Tuesday, April 21, 2015

Craig Harline - De Wonderen Van Jezus-Eik (Bert Bakker, 2003) ***


Dank Walter! Omdat ik in Jezus-Eik woon, dacht hij - en ik - dat dit boek over de wonderen van Jezus-Eik zou gaan, zoals de titel vooropstelt.

Niets is minder waar, maar het maakt dit boekje er niet minder interessant om. Craig Harline is een Brits historicus die zowel in de abdij van Park in Leuven, als in het Gentse archief zeventiende-eeuwse documenten raadpleegde over de stroom mirakels en wonderlijke gebeurtenissen die zich afspeelden in Jezus-Eik, Gent en Brussel.

Het eerste hoofdstuk gaat over enkele wonderlijke genezingen die plaatsvonden aan de "Jezus Eik" in het Zoniënwoud, dat donkere en onveilge bos tussen Brussel en Overijse. Van zodra de eerste mirakels plaatsvinden, ontspint zich een politieke discussie tot welke parochie Jezus-Eik nu eigenlijk behoort, die van Tervuren of die van Overijse, vooral omdat er gaandeweg meer geld in het offerblok terechtkomt en commercanten zich rond de eik beginnen te vestigen. Het is fascinerend om lezen hoe beide pastoors het systeem gingen bewerken om hun gelijk te halen bij wereldse als religieuze autoriteiten, en welke argumenten ze gebruikten. Uiteindelijk gingen de rechten naar Tervuren, maar nu, zovele eeuwen later is Jezus-Eik een gehucht van Overijse (wat ik als Overijsenaar en oud-Tervunaar niet meer dan billijk vind).

Het tweede hoofdstuk gaat over een mirakel in een jezuïetenkerk in Gent, waar een moeder van veertien kinderen geen melk meer kan produceren voor haar laatste telg. Gelukkig komt een mariabeeld in de jezuïtenkerk tussen, en krijgt ze weer moedermelk. Opnieuw gaat het boek minder over het mirakel zelf als over het gelobby van de jezuïeten om bij de bisschop de erkenning te krijgen dat het om een mirakel ging. Die was daar niet toe geneigd, omdat kloosterorden er alles aan deden om de mensen naar hun kerken te krijgen in plaats van naar hun eigen parochiekerk. Mirakels deden mensen toestromen, en de bisschop en het vicariaat waren dus niet van plan hier al te snel op in te gaan.

De andere hoofdstukken gaan over de concurrentie tussen de kapel van de kleermakers in Gent en het iets verder gelegen bedevaartsoord waar relieken van Sint Friacius lagen, over Aldegonde de prostitué die beweerde alle mogelijke moorden en ontucht gepleegd te hebben, en over dokter Jan Baptista van Helmont die bovennatuurlijke gebeurtenissen als "natuurlijk" omschreef. Ook hier gaat het Harline niet om de mirakels zelf, maar eerder over de manier waarop er officieel werd omgegaan met deze verschillend vormen van bijgeloof.

Een interessant werkje.

No comments: