Na zijn dood in 2003, werden op Bolaño's computer en in schriftjes nog een aantal onvoltooide teksten gevonden, maar toch voldoende afgewerkt om gepubliceerd te worden. "
The Secret Of Evil" brengt deze negentien verhalen samen in een bundel, en we zijn er rijker om.
Bolaño's wereld is er altijd een geweest van zijdelingse benadering, een van mogelijkheden die aangeraakt maar nooit opgelost geraken, van verhaallijnen die beginnen maar in het niets oplossen. Voor elke andere auteur zouden deze tekstbundel niet kunnen, maar bij Bolaño wel. Het past in zijn universum dat de lezer met vragen blijft zitten.
We zouden overigens een paar heel sterke verhalen gemist hebben, zoals het eerste verhaal over hun eerste bovenburen in Mexico, autobiografisch, maar met die typische stijltrekjes die hem de gebeurtenissen in het appartement van de bovenburen doet verbeelden, zonder ze zeker te weten, vol gissingen en vermoedens. In dezelfde tekst leren we dat zijn ouders hem in die periode in een Opus Deï school plaatsten zonder het te weten, waar zijn " ...
ethics teacher a self-confessed Nazi (was), which was weird, because he was a little guy from the Chiapas with indigenous features, who'd studied in Italy on a scholarship - a nice, dumb guy, basically, who would have been gassed by the real Nazis without a second thought".
Er zijn ook nog enkele verhalen over Arturo Belano - de auteurs alter ego - en Ulisses Lima, de hoofdfiguren uit The Savage Detectives.
Ook hier zijn literatuur en detectiveromans niet ver weg, maar het veruit grappigste verhaal is "The Colonel's Son", een hilarische beschrijving van een vampierenfilm die hij op de televisie gezien had. "
I saw a movie on TV that could have been my biography or my autobiography or a summary of my days on this bitch of a planet. It scared me so fucking shitless I tell you I just about fell off my chair". ... "What I mean, just to be perfectly clear, is a film that cost about four euros or five dollars. I don't know who they conned to raise the money, but I can tell you that all the producer shelled out was just a bit of small change, and they had to make do with that. I can't even remember the title, really I can't, but I'll go to my grave callling it The Colonel's Son
, and I swear it was the most democratic, the most revolutionary film I'd seen in ages, and I don't say that because the film in itself revolutionized anything, not at all, it was pathetic really, full of clichés and tired devices, prejudice and stereotypes, and yet at the same time every frame was infused with and gave off a revolutionary atmosphere, or rather an atmosphere in which you could sense the revolution, not in its totality, but in a fragment, in a minuscule, microscopic fragment of the revolution, as if you were watching Jurassic Park
, say, except that the dinosaurs never showed, no, I mean as if it was Jurassic Park
and no one ever mentioned
the fucking reptiles, but their presence was inescapable and unbearable oppressive". Bolaño ten top dus. Het verhaal dat dan volgt is een zombie/vampierverhaal van een goorheid en brutaliteit om zelfs de films van Robert Rodriguez te doen verbleken.
Alle gebruikelijke ingrediënten zijn aanwezig : verschillende vertelperspectieven, spelen met taal, vlot leesbaar, indirecte verslaggeving (verschillende verhalen geven weer wat zich achter muren in andere kamers afspeelt). Met uitzondering van het vampierenverhaal is het allemaal zeer realistisch, maar dan van een werkelijkheid die niet te vatten is, die geen richting heeft, waarin figuren ronddwalen die bestaan zonder impact te hebben, die hun eigen unversum creëren, maar daarin falen, daarin verdwalen als in een labyrint zonder uitgang, zonder uitkomst, en waarin literatuur één mogelijkheid is om die verpletterende tocht op zoek naar schoonheid en geluk en rechtvaardigheid en erkenning en liefde tot een ander einde te brengen, maar die noodgedwongen eindigt in droefheid, of zelfs in droefheid die tot waanzin leidt, een einde dat vol alternatieve mogelijkheden is, maar die even noodgedwongen tot het rijk van de verbeelding behoren.
Absoluut niet te missen voor Bolañofans.
Nog meer van dit ....
Omdat ik dan toch in een Bolaño bui ben, heb ik al zijn romans en verhalenbundels gekocht (Amazon : 0,01£). De nog niet vertaalde zijn : "
Woes of the True Policeman" dat later dit jaar verschijnt en "
Un Novela Lumpen" dat waarschijnlijk in vertaling is. "
The Return" en "
The Insufferable Gaucho" heb ik niet tweedehands kunnen vinden.
Roberto Bolaño - Nazi Literature In The Americas (Picador, 1996) ****
Dit boek is een pseudo-beschrijving van de levens en werken van niet minder dan eenendertig schrijvers uit voornamelijk Latijns-Amerika. Alles is verzonnen, inclusief de referenties, de publicatiedata, de uitgeverijen en uitgevers. De levens van verschillende "nazi-auteurs" zijn met elkaar verweven, als familieleden, uitgevers en collega's die elkaar kenden, of verschrikkelijke vetes met elkaar uitvechten.
Zijn overzicht is natuurlijk ook een gigantische charge tegen het literair establishment, en tegen de gevestigde literatuur. "
There can be no doubt that as soon as he glimpsed that world (of the rich), he wanted to belong to it. He soon realised that there were only two ways to achieve his aim : through violence, which was out of the question, since he was peaceable and timorous by nature, appalled by the mere sight of blood, or through literature, which is a surreptitious form of violence, a passport to respectability and can, in certain young and sensitive nations, disguise the social climber's origin".
