn het er duizenden, de een na de ander.

Deze roman heeft qua vorm een hoog Pynchon-gehalte. Je wordt als lezer meteen in de actie geworpen en zonder enige voorkennis ontrolt de plot zich rond de personages die verwikkeld zijn in vele verhaallijnen tegelijk, om maar te zwijgen van het rijke taalgebruik en de ellenlange zinnen.

Het verhaal gaat om een bevriend Joods en Afro-Amerikaans koppel, van wie beide vrouwen (Gwen en Aviva) als vroedvrouwen werken en de mannen (Archie en Nat) houden een tweedehands vinyl soul en jazz-platenzaak open. Hun wereld dreigt uit elkaar gerukt te worden door de komst van een nieuwe mall, die gesteund wordt door de zwarte financier en ex-quarterback Gibson Goode, waar uiteraard een veel grotere platenzaak zal komen. Als Afro-Amerikaan wordt Archie gevraagd om de nieuwe moderne winkel open te houden.

Hoewel een realistische setting, gaat Chabon in overdrive door een boel bijkomende subplots en karakters, inclusief een kung-fu filmvedette als grootvader voor het onechte kind dat Archie plots in zijn schoot geworpen krijgt, een orgelspelende souljazz muzikant die verpletterd wordt door zijn instrument en een tocht in een zeppelin.

En natuurlijk de "americana" nodig voor de scene-setting "Along with the backyard coops of heirloom laying hens, the collectively owned pizzerias, the venerable Volvos that had rolled off the line at Torslanda before ABBA first went gold, the racks of Dynaco tube amplifiers, the BPA-free glass baby bottles, and the ramshackle wonderland known as the Adventure Playground, one minor component in the patchwork of levees erected by citizens of Berkeley, California, in their ongoing battle to defend their polder against the captitalist flood tides of consumerist uniformity, was a telephone hanging on the wall of the Jaffe familiy's kitchen, a model 554 with a rotary dial, smiley-face yellow, its handset connected to its plastic shell by a snaking twenty-foot helix of yellow cord, kinked by old and unsolvable knots." en dit enkel als intro voor een telefoongesprek. Vrijgevig met woorden. Zeer vrijgevig met woorden om het plezier van de taal zelf.

Of bij aankomst van Gwen bij haar huis na haar werk : "The BMW pulled up to the house and then sat, lights lit, engine heat troubling the atmosphere above its hood, windshield glossy gray-blue blank of reflected sky. Daylight was taking its sweet time fading into dusk, and the street at suppertime seemed to be holding its breath, torn in to patches of deep shadow and sunshine, motionless but for the little white moths stitching their loopy crewelwork in the honeysuckle. In the sandpit of the tiny playground, dozens of toy vehicles and appliances lay bleached and upended, primary-colored plastic ruins as of some toddler cataclysm".

Beide zoons van het bevriende koppel blijken dan ook nog gek op film en op elkaar.

Ondanks alle verbale krachtpatserij, en echte krachtpatserij tussen de verschillende karakters, is het in se een vriendelijk boek, over menselijke relaties en diepere waarden dan die van geld en eigen ras of godsdienst, over de mogelijkheden en onmogelijkheden van het doorbreken van verwachtingen. En misschien denkend aan de filmversie van het boek, eindigt het allemaal op een positieve en verzoenende toon. De humoristische toon maakt het geheel nogal emotioneel afstandelijk, hoewel sommige passages wel diep raken, zoals het gevecht van de vroedvrouwen op een baby ter wereld te brengen, of de onmogelijke communicatiestoornissen tussen Titus en zijn vader Archie, als die tussen Archie en zijn vader Luther.

Wat me altijd schokt in Amerikaanse boekhandels is de scheiding tussen zwarte en blanke literatuur, alsof die in aparte vakken thuishoren. Chabons roman vond ik uiteraard bij de "blanke" literatuur, maar hij had evenzogoed bij de zwarte literatuur kunnen staan.


