Nicola Barker's "Darkmans" was één van de geshortliste romans voor de Man Booker Prize 2007 de belangrijkste literaire prijs in Groot-Brittannië. Hoe deze 840 bladzijden dikke turf op dit lijstje terecht is gekomen is me een raadsel. Het verhaal is saai, het is slecht geschreven, de personages zijn oninteressant.
Het verhaal speelt zich af in deze tijd, en heeft als centraal thema de relatie tussen een drugs dealende zoon en een wereldverbeterende vader (milieubewust, sociaal bewogen), maar beiden hebben duidelijk een communicatieprobleem in hun relatie. Daarnaast is er het vuilbekkende rebelse tienermeisje, de voor alle deals openstaande illegale Koerd, de vrouwelijke chiropodist die opgezadeld zit met een autistische zoon en een af en toe door waanzin gegrepen echtgenoot, de niet al te eerlijke aannemer, enz, enz. Een echt verhaal zit er niet in, de relaties tussen de personages worden door situatieschetsen weergegeven, je krijgt wel plot-elementen toegeschoven die je als lezer meeneemt in de hoop te kunnen ontrafelen wat er nu precies gaande is, waar het allemaal om draait. Barker licht stukjes van de sluier op in de beste detectivetraditie. Er worden dan nog mysterieuze elementen ingebouwd, zoals historische verwijzingen naar een hofnar uit een ver verleden die als een soort demon het heden nog in zijn greep heeft. Alleen is er niets te ontrafelen. Het is gewoon allemaal zo. Je zoekt naar een plot maar er is er geen. Dat is de uiteindelijke moraal van het verhaal. Iedereen moet zijn verhaal maar opbouwen, verbanden leggen, of er juist geen leggen. Er is geen gelijk of ongelijk. Wel een soort multirelativisme. Jouw waarheid en mijn waarheid. Jouw perspectief van de zaken en mijn perspectief.
Om tot deze conclusie te komen, wordt elk van deze personages in hun dagelijkse beslommering gevolgd, vaak oeverloos clichématig, meestal oppervlakkig, met weinige originele momenten en zeker op geen enkel moment kan je als lezer meeleven met de personages. In die zin lijkt het nogal op Mulisch "De Ontdekking Van De Hemel", een parade van bordkartonnen figuren die je (mij elk geval) werkelijk siberisch koud laten.
Haar schrijfstijl is bij momenten goed en origineel, zoals de tussenwerpsels die de psychologische reacties van de personages weergeven, of de kommentaren tussen haakjes, alleen worden beide techniekjes verschrikkelijk irriterend op de duur.
Maar ook de manier waarop de personages en de gebeurtenissen zijn beschreven, zijn storend. Barker wil tonen dat ze het jargon van de rebellerende tiener even zo goed beheerst als de spreekstijl van de schilderijen vervalsende oma of van de erotisch geprikkelde man, maar het is allemaal zo zelfverheffend en tegelijk zo weinig scherp geprofileerd, zo kleinburgerlijk en zo oppervlakkig. Ze wil de indruk wekken deze werelden te kennen, maar de manier waarop ze erover schrijft is zo kunstmatig, dat het omgekeerde effect wordt bereikt. Dit zou grappig en puntig moeten zijn, door rake typeringen en scherpe beschrijvingen, maar je krijgt slechts eindeloze woordenkramerij : volume om het gebrek aan precisie te verdoezelen.
Zo ook haar bijna ziekelijke obsessie met etymologie en de mogelijke verwantschap van woorden, en ook die worden er bij de haren bijgesleurd, zonder enige functionaliteit, en niet enkel door de auteur, maar door verschillende personages, alsof in dat dorp plots iedereen gebeten is door de etymologische microbe.
Kortom : te mijden.
No comments:
Post a Comment