Sunday, December 21, 2008

Shalom Auslander - Foreskin's Lament (2007) ****

Nederlandse titel : Klaaglied Van Een Voorhuid

Shalom Auslander is een New Yorkse orthodoxe jood die in "Foreskin's Lament" zijn memoires weergeeft, en zijn deels mislukte ontvoogding van een verstikkend geloof en sociale omgeving. "Deels mislukt" omdat zijn vrijgevochten nieuwe bestaan met zijn jonge vrouw en hun jonge kind, nog altijd volledig gedomineerd wordt door God, die blijkbaar niets anders te doen heeft dan hem, Auslander, bij elke gebeurtenis te willen volgen, beoordelen en bestraffen. In zijn paranoide verhaal is God de wreedaardige en wraakzuchtige God zoals we die kennen van het Oud Testament, de kerel die Mozes veertig jaar door de woestijn laat zwerven tussen Egypte en het beloofde land om hem dan, eindelijk, op de grens van zijn doel, te doen sterven, en zo ook is de God uit dit boek : gaat het goed met Shalom, dan is dat alleen omdat zijn God het hem tijdelijk gunt om hem met des te meer genot dieper te laten vallen, harder te treffen. Maar door het relaas van zijn opgroeien, en het gaandeweg meer en meer overtreden van de streng orthodoxe en maatschappelijke regels (van het eten van niet kosher voedsel, over winkeldiefstal en het roken van hasj) stelt Auslander ook de basis van een persoonlijke God in twijfel, door vragen te stellen en situaties te creëren die grappig en absurd zijn. De hypocrisie van de religie als establishment, de beangstigende greep van een collectieve fantasie op het dagelijks leven van mensen, maar ook de contradicties van het geloof op zich worden geestig en met respect in kaart gebracht doorheen de anecdotes en gebeurtenissen van zijn leven. Normaal moet ik het niet zo hebben van grappig bedoelde boeken, maar dit is er één van een superieur niveau. Geestig en boeiend.

José Eduardo Agualusa - The Book Of Chameleons (2004) ****½

Nederlandse titel : De Handelaar In Verledens

The Book Of Chameleons is één van de betere boeken die ik dit jaar las. Ik kende Agualusa niet, maar hij schrijft schitterend : poëtisch, filosofisch, half-dromend, creatief, boeiend. José Eduardo Agualusa is van Angolees Portugese afkomst, en het verhaal speelt zich ook in Angola af. De ik-persoon is een gekko die tegen het plafond van het huis van een welgestelde albino woont. De albino in kwestie is een verzinner van verledens, iemand die voor zijn klanten heel precies een verleden kan reconstrueren, tot in het kleinste detail om de persoon in kwestie een nieuwe toekomst te bieden. Verandering en verschuivende identiteit zijn dus aanwezig in elk onderdeel van dit fascinerend verhaal. De hoofdstukjes zelf zijn korte mijmeringen over het leven, met af en toe het relaas van een droom ertussen. De hoofdstukjes kunnen inzoomen op een of ander detail : een naam, een omgeving, een herinnering, maar dat kader, hoe ongeïntegreerd ook in het geheel, blijft tegelijk het basisverhaal verder vertellen. En doorheen deze mijmering over vergankelijkheid en identiteit ontwikkelt zich een bizarre plot, een moordverhaal, maar ook een dat op zijn kop staat, geen "whodunit" want het slachtoffer valt pas op het eind van het verhaal, maar wel het waarom staat centraal. En dat waarom tilt het geheel in één adem naar een totaal andere politiek-maatschappelijke dimensie. Wat een leesgenot! Slim gebracht en schitterend geschreven.

Gabriel Garcia Marquez - The Autumn Of The Patriarch (1975) ***

Nederlandse titel : De Herfst Van De Patriarch

De enige roman van Garcia Marquez die ik nog niet had gelezen, en de eerste die ik niet heb uitgelezen. De roman vertelt het verhaal van een dictator die net is overleden, en in de meest onwaarschijnlijk lange volzinnen wordt de man zijn leven gereconstrueerd. Dat leven vindt natuurlijk plaats in de typisch Zuid-Amerikaanse context die de auteur al zo vaak heeft beschreven, maar de schrijfstijl is zo experimenteel dat hij er eigenlijk niet echt in slaagt om die wereld tot leven te brengen, tenzij als een eindeloze nachtmerrie waar geen eind aan komt. Ik heb een enorme bewondering voor Garcia Marquez, en ook hier valt op zijn vakmanschap niet af te dingen, maar ik liep al snel verloren in de eindeloze zinnen, en zo ook mijn aandacht en interesse om verder te lezen. Dit is het omgekeerde van de "Kroniek Van Een Aangekondigde Dood", zijn echte meesterwerk, dat door zijn gebaldheid, zijn meesterlijke structuur en schriftuur, in een beperkt aantal bladzijden een hele wereld op papier zet.