Op het eind van het boek krijg je nog de "Epilogue For Monsters", met een dertig bladzijden overzicht van tweederangsauteurs, uitgeverijen en publicaties.
Geestig, tegendraads en donker.
Roberto Bolaño - Monsieur Pain (Picador, 1999) ***
"Monsieur Pain" is nog bevreemdender dan de andere Bolaño verhalen. Het vindt plaats in 1938 in Parijs en de hoofdfiguur, monsieur Pain, is gespecialiseerd in hypnose en acupunctuur. Hij wordt door een vroegere vriendin gevraagd om een stervende vriend, een Peruviaanse dichter, die leidt aan een niet aflatende hik, te helpen omdat de medische wereld geen oplossing vindt. Pain kan de patiënt één keer ontmoeten, maar dan gebeuren de vreemdste zaken, als in een droom, en wordt Pain tegengewerkt, niet meer bij de patiënt gelaten, en zelfs zijn opdrachtgeefster verdwijnt onverwacht.
De hele sfeer is er een van neerslachtigheid en onmacht, van irrationaliteit en de onmogelijkheid om in te grijpen in de realiteit, om contact te leggen, met de patiënt, de opdrachtgever, zelfs met zijn achtervolgers ...
Roberto Bolaño - Amulet (Picador, 1999) ****
In "Amulet" brengt Bolaño het verhaal van Auxilio Lacouture, die zich tijdens de bezetting van de Mexicaanse universiteit twaalf dagen in de damestoiletten opsluit tot het gevaar is geweken, een personage dat al in "
The Savage Detectives" opduikt, maar hier als ik-persoon de kans krijgt haar relaas te doen.
Het boek begint realistisch, met de uitleg van Auxilio hoe ze haar idolen, de grote dichters Leon Felipe en Pedro Garfias als huishoudster gratis bijstaat, net zoals ze cirkelt rond het academische literaire milieu, hand- en spandiensten leverend waar nodig. Auxilio noemt zichzelf "de moeder van de Mexicaanse poëzie", ze kent alle dichters en alle dichters kennen haar.
In de roman komen Arturo Belano en Ernesto San Epifano ook aan bod, in een randplot rond een zakelijke deal met een lokale pooier en drugsdealer.
Naarmate het verhaal evolueert beginnen tijd en ruimte te schuiven, als onvaste gegevens die Auxilio buiten elke normale logica de droomwereld in stuurt,
"... a special kind of silence prevailed, a silence that figures neither in musical nor philosophical dictionaries, as if time were coming apart and flying in different directions simultaneously, a pure time, neither verbal nor composed of gestures and actions", en de realiteit wordt alsmaar vager, wellicht door honger en eenzame opsluiting, een afspiegeling van de innerlijke nachtmerrie die Auxilio doormaakt, met vooruitzichten van de toekomstige receptie van literaire grootheden in deze en volgende eeuw, met bedenkingen over Ezra Pound en Ruben Dario, met bedenkingen over de samenleving en Chili onder Allende en Pinochet en over de nood om de poëtische traditie om te gooien.
Enkele hoofdstukken van de roman worden ingenomen door de mythe van Erigone en Orestes, halfzus en halfbroer, van wie de eerste door de tweede vermoord moet worden, maar geen enkel rationeel argument kan haar aanzetten hem te verlaten, want beiden zijn verliefd op elkaar. "
And it is from that moment on, that is, after
having been moved, that Orestes began to give serious thought to the idea of protecting Erigone from the dangers besetting her in devastated Argos, which consisted, fundamentally, of his own madness, his homicidal fury, his shame and repentance, that is, the components of what he liked to call the destiny of Orestes, a high-sounding name for self-destruction." Maar wanneer Orestes dan nadien met zijn vriend Pylades door het land trekt : "
Hippies, with no ties to hold us, turning life into an art".
De waanzin en hallucinaties nemen toe tot het laatste hoofdstuk, een echte droomsequentie, zonder raakvlakken met tijd en ruimte, of toch niet met vaste tijd en vaste ruimte, met een visioen van een kloof in een vallei, waar kinderen zingend naartoe marcheren, hun onvermijdelijke dood tegemoet. En zij, Auxilio, de Moeder van de Poëzie, ziet al haar kinderen hun dood instappen : "
And although the song I heard was about war, about the heroic deeds of a whole generation of young Latin Americans led to sacrifice, I knew that above and beyond all, it was about courage and mirrors, desire and pleasure. And that song is our amulet".
Roberto Bolaño - By Night In Chile (Vintage, 2000) ***
"By Night In Chile" brengt het sterfbedverslag van Sebastian Urrutia Lacroix, priester van Opus Dei, maar tegelijk ook literatuurkenner, die nog voor hij zijn laatste adem uitblaast wil uitleggen waarom hij vrede heeft met zichzelf ondanks de aanklacht van een 'wisened youth'.
Deze context leidt onvermijdelijk tot literatuur als verdichting, maar ook, door de doodstrijd, als een lange hallucinatie of droom of nachtmerrie, wie zal het zeggen, waar rationaliteit en lineariteit ver te zoeken zijn, maar angst en haat, verpersoonlijkt door de heren Raef en Etah, alomtegenwoordig, ondanks de gelijkmoedigheid die de ik-persoon beweert te hebben.
Een van die zijverhalen is de taak die de schrijver kreeg van de junta van Pinochet om zijn volledig kabinet opleiding te geven in de communistische teksten, met Marx en Hegel natuurlijk als de basiscursus.
Een vreemd boek, op zijn zachtst gezegd, en wat zwaarder op de hand dan de andere romans hierboven vermeld.