Sunday, April 14, 2013

Joël Dicker - La Vérité Sur L'Affaire Harry Quebert (Editions de Falloy, 2012) **


Net zoals bij vorige literaire prijzen, heb ik me nu ook laten vangen voor de aankoop van "La Vérité Sur L'Affaire Harry Quebert". Grand Prix de L'Académie Française, Prix Goncourt des Lycéens, derde plaats voor de echte Prix Goncourt en als je dan het boek leest, dan vraag je je af of de Franse literatuur soms een dieptepunt heeft bereikt en er echt niets beters gepubliceerd werd.

De roman speelt zich af in de Verenigde Staten, waar de jonge schrijver Marcus Goldman het verhaal vertelt van zijn vriendschap en wedervaren met de geslaagde schrijver Harry Quebert. Goldman worstelt met writer's block na zijn succesvolle debuutroman, maar heeft wel contractuele verplichtingen jegens zijn uitgever. Quebert is een gevierd auteur die wordt gearresteerd als in zijn tuin het stoffelijk overschot wordt gevonden van Nola Kellergan, een jonge vrouw die dertig jaar eerder verdween. Goldman goes to the rescue.

Het is een politieroman, maar dan één in literaire vorm. Quebert blijkt een soort Nabokov en Humbert Humbert tegelijk te zijn, en beide verhaallijnen van Marcus vandaag en van Quebert in het verleden schuiven als twee tegensgestelde driehoeken netjes in elkaar. Het boek zit vol structurele en organisationele spitsvondigheden, maar het boeit absoluut niet. De ik-persoon is een totaal oninteressante pocher van wie je hoopt dat hij snel ook vermoord wordt, wat jammerlijk genoeg niet gebeurt, en Quebert zelf is een watje dat niet durft opkomen voor zijn rechten. Ook de andere figuren zijn vlak en saai en stereotiep en voorspelbaar.

Het is bovendien stilistisch zwak, met eindeloze dialogen die weinig realistisch zijn, maar het filmisch gehalte van het boek verhogen.

Ik kan het alleen maar eens zijn met de recensie in Le Monde "un honnête polar, dont la présence sur les listes automnales est un mystère plus épais que celui qui nourrit son intrigue". Je kan hem dus inderdaad als een politieroman lezen, maar dan een van het middelmatige soort.

Colm Tóibín - The Testament Of Mary (Scribner, 2012) ****½


Ik weet niet wat het is met de Bijbelse figuren die mijn leven kruisen de laatste tijd. Ik heb pas deze "The Testament Of Mary" gelezen, of de nieuwe JM Coetzee "The Childhood Of Jesus" verschijnt - en binnenkort ook hier gerecenseerd.

"The Testament Of Mary" is een prachtige novelle van een tachtigtal bladzijden, geschreven met de fluwelen pen van de Ierse schrijver Colm Tóibín, van wie ik tot nu enkel "The Heather Blazing" had gelezen.

Op een bijna poëtische manier beschrijft Tóibín het leven van Jezus vanuit het perspectief van Maria, die de transformatie bij haar zoon opmerkt en zich zorgen maakt, die merkt hoe hij verandert en hoe mensen die ze niet kent naar hem vragen en hem op handen dragen, die zoon die ze niet langer kent ....

"I lived mostly in silence, but somehow the wildness that was in the very air, the air in which the dead had been brought back to life and water changed into wine and the very waves of the sea made calm by a man walking on water, this great disturbance in the world made its way like creeping mist or dampness in the two or three rooms I inhabited".


... maar ook liefheeft tot de dood.

"Thus the busy hill, so filled not long before with smoke and shouting, with cruelty and hard faces, now became a soft place for weeping. We held him and touched him, he who was both heavy and weightless, the blood all gone from his body, his body like marble or ivory in its rich paleness. His body was growing stiff and lifeless but some other part of him, what he had given us those last hours, what had come from his suffering, remained in the air around us like something sweet to comfort us".