Oscar Hijuelos - Our House In The Lost World (1984) ****


Nederlandse titel : Ons Huis In De Laatste Wereld

In mijn verdere reis naar Latijns-Amerikaanse auteurs, heb ik dit boek van Oscar Hijuelos bij De Slegte gekocht. Hijuelos is beter bekend van "The Mambo Kings", dat later verfilmd werd, maar deze roman is ook niet slecht. Het verhaal schetst het leven van een Cubaans koppel dat naar New York emigreert in de hoop er een beter leven te kunnen vinden, maar dat lukt maar deels. De vader vindt er werk als kok, de moeder blijft thuis en zorgt voor de twee zonen. De vier hoofdpersonages worden permanent heen en weer gesleurd tussen tegenstrijdige verlangens, verwachtingen en de realiteit. De vier personages zijn ook complex. Alejo, de vader is een hardwerkende alcoholicus, vol onbegrip en vooral ongeduld naar zijn vrouw en kinderen, maar toch vol liefde en opoffering tegelijk. Mercedes, de moeder, verstikt haar kinderen bijna door haar liefde en vrees voor nog meer slechte gebeurtenissen. Ze vlucht in een bijna mystieke zelf-gecreëerd universum, ze vreest de gewelddadigheid van haar man, maar ze houdt van hem. Hijuelos' schrijfstijl is redelijk direct, niet echt expressief, maar door de diepgang van de personages weet het toch te boeien. De authenticiteit en de worsteling van de vier personages zijn schitterend weergegeven.

Sandra Cisneros - The House On Mango Street (Vintage, 1984) ****

Nederlandse titel : Het Huis In De Mangostraat

Dit prachtige boekje is verplichte schoollektuur in de Verenigde Staten, en terecht. "The House On Mango Street" beschrijft in een veertigtal korte verhaaltjes de visie van de opgroeiende Esperanza Cordero op haar omgeving, haar buren, haar ouders en vrienden. Op zich niet zo opmerkelijk, ware het niet dat Cisneros ongelooflijk goed schrijft. Eenvoudig, verrassend en krachtig. Sommige van de korte tekstjes zijn niet langer dan een bladzijde, en toch is elk stukje een pareltje op zich, gevormd rond een idee, een inzicht, een droom, een gebeurtenis, licht en toch diepzinnig, grappig en fijngevoelig. Niet te missen.

Sunday, November 23, 2008

Junot Díaz - The Brief Wondrous Life Of Oscar Wao (Penguin, 2008) ***

Nederlandse titel : Het Kort Maar Wonderbare Leven Van Oscar Wao

Deze debuutroman van Junot Díaz kent verschillende gezichten. Het verhaal start met de beschrijving van het droevige leven van Oscar Wao, van Dominicaanse afkomst, dik, sociaal gehandicapt, nerd, wanna-be schrijver, hunkerend naar een lief, geobsedeerd door science fiction and computer games. Voeg daar nog aan toe dat elke andere zin enkele Spaanse woorden bevat om het wat meer couleur locale te geven, en ik had eigenlijk zin om er de brui aan te geven, vrezend dat ik met een tweede "Confederacy of Dunces" te maken had (te mijden!). Maar wanneer het perspectief verschuift van Oscar naar de vriend van zijn zus, en dan naar zijn moeder, en naar zijn zus, dan breekt het boek helemaal open, in zijn volle tragiek en menselijkheid, in een moderne vorm van de typisch Latijns-Amerikaanse traditie, het verhaal van enkele generaties tegen de achtergrond van de dictatuur van Trujillo in de Dominicaanse Republiek. Voor wie het nog niet zou gelezen hebben : Mario Vargas Llosa's "The Year Of The Goat" beschrijft de laatste dagen van Trujillo's leven, en is een absoluut meesterwerk (zeker lezen!).

Díaz heeft een zeer directe stijl, bijna een spreekstijl, met een sterk gevoel voor straattaal wat leidt tot een sterk "hier en nu" gevoel bij de lezer en dus ook een sterke betrokkenheid. Hij slaagt er ook goed in om het tempo hoog te houden, ondanks de verschillende door elkaar geweven persoonlijke geschiedenissen. Hoe meer het boek evolueert, hoe beter het wordt : emotioneel geladen, krachtig geschreven, warm menselijk, humanistisch, geestig vaak, en schitterend beheerst gestructureerd. Het is echter niet de "literary triumph" die andere blogs ervan maken. Wel de moeite waard.

Chuck Palahniuk - Snuff (Jonathan Cape, 2008) ***

Ik kon het niet laten, de nieuwe Palahniuk lezen. Het verhaal is weer voorbij de grens van het welvoeglijke, wat dat ook moge zijn : een porno-koningin ("porn queen") wil het wereldrecord neuken verbeteren tot een gang-bang door 600 gezonde vrijwilligers (getest en goed bevonden). Maar Palahniuk zou Palahniuk niet zijn mocht hij dit niet op een originele en creatieve manier belichten : vanuit het perspectief van drie mannen die in de wachtzaal hun beurt afwachten. En uiteraard is de goorheid al even erg onder de mannen zelf als wat zich achter de deur afspeelt, van chips drijvend in gemorste cola tot pis op de vloer, en andere viezigheden. Het verhaal zelf is gebaseerd op het echte record dat Annabel Chong ooit heeft gevestigd, en dan nog wel vanuit een "feministische" motivatie, gotbetert. Het is een typisch Palahniuk boek : je wordt als lezer met je neus in de ziekelijke en meelijwekkende zwakheid van de mens geduwd, zonder omwegen, zonder enige suggestie, maar dan geleid door een gids die weet wat schrijven is : gedreven, scherp, puntig, perfect gecomponeerd, met heel wat wetenswaardigheden over seks in de geschiedenis, van de promiscue Romeinse keizerin Messalina over Adolf Hitler tot Annabel Chong. Hij vervalt echter in een soort karikatuur van zichzelf, vind ik, gedreven door het succes en een sterke commerciële machine die elke halve dollar uit zijn initiatieven zal persen. Zie zijn website voor meer info. Entertainend, maar niet meer.

