Zo wordt een Afrikaanse jood, één van de twee hoofdfiguren van het boek op bladzijde twee geïntroduceerd, zittend in een herberg en aangesproken door een papegaai :
"The precise origin of the African remained a mystery. In his quilted gray bambakion with its frayed hood, worn over a ragged white tunic, there was a hint of former service in the armies of Byzantium, while the brass eyelets on the straps of his buskins suggested a sojourn in the West. No one had hazarded to discover whether the speech of the known empires, khanates, emirates, hordes and kingdoms was intelligible to him. With his skin that was lustrous as the tarnish on a copper kettle, and his eyes womanly as a camel's, and his shining pate with its ruff of wool whose silver hue implied a seniority attained only by the most hardened men, and above all with the air of stillness that trumpeted his murderous nature to all but the greenest travelers on this minor spur of the Silk Road, the African appeared neither to invite nor to promise to tolerate questions. Among the travelers at the caravansary there was a moment of admiration, therefore, for the bird's temerity when it seemed to declare, in its excellent Greek, that the African consumed his food in just the carrion-scarfing way one might expect of the bastard offspring of a bald-pated vulture and a Barbary ape."
Het geeft meteen sfeer, tijdsbeeld, spanning en literair vakmanschap weer. Deze "Gentlemen Of The Road" is Chabons eerbetoon aan de grote verhalenvertellers uit het verleden, Alexandre Dumas op kop. Zijn verhaal vindt plaats in de tiende eeuw, en handelt over twee heren, een joodse Afrikaan en een joodse "Frank", die ronddolen over de wegen van Europa, en zich laten meeslepen in een tocht richting Kazarië, de joods-Turkse staat. Onderweg maken ze uiteraard het één en ander mee, gevechten, ontvoeringen, paardendieven, plunderingen, brandschattingen, vermommingen, en zowat alle volkeren die de gekende wereld toen bevatte : Arabieren, Perzen, Noormannen, Turken, de één al gehaaider dan de ander. Chabon schuwt geen clichés, integendeel, hij zoekt ze op. Maar wat een leesplezier : een jongensboek voor volwassenen, inclusief de prachtige tekeningen van Gary Gianni
De roman werd oorspronkelijk gepubliceerd in 15 hoofdstukken in de New York Times, en is eigenlijk één grote stijloefening. De titels van de hoofdstukken zelf zijn al prettige lektuur :
- "On some pecularities in the trading practices of Norsmen"
- "On the anxieties arising from the permissibility, however unreasonable, of an elephant's rounding out a prayer quorum"
- "On following the road to one's destiny, with the usual intrusions of violence and grace"
Om maar enkele voorbeelden te geven :
"Zelikman was alien to feelings of sympathy with young men in tears, having waked one morning, around the time of his fifteenth birthday, to find that by a mysterious process perhaps linked to his studies of human ailments and frailties as much as by the rape and murder of his mother and sister, his heart had turned to stone"
of nog - de gedachten van een dodelijk gewond man over zijn vrouw Sarah :
"Though only a week earlier the idea would have struck him as heresy, as he lay waiting to become carrion he considered that plump and vivacious Sarah was perhaps unworthy of his suffering and death, when after all, she chewed with her mouth open and her wind, when she had been consuming too much milk, gave off an unsettling odor of brimstone".
En zo zijn er niet een paar zinnen, maar elke zin is zo.
Anderzijds is het boek modern door zijn inhoud, cynisme, en plotwendingen. Ook de elliptische structuur van het boek staat ver van de lineaire verteltrant van de klassiekers. De hoofdstukken vertellen fragmenten uit het hele verhaal die het uiteraard mogelijk maken om het geheel te reconstrueren.
Lezen!
No comments:
Post a Comment