Mary overschouwt de gebeurtenissen vanuit stilte, de onmogelijkheid om in te grijpen als ze alles fout ziet lopen met haar zoon van wie ze houdt. Een schitterend boekje dat je leest met een krop in de keel, ondanks het feit dat je de gebeurtenissen uiteraard kent. Respectvol en teder en prachtig geschreven.

Sterke aanrader.


Roberto Bolaño - Woes Of The True Policeman (FSG, 2012) ****


"Woes Of The True Policeman" is het posthuum uitgegeven laatste werk van de Chileense meester, samengesteld uit fragmenten die op zijn computer en in schriftjes gevonden werden, maar ondanks dit puzzelwerk is het geheel toch vlot leesbaar. Bolaño's werk is sowieso al vaak schetsmatig, snel geschreven, ogenschijnlijk met de losse pols en in het moment.

De roman is een soort voorbereiding van zijn lijvige "2666", en speelt zich deels af in Barcelona in Spanje en in Santa Teresa in Mexico. Ook hier vinden we Oscar Amalfitano terug, de schrijver Arcimboldi, wiens fictieve oeuvre hier onder de loep wordt genomen. Amalfitano is met zijn dochter Rosa gevlucht uit Spanje, na een schandaal aan de universiteit waar hij professor literatuur was. Hij vindt een kluizenaarsplek als professor in het noorden van Mexico, bij de Amerikaanse grens, bij de woestijn van Sonora, in een stadje dat duidelijk door god en elk moreel besef verlaten is,en waar jonge vrouwen worden vermoord. En net zoals vele van zijn romans, gaat ook dit boek over literatuur, over literatuur en samenleving, over de rol en de taak van de schrijver en dichter.

De "true policeman" is de schrijver, die op zoek moet gaan naar wat er nu gebeurt in de roman, en voor Bolaño was literatuur een vorm van misdaad, tegen het regime, tegen gevestigde waarden.

Bovenal is dit opnieuw een heerlijke brok lektuur. Want zeg nu eerlijk, wie anders dan Bolaño kan volgende tekst geschreven hebben.

"The root of all my ills, thought Amalfitano sometimes, is my admiration for Jews, homosexuals and revolutionaries (true revolutionaries, the romantics and the dangerous madmen, not the apparatchiks of the Communist Party of Chile or its despicable thugs, those hideous gray beings). The root of all my ills, he thought, is my admiration for a certain kind of junkie (not the poet junkie or the artist junkie but the straight-up junkie, the kind you rarely come across, the kind who almost literally gnaws at himself, the kind like a black hole or a black eye, with no hands or legs, a black eye that never opens or closes, the Lost Witness of  the Tribe, the kind who seems to cling to drugs in the same way that drugs cling to him). The root of all my ills is my admiration for delinquents, whores, the mentally disturbed, said Amalfitano to himself with bitterness. When I was an adolescent I wanted to be a Jew, a Bolshevik, black, homosexual, a junkie, half-crazy, and - the crowning touch - a one-armed amputee, but all I became was a lterature professor. At least, thought Amalfitano, I've read thousands of books. At least I've become acquainted with the Poets and read the Novels. (The Poets, in Amalfitano's view, were those beings who flashed like lightning bolts, and the Novels were the stories that sprang from Don Quixote). At least I've read. At least I can still read, he said to himself, at once dubious and hopeful."

Getormenteerde zielen in een zieke samenleving, gevangen op plekken waar "de lust om te doden even groot is als de lust om te leven".

Zoals gebruikelijk bij Bolaño : niet te missen voor de fans, ook al zal het bekend voorkomen bij wie "2666" al heeft gelezen. Zelfs een half afgewerkt boek van de meester is nog altijd beter als een afgewerkte roman van één van onze prijswinnende schrijvers.

De resultaten van onze fantasie

Een boek gekregen van de kerstman, het andere recent op de kop getikt en beide geven een beeld van waar de menselijke fantasie doorheen de eeuwen en over de wereld verzon in de schemerzonen van het bestaan. 