Friday, October 31, 2008

J. M. Coetzee - Diary Of A Bad Year (Vintage, 2008) ****½

Nederlandse titel : Dagboek Van Een Slecht Jaar

Van nobelprijswinnaar J.M. Coetzee kan ik vele boeken aanraden, maar vooral "The Lifes & Times of Michael K." vond ik schitterend, zijn latere romans vond ik iets minder. Te intellectualistisch, te gezocht. Maar met Diary Of A Bad Year, is hij én intellectualistisch, én emotioneel, én vormgevend vernieuwend. De roman bestaat uit drie parallel lopende vertelniveaus, die elk letterlijk één derde van elke bladzijde beslaan, met een lijn tussen. Je kan de drie verhalen dus eigenlijk na elkaar lezen, maar het is best het blad per blad te doen. Op de eerste lijn staan "opinies" over de wereld, over de staat, over het gezag, over terrorisme, over taalgebruik, enz. Op het tweede niveau staat het verhaal van de auteur van deze "opinies" die, aangetrokken door een jonge Filipina die hij in het park ontmoet, haar vraagt zijn teksten uit te tikken. Op het derde verhaalsniveau staan de kommentaren en de verhaallijn van Anya, Filipina. De auteur is een oud man, die zijn tachtigste verjaardag nadert, maar toch valt voor de charme van de jonge vrouw. Hoewel hij haar niet echt nodig heeft, slaagt hij er toch in haar te strikken voor het tikwerk. Vanuit haar normale nuchterheid geeft ze wel kommentaar op zijn teksten, en raadt hem aan te schrijven over wat hij voelt en ziet, in plaats van over abstracte politiek-sociaal-economische onderwerpen. Coetzee bespeelt de drie lagen meesterlijk. En de drie evolueren doorheen de roman op de meest geraffineerde manier. Naarmate zij hem begint te bepalen, wordt zij ook meer en meer door hem ingepalmd, en de onderste laag, die oorspronkelijk bestond uit haar negatieve reacties tegenover hem, blijft negatief maar het vertelperspectief verschuift geleidelijk naar dat van haar vriend. De middelste laag evolueert van de ik-persoon naar Anya als vertelster en de bovenste laag van neutraal filosoferend, naar een ik-verhaal. Maar dat is natuurlijk enkel structuur. Wezenlijker zijn het gradueel overmeesteren van het abstracte denken door de emotionele en interpersoonlijke component.

Coetzee is meesterlijk : licht, diepzinnig, gevoelig.

Ian McEwan - On Chesil Beach (Anchor Books, 2008) *****

Nederlandse titel : Aan Chesil Beach

Dit is zonder meer één van de beste boeken van het jaar. Ian McEwan brengt het verhaal van de huwelijksnacht van een jong en maagdelijk koppel. Geen van hen heeft "de daad" al gedaan, en in de veranderende morele wereld van begin de jaren '60 creëert dat de nodige spanning tussen vrijgevigheid naar de ander en angst voor het onbekende en voor het mislukken. McEwan is absoluut genadeloos in het haarfijn ontrafelen en beschrijven van de gevoelens van beide personages, en van de reacties van de ander tegenover de vermeende wederzijdse gevoelens. Het doorkruisen van de echte diepe gevoelens die beiden voor elkaar voelen met de angst voor het zichzelf blootgeven - letterlijk én figuurlijk - is verbluffend neergepend. McEwan is inderdaad meedogenloos in zijn beschrijving, maar ook tegelijk zeer medelevend met zijn twee hoofdpersonages, die beiden mensen van vlees en bloed zijn, interessant en goed opgevoed, hoewel van een ander sociaal milieu. McEwan maakt vaak gebruik van een techniek die Milan Kundera in al zijn romans gebruikt : een vraag stellen en die dan zelf beantwoorden. Bijvoorbeeld : "How did they meet, and why were these lovers in a modern age so timid and innocent? They regarded themselves as too sophisticated to believe in destiny, but still, it remained a paradox to them that so momentous a meeting should have been accidental, so dependent on a hundred minor events and choices." Zeker lezen!

Hari Kunzru - My Revolutions (Penguin, 2007)****

Nederlandse titel : Mijn Revoluties

Ofwel is mijn kritische zin verdwenen, ofwel heb ik de laatste tijd toevallig (nu, ja) een aantal zeer goede boeken gelezen. "My Revolutions" van Hari Kunzru valt ook in deze categorie. Het brengt het verhaal van Mike Frame, die net 50 wordt, en wiens relatie niet echt naar wens verloopt. Tot plots een geest uit zijn verleden opduikt en zijn jarenlange verstopte echte identiteit opnieuw naar boven komt. Dit is het verhaal van enkele mei-68'ers die in hun studentenjaren de revolutie predikten, en door hun extreme houding op een bijna natuurlijke manier verder evolueren in de marginaliteit en tegelijk een bijna sektarisch mini-samenleving worden, die schippert tussen de persoonlijke vrijheid (sex en drugs) en streng gereglementeerde procedures (als verdediging tegenover de buitenwereld). Kunzru is een meester in de beschrijving van de evolutie van emotioneel en maatschappelijk gedreven jongeren naar harteloze terroristen, die om overeind te blijven in de groep een pantser moeten optrekken rond zichzelf, maar intern nog hunkeren naar elkaars vertrouwen en affectie. Dit is echter geen moralistisch boek in de zin dat hij partij kiest, wel een emotioneel dieprakend verhaal van normale jongeren die verstrikt raken in hun zelfgecreëerde waanbeelden.

Chuck Palahniuk - Rant (Anchor Books, 2007) ****

"Fight Club" van Chuck Palahniuk vond ik een schitterend boek, brutaal, kritisch, vernuftig, en bikkelhard, maar een geschreven in een directe stijl om van te watertanden. Zijn volgende romans, zoals "Haunted" gingen net iets te ver in het onderzoeken van menselijke perversiteiten om nog geloofwaardig te zijn. Het shock-element was iets te zeer gezocht en ik vond het boek daarom nogal puberaal. Ik heb daarom met enige aarzeling dit boek gekocht, vrezend van in hetzelfde stramien terecht te komen. En het is niet anders. Buster "Rant" Casey is inderdaad opnieuw een speciaal, bijna ziekelijke kerel, die enkele bijzondere gaven heeft, zoals een sterke reukzin die zelfs de honden jaloers zou maken, maar tegelijk de grenzen van de immuniteit opzoekt door zich te laten bijten door alles wat anderen als vieze beestjes beschouwen, en als dusdanig ook de niet getroffen drager en verspreider wordt van dodelijke ziekten. Alsof dat al niet genoeg zou zijn, trekt hij naar de stad, waar hij in een bende van "Party Crashers" terechtkomt, die 's nachts autowedstrijden organiseren om elkaar van de baan te rijden (en het wordt nog erger en onwaarschijnlijker, maar dat verzwijg ik beter). Zo op het eerste zicht is dit dus opnieuw een onvolwassen thema over rebels gedrag, niet alleen van de personages, maar ook van de auteur. Het onwaarschijnlijke is dat Palahniuk dit verhaal zo sterk neerzet, dat het lezen van dit onwaarschijnlijke verhaal een plezier wordt.

Het verhaal zelf wordt onrechtstreeks verteld door enkele tientallen getuigen die hun visie op de feiten komen geven, in hun eigen taaltje, soms Buster "Rant" Casey ophemelend, dan weer verguizend, maar soms ook wat wetenschappelijke weetjes komen vertellen, of gewoon het ABC van de "second hand car salesman". Maar ze hebben allen hun angsten, frustraties, en een meelijwekkend verlangen naar menselijke warmte. Je zou verwachten dat deze techniek de vaart uit het verhaal zou halen, maar net het omgekeerde is waar. Dit zijn 300 bladzijden als een roller-coaster ride, die opnieuw de hardheid heeft van een vuistslag in het gezicht. Maar de verschrikkelijk pijnlijke ondertoon van een generatie die door gebrek aan affectie en zingeving zichzelf de vernieling in rijdt. Letterlijk.

Niet voor gevoelige zielen, maar zeker het lezen waard.

Jonathan Coe - The Rain Before It Falls (Penguin, 2008) ***

Nederlandse titel : De Regen Voor Hij Valt

Mooi boek dat de geschiedenis van drie generaties vertelt aan de hand van foto's die zijn nagelaten bij het overlijden van een tante. Naarmate het verhaal evolueert, wordt ook de pijn en de menselijke wreedheid onthuld die onder de oppervlakte van familiale rust schuilt.

Tim Winton - Breath (Picador, 2008) ****

Nederlandse titel : Adem

Tim Winton is zonder enige twijfel één van de betere Australische schrijvers van het moment. Deze roman gaat over Pikelet, een jongetje dat zich wil losrukken van de benepen houding van zijn ouders en omgeving, op zich geen uitzonderlijk thema, ware het niet dat de zoektocht naar menselijke warmte en een ruimere zingeving gepaard gaat met een zoektocht naar het extreme risico om deel uit te maken van een groep, om respect te kunnen krijgen van de mensen naar wie hij opkijkt. Dit is een boek over surfen, zoals je er waarschijnlijk geen twee zal vinden. De stijl van Winton is direct, gevoelig en aangrijpend. Prachtig.