Christopher Dell - Monsters - Een Bizar Bestiarium (Fontaine, 2010)


"Monsters" geeft een prachtig geïllustreerd overzicht van monstrueuze goden, titanen, Azteekse gruwelen, satan, demonen, golems, eenhoorns, westerse en oosterse draken, lindwurmen en roks, zeemonsters, meermonsters, watergeesten, kappa, sirenen, zeemeerminnen, weerwolven, de minotaurus, dierlijke monsters, kwelgeesten, nachtmerries, niet-doden, sfinxen, cryptiden. Weinig tekst, veel mooie platen en vooral een visuele weergave van de angst doorheen de geschiedenis.


Guido Derksen, Martin van Mousch & Jop Mijwaard : Geïlllustreerde Atlas Van Het Hiernamaals (Nieuw Amsterdam, 2010)


De "Atlas van het Hiernamaals" is inderdaad wat het zegt. De Atlas geeft landkaarten van het hiernamaals zoals ze kunnen worden opgemaakt uit de teksten van de oude godsdiensten. Van de mesopotamische onderwereld, over de klassieke onderwereld, Avalon, Walhalla en de hel, maar ook plekken als Luilekkerland en het Pays de Cocagne, de barokke hel, het hiernamaals van Swedenborg, komen we tot het hedendaagse hiernamaals, dat op grappige wijze het plan is van een metronetwerk in een stad, met elk station dat de veelheid van onze hedendaagse denken biedt.

De grafische weergave in de Atlas zijn natuurlijk geestig bedoeld, maar ze bieden een prachtige geografische "infographic" van de teksten die wel in de diepte een overzicht geven van wat elk van de besproken godsdiensten dacht over het leven na de dood.


Twee hebbedingen.




Stephen Greenblatt - The Swerve (Norton, 2012) ****


In "The Swerve" beschrijft Stephen Greenblatt het leven van de vijftiende-eeuwse boekenjager Poggio Bracciolini, die tevens secretaris van Paus Johannes XXIII was. Deze laatste, zoon van een Italiaanse piraat, werd afgezet wegens corruptie en immoreel gedrag, zoals onder andere het heffen van belastingen op gokken en prostitutie, geld dat in zijn eigen zak verdween. Hij werd tevens beschuldigd van verkrachting, overspel (!), incest en sodomie, en van de vergiftiging van zijn voorganger Paus Alexander V. Zijn naam werd uit alle kerkelijke annalen geschrapt waardoor de naam weer vrijkwam voor de paus die we kennen uit vorige eeuw.

Poggio die een meesterlijk copiist was, vond in een Duitse abdij wat waarschijnlijk het laatst overblijvende manuscript was van Lucretius' "De Rerum Natura", geschreven in de eerste eeuw voor Christus en die ongelooflijk eigentijdse ideeën van het universum had. De essentie ervan was :

1. Alles bestaat uit onzichtbare deeltjes die ondeelbaar zijn en die constant met elkaar in beweging zijn en zo vorm geven aan alles wat bestaat
2. Deze elementaire bestanddelen zijn eeuwig
3. Deze deeltjes zijn in beweging in een eindeloze leegte
4. De natuur experimenteert eindeloos. De natuur kent geen schepping en alles wat bestaat, ook mensen en dieren, zijn het resultaat van een lang proces van "trial and error"
5. De menselijke samenleving is niet ontstaan uit een paradijselijke omgeving maar door een harde strijd om te overleven
6. De ziel gaat dood, er is geen leven na de dood
7. Alle godsdiensten zijn bijgelovige waangedachten
8. Alle godsdiensten zijn zonder uitzondering wreed
9. Het hoogste doel in het menselijk leven is de verhoging van het genot en het vermijden van pijn
10. Het grootste obstakel om genot te bereiken is niet pijn, maar waangedachten.

Vele elementen van Lucretius grijpen terug naar Epicurus en Democritus.

Het simpele feit dat Poggio dit manuscript liet copiëren in vele exemplaren, alleen voor de schoonheid van de Latijnse verzen waarin ze waren opgesteld, zorgde voor een verandering in het denken bij de intelligentsia in Europa. Greenblatt geeft dan een schitterend overzicht hoe het "atomisme" van Lucretius werd overgenomen door andere denkers en schrijvers, maar ook formeel aangevallen door de kerk en de inquisitie.