Michael Ondaatje - Divisadero (Bloomsbury, 2008) ****


Nederlandse titel : Divisadero

Michael Ondaatje is zonder enige twijfel één van de meest lyrische en romantische schrijvers van deze tijd, maar van een dusdanig hoog kwalitatief niveau dat elke zin een genot om lezen is. Zoals de titel aangeeft, gaat het om "de scheiding", na de aantrekkingskracht, na het verlies, na het verdwijnen. Het gaat ook om twee verhalen die in elkaar vervlochten zijn, in elkaar overvloeien. Het eerste is dat van een Amerikaanse vader die met zijn dochter Anna en een adoptiefdochter Claire, op een ranch in California woont, geholpen door Coop, een soort adoptieve ranch-knecht. Het tweede verhaal is dat van een 19e eeuwse Franse schrijver, Jean Ségura, naar wie Anna onderzoek doet en in wiens leegstaande huis in een klein Frans dorp ze gaat wonen. Dit is de grootse Ondaatje die ons ook The English Patient schonk. Het boek reikt evenwel dat niveau net niet. Maar toch zeker één van de beste boeken die ik dit jaar las.

Sunday, August 10, 2008

Nicola Barker - Darkmans (Harper, 2007) **

Nicola Barker's "Darkmans" was één van de geshortliste romans voor de Man Booker Prize 2007 de belangrijkste literaire prijs in Groot-Brittannië. Hoe deze 840 bladzijden dikke turf op dit lijstje terecht is gekomen is me een raadsel. Het verhaal is saai, het is slecht geschreven, de personages zijn oninteressant.

Het verhaal speelt zich af in deze tijd, en heeft als centraal thema de relatie tussen een drugs dealende zoon en een wereldverbeterende vader (milieubewust, sociaal bewogen), maar beiden hebben duidelijk een communicatieprobleem in hun relatie. Daarnaast is er het vuilbekkende rebelse tienermeisje, de voor alle deals openstaande illegale Koerd, de vrouwelijke chiropodist die opgezadeld zit met een autistische zoon en een af en toe door waanzin gegrepen echtgenoot, de niet al te eerlijke aannemer, enz, enz. Een echt verhaal zit er niet in, de relaties tussen de personages worden door situatieschetsen weergegeven, je krijgt wel plot-elementen toegeschoven die je als lezer meeneemt in de hoop te kunnen ontrafelen wat er nu precies gaande is, waar het allemaal om draait. Barker licht stukjes van de sluier op in de beste detectivetraditie. Er worden dan nog mysterieuze elementen ingebouwd, zoals historische verwijzingen naar een hofnar uit een ver verleden die als een soort demon het heden nog in zijn greep heeft. Alleen is er niets te ontrafelen. Het is gewoon allemaal zo. Je zoekt naar een plot maar er is er geen. Dat is de uiteindelijke moraal van het verhaal. Iedereen moet zijn verhaal maar opbouwen, verbanden leggen, of er juist geen leggen. Er is geen gelijk of ongelijk. Wel een soort multirelativisme. Jouw waarheid en mijn waarheid. Jouw perspectief van de zaken en mijn perspectief.

Om tot deze conclusie te komen, wordt elk van deze personages in hun dagelijkse beslommering gevolgd, vaak oeverloos clichématig, meestal oppervlakkig, met weinige originele momenten en zeker op geen enkel moment kan je als lezer meeleven met de personages. In die zin lijkt het nogal op Mulisch "De Ontdekking Van De Hemel", een parade van bordkartonnen figuren die je (mij elk geval) werkelijk siberisch koud laten.

Haar schrijfstijl is bij momenten goed en origineel, zoals de tussenwerpsels die de psychologische reacties van de personages weergeven, of de kommentaren tussen haakjes, alleen worden beide techniekjes verschrikkelijk irriterend op de duur.

Maar ook de manier waarop de personages en de gebeurtenissen zijn beschreven, zijn storend. Barker wil tonen dat ze het jargon van de rebellerende tiener even zo goed beheerst als de spreekstijl van de schilderijen vervalsende oma of van de erotisch geprikkelde man, maar het is allemaal zo zelfverheffend en tegelijk zo weinig scherp geprofileerd, zo kleinburgerlijk en zo oppervlakkig. Ze wil de indruk wekken deze werelden te kennen, maar de manier waarop ze erover schrijft is zo kunstmatig, dat het omgekeerde effect wordt bereikt. Dit zou grappig en puntig moeten zijn, door rake typeringen en scherpe beschrijvingen, maar je krijgt slechts eindeloze woordenkramerij : volume om het gebrek aan precisie te verdoezelen.

Zo ook haar bijna ziekelijke obsessie met etymologie en de mogelijke verwantschap van woorden, en ook die worden er bij de haren bijgesleurd, zonder enige functionaliteit, en niet enkel door de auteur, maar door verschillende personages, alsof in dat dorp plots iedereen gebeten is door de etymologische microbe.

Kortom : te mijden.