Thomas More, Montaigne, Shakespeare, Giordano Bruno vermelden Lucretius' werk, en later Hobbes, Spenser, Bacon. Copernicus en Galilei werden ervan beschuldigd volgelingen van het atomisme te zijn. De Amerikaanse presidenten Thomas Jefferson en John Adams vermelden Lucretius' inzichten zelf in hun correspondentie met elkaar. Maar Greenblatt geeft ook een overzicht van minder gekende, maar daarom niet minder invloedrijke, volgelingen en opposanten.

Kortom, Greenblatt geeft een schitterend relaas over een gedicht dat bijna verdwenen was en voornamelijk door zijn vorm als gedicht erin slaagde om de tand des tijds te doorstaan, ook nadat het bestreden werd. De eerste vertaling in het Engels kwam er bijvoorbeeld door een zekere Lucy Hutchinson, die het vertaalde wegens de schoonheid van de poëzie, maar die achteraf de inhoud verwenste en haar manuscript wilde verbranden.

Een aanrader.

Saturday, April 13, 2013

Duiken in de bijbel

Ondanks mijn katholieke opvoeding - met wekelijkse kerkgang, katholieke scholen en dergelijke - heb ik pas tijdens het verplichte vak godsdienst tijdens het laatste jaar universiteit geleerd dat alle evangelies elkaar tegenspreken, niet alleen in de beschreven feiten, maar ook in hun visie en doel. Na tweeëntwintig jaar indoctrinatie - niet dat ik op dat moment nog gelovig was - vond ik het verrassend dat geen enkele priester of leraar godsdienst ooit op deze contradicties gewezen had. Ik voelde me terecht bekocht.

Via Amazon heb ik nu een reeks mogelijk interessante boeken over de evangelies van Johannes gekocht, omdat deze tekst als laatste werd geschreven en ook één van de meest invloedrijke werken is geweest in onze wereldgeschiedenis. Geschreven tussen het jaar 90 en 100, geeft de auteur, die in feite onbekend is, een biografie van Jezus, die slechts als doel heeft om de mensen - joden en niet-joden - ervan te overtuigen om onvoorwaardelijk te geloven en zo het eeuwig leven te verdienen.

Het probleem met de aanschaf van dit soort werken is dat je nooit weet hoe wetenschappelijk de auteur zelf te werk gaat, dan wel of hij of zij ook "de boodschap" wil uitdragen. Mijn keuze bleek echter nog mee te vallen.


Ruth Edwards - Discovering John (SPCK, 2003) 


Een goede introductie tot het evangelie van Johannes. De auteur geeft een systematische benadering van de verhalen, van de karakters, van het mogelijke doel, plaats en auteur. Zoals de titel aangeeft, een handige gids om Johannes te ontdekken.


D. Moody Smith - The Theology Of The Gospel Of John (Cambridge, 1995)



D. Moody Smith geeft een gelijkaardig overzicht, maar focust zich toch vooral op de specifieke geloofsopvatting die uit het evangelie van Johannes spreken, en hoe die anders zijn dan de andere evangelies of dan het Oud Testament. Een evenwichtige en interessante inleiding tot dit stuk van het Nieuw Testament.


Raymond E. Brown - The Community Of The Beloved Disciple (Paulist Press, 1979)

De auteur onderzoek tot wie het evangelie van Johannes zich richt. Hij gaat ervan uit dat er een Johannes-gemeenschap was die afgescheiden was van andere christelijke splintergroepen, en het waren er al heel veel tegen het eind van de eerste eeuw. Het boek is net om dat overzicht interessant. Het verhaal van Jezus sloeg aan, en iedereen maakte er zijn eigen ding van. Vele van die tientallen gemeenschappen zijn naderhand verdwenen of opgenomen in de traditionele Kerk.