Sunday, June 29, 2008

Philippe Claudel - Le Rapport De Brodeck (Stock, 2008) ****½

Nederlandse titel : Het Verslag Van Brodeck

De vorige roman van Philippe Claudel, "Les Âmes Grises", was een absoluut meesterwerk van taal, compositie, sfeer en wereldbeeld. "Le Rapport De Brodeck" gaat voort in die trant, maar is een stuk ambitieuzer, veel volumineuzer ook. Het is Claudels beeld van de wereld en de mensheid, samengebald in het verhaal van een dorp, in een niet nader genoemd land, zoiets tussen Frankrijk en Duitsland, met duidelijke verwijzingen naar de situtatie van de tweede wereldoorlog en de vernietigingskampen zonder ze als dusdanig te noemen. Het verhaal schuift in elkaar als een reeks matroesjka's, het verhaal van het individu is dat van het dorp is dat van het land is dat van de mensheid is dat van de cosmos. En waar je denkt dat de ene slecht is en de andere goed, komt daar plots in het dorp een vreemde figuur binnen, met de gegeven naam "Der Anderer", een halve fantasiefiguur, vreemd uitgedost en glimlachend. Deze "Andere" houdt het dorp een soort spiegel voor, zegt niets, maar weerkaatst het goede en het slechte, en brengt naar boven wat niemand verwacht. Zonder dat hij daarom veel hoeft te doen. Omdat hij moeilijk te vatten is, en nogal zwijgzaam is, denkt iedereen dat hij meer weet, dat hij op de hoogte is van hun misstappen, waardoor hij een bedreiging vormt voor al wie dacht iets te verbergen te hebben. En dat loopt natuurlijk slecht af. Het hele dorp maakt hem af, collectief, hierdoor opnieuw creërend wat ze allen wensten te verdoezelen, de wreedheid en hypocrisie aan de oppervlakte brengend, en Brodeck, de ik-figuur, een beetje een buitenbeentje in het dorp, één van de weinigen die kan schrijven, krijgt de opdracht het relaas op papier te zetten, er een rapport van te maken, zodat iedereen zou weten wat er is gebeurd.

Brodeck is zelf van "vreemde" afkomst voor de dorpsbewoners en woont samen met zijn adoptief grootmoeder, zijn vrouw en dochtertje. Hij is tijdens de oorlog en de bezetting opgepakt en naar een concentratiekamp gebracht, overleefde en keerde terug naar zijn dorp. Dit is ook hun verhaal, van hun wederzijdse kennismaking tot de vreselijke waarheid die hen heeft getroffen ook wordt onthuld, en het niet minder onverwachte einde van het boek.

Iedereen in het boek treft schuld, iedereen in het boek heeft zijn moment van lafheid gekend, is getekend voor het leven en dat verleden, die schuld komt op één of ander moment naar boven, vindt een uitlaatklep in verlossende zelfopoffering, in wreedheid of in verhullende fantasie.

Claudel is niet alleen een wonderlijk stylist en verteller, de manier waarop hij zijn plot in elkaar puzzelt en zo vier of vijf verhaallijnen door elkaar vlecht en gaandeweg elk van die lijnen verder ontwikkelt is absoluut magistraal. En toch is die vorm zuiver functioneel aan de emotionele impact van het verhaal : het medelijden en de horror worden bijna tastbaar gemaakt, net als de alles verpletterende schuld.

En alsof dat alles nog niet ingewikkeld genoeg is, gaat de roman natuurlijk ook over de schrijver, als geschiedkundige, als romancier, als journalist, als rapporteur, en zijn rol tegenover de waarheid, het kenbare en over zaken die niet onder woorden kunnen worden gebracht.

De roman is zeker bij de betere die ik de laatste jaren heb gelezen, zonder evenwel de compacte kracht van "Les Âmes Grises" te hebben.

Een absolute aanrader!

Saturday, June 7, 2008

Michael Chabon - Gentlemen Of The Road, A Tale Of Adventure (Sceptre, 2007) ****

Nederlandse titel : Heren Van De Weg

Zo wordt een Afrikaanse jood, één van de twee hoofdfiguren van het boek op bladzijde twee geïntroduceerd, zittend in een herberg en aangesproken door een papegaai :

"The precise origin of the African remained a mystery. In his quilted gray bambakion with its frayed hood, worn over a ragged white tunic, there was a hint of former service in the armies of Byzantium, while the brass eyelets on the straps of his buskins suggested a sojourn in the West. No one had hazarded to discover whether the speech of the known empires, khanates, emirates, hordes and kingdoms was intelligible to him. With his skin that was lustrous as the tarnish on a copper kettle, and his eyes womanly as a camel's, and his shining pate with its ruff of wool whose silver hue implied a seniority attained only by the most hardened men, and above all with the air of stillness that trumpeted his murderous nature to all but the greenest travelers on this minor spur of the Silk Road, the African appeared neither to invite nor to promise to tolerate questions. Among the travelers at the caravansary there was a moment of admiration, therefore, for the bird's temerity when it seemed to declare, in its excellent Greek, that the African consumed his food in just the carrion-scarfing way one might expect of the bastard offspring of a bald-pated vulture and a Barbary ape."

Het geeft meteen sfeer, tijdsbeeld, spanning en literair vakmanschap weer. Deze "Gentlemen Of The Road" is Chabons eerbetoon aan de grote verhalenvertellers uit het verleden, Alexandre Dumas op kop. Zijn verhaal vindt plaats in de tiende eeuw, en handelt over twee heren, een joodse Afrikaan en een joodse "Frank", die ronddolen over de wegen van Europa, en zich laten meeslepen in een tocht richting Kazarië, de joods-Turkse staat. Onderweg maken ze uiteraard het één en ander mee, gevechten, ontvoeringen, paardendieven, plunderingen, brandschattingen, vermommingen, en zowat alle volkeren die de gekende wereld toen bevatte : Arabieren, Perzen, Noormannen, Turken, de één al gehaaider dan de ander. Chabon schuwt geen clichés, integendeel, hij zoekt ze op. Maar wat een leesplezier : een jongensboek voor volwassenen, inclusief de prachtige tekeningen van Gary Gianni

(klik op de tekening om te vergroten)
De roman werd oorspronkelijk gepubliceerd in 15 hoofdstukken in de New York Times, en is eigenlijk één grote stijloefening. De titels van de hoofdstukken zelf zijn al prettige lektuur :
  • "On some pecularities in the trading practices of Norsmen"
  • "On the anxieties arising from the permissibility, however unreasonable, of an elephant's rounding out a prayer quorum"
  • "On following the road to one's destiny, with the usual intrusions of violence and grace"
Het is geen literatuur die Chabon op de wereldkaart zal brengen, maar het is prettige lektuur, en vaak ben ik spontaan beginnen lachen bij de onmogelijke situaties waarin de helden terechtkomen, als door de laconieke beschrijvingen van de auteur. Zijn pen is scherp, en uitermate fijn. Elke zin is doorwrocht, elke paragraaf en elk hoofdstuk nauwkeurig afgewerkte gehelen, waar lang, en ik vermoed soms heel lang aan geschaafd en gevijld is om ze goed te krijgen, de lezer meeleidend via de meest vergezochte woorden tot verrassende pointes en verrassend veranderende gezichtspunten.

Om maar enkele voorbeelden te geven :

"Zelikman was alien to feelings of sympathy with young men in tears, having waked one morning, around the time of his fifteenth birthday, to find that by a mysterious process perhaps linked to his studies of human ailments and frailties as much as by the rape and murder of his mother and sister, his heart had turned to stone
"

of nog - de gedachten van een dodelijk gewond man over zijn vrouw Sarah :

"Though only a week earlier the idea would have struck him as heresy, as he lay waiting to become carrion he considered that plump and vivacious Sarah was perhaps unworthy of his suffering and death, when after all, she chewed with her mouth open and her wind, when she had been consuming too much milk, gave off an unsettling odor of brimstone".

En zo zijn er niet een paar zinnen, maar elke zin is zo.

Anderzijds is het boek modern door zijn inhoud, cynisme, en plotwendingen. Ook de elliptische structuur van het boek staat ver van de lineaire verteltrant van de klassiekers. De hoofdstukken vertellen fragmenten uit het hele verhaal die het uiteraard mogelijk maken om het geheel te reconstrueren.

Lezen!

Sunday, May 25, 2008

Jiang Rong - Wolf Totem (Penguin, 2008) **


Nederlandse titel : Wolventotem

Deze Aziatische bestseller, de eerste winnaar van de Aziatische Man Prize for Fiction, heeft me ontgoocheld. Dit lange boek brengt het op ware feiten gestoelde verhaal van een jonge Chinees uit Beijing die in de jaren 60 naar Inner-Mongolië vertrekt om er enkele jaren bij de Mongoolse nomaden door te brengen. Dit was overigens niet ongewoon in China en was onderdeel van de toen heersende politiek om jonge intellectuelen vertrouwd te maken met het leven op het land. Het hele verhaal is een ode aan de wolf en een verheerlijking van de traditionele levenswijze van de nomaden, die in harmonie leven met de natuur en die natuur mee helpen in evenwicht houden. De wolf is hun ergste vijand, maar ook hun grote leermeester en bondgenoot. Uiteraard is de wolf belust op de schapen van deze nomaden, maar zonder wolven zouden er ook teveel gazellen, muizen en marmotten zijn, wat zou leiden tot overbegrazing en dus tot onvoldoende gras voor hun schapen. Bovendien is de wolf een sluw, schrander, geduldig en moedig jager wiens technieken gekopieerd werden door de grote Djengis Khan en die dus ook aan de basis lag van het succes van de grootste heerser aller tijden, aldus de schrijver. De Han Chinees, waar ook de studenten toe behoren, maar ook de “vertegenwoordigers” van de partij in Inner-Mongolië, zijn de grote boosdoeners die het hele evenwicht op de steppen ontwrichten. In die zin is de roman ook een onverhulde kritiek op het Chinese regime, toen, maar ook met een zeer kritisch nawoord dat op vandaag slaat. Het is een interessant boek op het vlak van mens en ecologie, je kan er veel leren over de gewoonten van de wolven, maar het is geen hoogstaande literatuur. De hoofdfiguur is ondanks het feit dat hij “student” is, nogal naïef en in permanente verwondering en bewondering voor het inzicht van zowel de wolven als de nomaden, zo erg dat het op de duur een beetje ergerlijk wordt. Ik heb vroeger al een boek gelezen van Farley Mowat, “Never Cry Wolf”, dat ook het relaas gaf van enkele jaren samenleven met wolven, maar dan in Noord-Amerika. Dat was interessantere lektuur. Leuk allemaal, maar geen literatuur. Azië heeft betere schrijvers.