Richard Bauckham - The Testimony Of The Beloved Disciple (Baker Academic, 2007)

Een erudiet werk met zeer veel citaten in het Hebreeuws en het Grieks. Hoe geloofwaardig alles is, is met mijn beperkte kennis moeilijk in te schatten, maar Bauckhams relaas over de geheime numerologie in het evangelie van Johannes lijkt me wat overdreven. Wie cijfertjes zoekt, vindt ze wel.


J. Albert Harrill - Paul The Apostle (Cambridge, 2012)


Een interessant boek dat het leven van de "apostel" Paulus vertelt, de Joodse vervolger van de Christenen die door een visioen van Jezus van zijn paard wordt gebliksemd en tot bekering komt. Hij heeft Christus nooit ontmoet, maar meent wel meer recht van spreken en prediken te hebben dan Simon Petrus en Jezus' broer Jacob, met wie hij overigens meer dan een conflict heeft gehad. Paulus trekt naar Griekenland, Turkije en uiteindelijk naar Rome om zijn visie van het geloof uit te dragen, voornamelijk dan naar niet-Joden.

Harrill brengt eerst de historische Paul tot leven, en nadien de legende Paul. Het is vooral deze laatste die de Kerk heeft aangesproken.


Het zou de Kerk en het katholiek onderwijs sieren mocht veel van bovenstaand materiaal ook onderwezen worden. Vandaag worden gelovigen opzettelijk onwetend gehouden over de oorsprong, tegenstrijdige doelstellingen en wereldvisies die in de evangelies staan. Dit blijven verzwijgen is niets minder eerloze en schaamteloze manipulatie.


Martin Goodman - Rome & Jerusalem (Penguin, 2008) ****


Na het lezen van Montefiore's meesterlijke "biografie" van Jeruzalem, zag ik dit boek liggen ergens in een luchthavenboekhandel en nam het meteen mee. Niet zo overweldigend als Montefiore's boek, maar het ligt er niet ver onder. De verwoesting van Jeruzalem in het jaar 70 is het scharniermoment waar dit hele boek rond geschreven is, en het beschrijft hoe Rome en Jeruzalem elk langs hun kant naar dit moment toegroeiden,  en het verhaalt hoe beide volkeren, Romeinen en Joden in de eeuwen na dit moment historisch verstrengeld werden, met het christendom dat er als derde partij dan nog bijkwam. Een vlot geschreven en indrukwekkend gedocumenteerde klepper van zeshonderd bladzijden.

Goodman zelf is historicus en editor van de Journal of Roman Studies én van de Journal of Jewish Studies, en professor aan de universiteiten van Cambridge en Oxford.


Tessel Jonquière - Flavius Josephus (Atheneum, 2009) **


Ter vergelijking is dit korte boekje over Flavius Josephus, de joodse geschiedschrijver die in de context van de verwoesting van Jeruzalem in het jaar 70 van kant veranderde en voor de Romeinen ging werken, een beetje mager. Het boek focust op Josephus en zijn geschriften : "Antiquitates", "De Bello Judaico", "Contra Apionem". Uit zijn autobiografie "Vita", blijkt wat een lafaard de man moet geweest zijn, hoewel dat niet met zoveel woorden door Jonquière wordt beschreven.

Josephus is ook de enige historisch bron buiten het Nieuw Testament die over Jezus schrijft, in een korte vermelding over zijn broer Jacob.

Interessant boekje op zich, maar Goodmans boek is de echte aanrader.


Sunday, December 30, 2012

Boeken van het Jaar

2012 was een zwak jaar op romanvlak. Ik heb ongeveer een 50-tal boeken gelezen, maar toegegeven, ik heb ze ook niet allemaal uitgelezen.

Het beste wat ik las was non-fictie of vertalingen van eerder uitgegeven werk.