Hanif Kureishi - Something To Tell You (Faber & Faber, 2008) ***

Nederlandse titel : Dit Moet Je Weten

Ook van Kureishi heb ik zowat alles gelezen, en altijd met plezier. Hij schrijft goed, met veel gevoel voor humor en vol maatschappijkritiek, zowel op het Engelse establishment als op de Indische en Pakistaanse inwijkelingen die elk op hun manier hun leven proberen uit te bouwen. Zijn “Buddha of Suburbia” vond ik schitterend. Deze roman is in de ik-persoon geschreven, en die is een psychiater, met nogal wat interesse in Freud, die net een scheiding achter de rug heeft en tegelijk worstelt met zijn demonen uit het verleden : een verloren jeugdliefde en een "moord" die hij heeft gepleegd. De roman draait rond de grote thema’s van schuld en boete, misdaad en straf, en dan zowel letterlijk als filosofisch. Naar typische gewoonte van Kureishi staat ook hier de zelf-kritische zedenschets centraal, inclusief de afdaling naar de morele diepten van moord en sexuele perversiteiten. Maar ergens blijft het allemaal braaf en aan de oppervlakte. Hij beschikt niet over de literaire kracht van een Brett Easton Ellis om de lezer mee te sleuren naar deze diepten. Het geheel biedt een psychologisch-sociologisch-filosofisch interessant uitgewerkt verhaal, maar niet echt beklijvend.

Sunday, April 27, 2008

Louis de Bernières - A Partisan's Daughter (Harvill Secker, 2008) ****

De Bernières schrijft met ups en downs. Zijn eerste romans, de Zuid-Amerikaanse trilogie die een kolderesk-epische strijd van gewone mens tegen macht en natuur beschrijft zijn heerlijke vertelsels die je van begin tot eind vastgekluisterd houden. Dan verhief hij dit alles tot op een hoger literair niveau met "Captain Correlli's Mandolin", een prachtig verhaal geschreven tegen de achtergrond van de Italiaanse bezetting van een Grieks eiland tijdens de tweede wereldoorlog. "Red Dog", is een grappig kortverhaal met een hond als hoofdfiguur. Zijn volgende grote roman, "Birds Without Wings", raakte verstrikt in een teveel aan historische berichtgeving (de opgang van Kemal Atatürk) en een gebrek aan personages waar ik me tenminste mee kon identificeren. Teveel woorden ook. Het bleef me niet boeien tot het eind. Maar met "A Partisan's Daughter" zit hij weer helemaal goed, en overtreft hij dan nog de verwachtingen. Weg zijn de epische elementen, weg is de afstandelijke alleswetende verteller, wel krijgen we de intimistische confrontatie tussen twee ik-figuren : een wat stoffige man die een mid-life crisis doormaakt en een exotische erotiserende Joegoslavische vluchtelinge, dit alles in de jaren tachtig, bij de opkomst van Tatcher en voor de dood van Tito en het uiteenvallen van de balkan. Het verhaal is simpel : de man benadert de jonge vrouw op straat, denkend dat ze een prostituee is, zij nodigt hem uit om naar haar verhaal te luisteren. En het hele boek gaat om haar verhaal. Elke dag of elke week komt hij terug om naar haar te luisteren, ze is als het ware een moderne Sheherazade die vertelt, niet om haar dood eindeloos uit te stellen zoals in de Sprookjes van 1001 Nacht, maar om de geslachtsdaad met hem uit te stellen. Naarmate het verhaal zich verder ontwikkelt, is het duidelijk dat beiden naar elkaar toegroeien. Het is totaal onduidelijk wat nu eigenlijk echt gebeurd is in Roza's verhaal, maar dat doet er weinig toe : haar verhalen zijn pogingen om impact bij Chris op te wekken, om na te gaan wat welk effect op hem heeft, en hem op die manier voor zich te winnen, terwijl zijn luisterbereidheid en interesse zijn gevoelens doen evolueren van zuivere lust naar oprechte belangstelling. In die zin reflecteert De Bernière over het vertellen zelf en de relatie tussen verteller/schrijver en luisteraar/lezer. Haar verhaal is natuurlijk fantastisch, beeldrijk en doorspekt met alle ingrediënten van het menselijk leven : politieke gruweldaden, persoonlijk machtsmisbruik, seksuele verlangens en misbruik, geweld, vooroordelen, maar ook liefde, medeleven, enz. De Bernière is een geboren verteller en vanuit de mond van Roza klinken al deze verhalen nog een stuk sappiger en geestiger. Hij weet ook altijd de perfecte toon te vinden om zowel het koldereske als de lustgevoelens in te tomen. Een knap geschreven, beheerst en sympathiek boek.