De top 10 is dan ongeveer als volgt

  1. Julian Barnes - The Sense Of An Ending 
  2. Simon Sebag Montefiore - Jerusalem
  3. Edmund de Waal - The Hare With The Amber Eyes
  4. Daniel Kahnemann - Thinking, Fast And Slow
  5. Roberto Bolaño - The Secret Of Evil 
  6. Jeffrey Eugenides - The Marriage Plot
  7. Jennifer Egan - A Visit From The Goon Squad
  8. John Banville - Ancient Light
Ik kan uiteraard ook Mario Vargas Llosa's "Conversation In The Cathedral" aanbevelen, net zoals andere werken van Bolaño en de verzamelde kortverhalen van Hanif Kureishi; maar van de nieuwe oogst kan ik niet meer dan deze acht boeken aanraden. De nieuwe Michael Chabon ben ik aan het lezen en de nieuwe David Eggers staat op mijn lijstje.

En Nederlandstalige romans? Ik heb Post Mortem van Peter Terrin niet gelezen, maar ik zal het doen, ondanks mijn leesfrustratie van de voorbije jaren over de middelmatigheid van onze eigen literatuur. Ook Jeroen Brouwers Bittere Bloemen staat op mijn lijstje. De spontane honger om in mijn eigen taal te lezen is wat gestild. Hebben we nog schrijvers? 

Ook de Franse winnaar van de Grand Prix de l'Académie Française, Joël Dicker met "La Vérité Sur L'Affaire Harry Quebert" en - eindelijk - ook Jonathan Littells "Les Bienveillantes" liggen op het nachtkastje. Die had ik gehoopt tijdens deze kerstvakantie nog te lezen, maar dat is dus niet gelukt. 



Wednesday, December 26, 2012

Deborah Levy - Swimming Home (Faber & Faber, 2012) **


Nog een roman die op de Man Booker Prize longlist stond, een lijstje waar ik dus ook al voor moet waarschuwen.

Twee oudere koppels huren een villa in het zuiden van Frankrijk. Een TV-journaliste/oorlogscorrespondente (Isabel) en een gevierd dichter (Joe) pogen hun relatie weer op te bouwen, en de houders van een Londense antiekzaak (Mitchell en Laura) zijn bijna bankroet. De dochter van het eerste koppel (Nina) is mee op vakantie.

Naast hen woont een Britse psychiater op rust (Dr. Sheridan).

Ze vinden een roodharig meisje in hun zwembad (Kitty Finch) die een geheim heeft en er bij momenten nogal eigenzinnige of bizarre gedragingen op na houdt. Haar aanwezigheid ontwricht de plannen van de vakantiegangers, niet enkel letterlijk, maar ook in de manier waarop die zichzelf en hun leven benaderen.

Elk personage is nogal symbolisch en ééndimensioneel, de koele rationele Isabel, de romantische getormenteerde dichter Joe, de zakelijke Mitchell, de misanthrope Dr. Sheridan, de op seks beluste jonge Claude (van wie bij herhaling wordt gezegd dat hij op Mick Jagger lijkt), de vergeetachtige junk Jürgen.

Het thema draait rond geestesziekte en depressie, maar op geen enkel moment komt de auteur zelfs maar in de buurt van wat mentale stoornissen betekenen. Het is een burgerlijke spielerei, een potentieel donker gegeven dat wordt opgediend als doordeweekse lichte kost, en dat met veel pretentie.

Man Booker Prize? Ik hoop het niet.

Ian McEwan

Omdat ik "On Chesil Beach", "Saturday", "The Atonement", en "For You" zo sterk vond, heb ik beslist om alle romans van Ian  McEwan te lezen.

Zijn eerste romans zijn luguber, knap verteld en met personages die psychisch verscheurd zijn door duidelijke of minder duidelijke redenen. De verhaallijnen zijn nogal direct en extreem, en in die zin minder realistisch dan zijn latere romans. Toch zijn beide aan  te bevelen.

Ian McEwan - The Cement Garden (Vintage, 1978/1997) ***½



In "The Cement Garden" groeien vier kinderen op zonder ouders, nadat ze hun moeder in de kelder hebben begraven. Jack, de ik-figuur, is een veertienjarige die hun relaas doet op een soms lakoniek manhaftige, maar ook onschuldige manier van een jongen van die leeftijd. Omdat de kinderen nogal sterk in leeftijd verschillen, en als gezin samen willen blijven, verstoppen ze het overlijden van hun moeder voor de buitenwereld.

Dit basisgegeven zorgt voor een klein onderzoek naar moraliteit, of hoe kinderen zonder begeleiding zelf met goed en kwaad omgaan. Een soort "Lord Of The Rings" maar dan binnen een gezinssituatie, met de oudere zus die de anderen aanzet tot orde en correct gedrag, maar zonder er zich zelf veel aan te storen. Het jongste zoontje kan zelfs gekleed gaan als meisje want dat heeft hij liever.

De relaties tussen de kinderen zijn bits en innig, en echt een plezier om lezen, net zoals de stijl die McEwan hanteert om de leefwereld vanuit het perspectief van een veertienjarige te vertellen. Het is niet moeilijk om je in zijn plaats te stellen, ondanks de wat overdreven context. McEwan zal later sterker vertellen, en met meer spankracht, maar dan startend met meer alledaagse gegevens.


Ian McEwan - The Comfort Of Strangers (Picador, 1982) ***½


De titel van de roman is op zich al sterk. Colin en Mary, een jong Brits koppel, op reis in Venetië,  is op zoek naar wat hen nog verbindt, buiten de seks dan, en komt in een voor hen totaal verwarrende en bizarre omgeving terecht, waar ze de controle verliezen over wat ze doen.

De verhaalsymboliek ligt er bij momenten nogal dik op, met een nachtelijke verdwaling in de stad omdat ze hun adres niet meer kennen, een verplicht diner dat hen genereus wordt aangeboden hoewel beiden geen zin hebben. Anderzijds is de sfeer absoluut unheimlich van bij het begin. Het getrouwde koppel dat ze ontmoeten, Robert en Caroline, kent hen beter dan ze zichzelf kennen, ze wringen zich in het leven van Colin en Mary, die zich maar niet los kunnen maken van dit vreemde, oudere koppel, van wie de gulheid geen enkel duidelijk motief heeft.

Het geheel is verbijsterend en schokkend zelfs, maar is nog te direct en te onwaarschijnlijk, een euvel dat McEwan met zijn latere romans oplost.




Alison Moore - The Lighthouse (Salt Publishing, 2012) ***


Futh, een jonge Brit met Duitse roots beslist om in Duitsland een wandeling aan de Rijn te gaan maken, als remedie tegen een mislukt huwelijk. In parallele hoofdstukken krijgen we het verhaal van Ester, die samen met haar man een hotelletje uitbaat in Hellhaus.

De titel van het boek verwijst naar een flesje parfum, dat zijn enige aandenken is aan zijn moeder, en dat hij bij zich draagt in zijn broekzak. Ook Ester heeft een gelijkaardig flesje op haar nachtkastje staan.

Beide figuren, de enigen die enigszins iets meer dan schetsmatig zijn uitgewerkt, hebben hun problemen en onbeantwoorde verlangens, die ook hier op een zeer elliptische manier worden weergegeven door Moore. Beiden hebben iets met geuren : hij maakt parfums, zij heeft er een meer dan gemiddelde belangstelling voor. Hij worstelt met ongeoorloofde seksuele ervaringen, zij kan slechts de belangstelling van haar man opwekken door hem jaloers te maken.

Uiteraard zal Futh uiteindelijk in het hotel van Ester terechtkomen.

Moore blinkt uit in suggestieve kracht en een mooie verhaalstructuur, met ineenschuivende verhalen die zich met een mooi gevoel voor timing ontwikkelen. Anderzijds blijft het allemaal iets te oppervlakkig om echt emotioneel gepakt te worden.


Henry James - The Beast In The Jungle (Penguin, 1903, 2011)

Een ontgoochelende novelle over een man die wacht op de grote gebeurtenis die zijn leven dramatisch zal veranderen. James slaagt er in om het ongemak van John Marcher, de hoofdfiguur, met zichzelf en zijn leven weer te geven, maar het geheel mist spankracht, en ook een zekere relevantie.