Sunday, May 27, 2012
Mario Vargas Llosa - Conversation In The Cathedral (Faber & Faber, 1974/1995) *****
Dus waarom lees je altijd romans van schrijvers die je al zoveel hebt gelezen? Wel, omdat ze goed zijn. Neem nu Mario Vargas Llosa. Zijn "Conversations In The Cathedral" dateert van 1974, een turf van 600 dichtbedrukte bladzijden, ongelooflijk moeilijk om lezen, maar tegelijk een niet te missen leeservaring.
De hoofdfiguur, Santiago Zavala, ontmoet Ambrosio, de vroegere chauffeur van zijn vader in café La Catedral. Tijdens een zware en dronken nacht brengen beide mannen elkaar op de hoogte van de ongekende aspecten van hun levenslopen die in elkaar verstrengeld zijn op politiek, financieel en menselijk vlak.
De plot verhaalt de opkomst van een militaire junta, na de aanstelling van Cayo Bermúdez als hoofd van de binnenlandse veiligheid, die door corruptie en afpersing het hele systeem naar zijn hand zet. In die wereld van de macht is iedereen, van de president over de generaals, de bedrijfsleiding en tot en met het huispersoneel en de hoertjes en de politie verweven in het net van financiële en andere verplichtingen. Bermúdez symboliseert dit soort macht en is eigenlijk de figuur rond wie alle anderen cirkelen.
Vargas Llosa's aanklacht tegen het systeem komt tot leven in de gewone mensen, die misbruikt en verpletterd worden, rechtstreeks of onrechtstreeks. Santiago Zavala probeert eerst via de ondergrondse communistische partij weerwerk te bieden aan het systeem, maar kiest al snel voor een positie als journalist, buiten het systeem en hij keert zich ook van zijn familie, geleid door zijn rijke vader, bedrijfsleider en verstrengeld in het spel van de macht.
Het geheel is wel geen zwart-wit tekening, maar een spel van schaduwen en onzekere standpunten, met de angsten van de personages die hun echte gevoelens en principes niet kunnen en durven uiten. Ook de mens als psychologisch wezen is onderdrukt, net zoals hij dat ook op democratisch, sociaal, en economisch vlak is.
Bovendien experimenteert Mario Vargas Llosa met vorm. Het eerste deel van de roman is in het begin praktisch onleesbaar, omdat drie dialogen, die plaatsvinden op verschillende tijdstippen, maar deels met dezelfde personages door elkaar geweven zijn zonder dat enige context wordt geschetst. Dit vraagt van de lezer een ongelooflijke inspanning om te ontrafelen wat er echt gaande is, net zoals beide hoofdfiguren, Santiago Zavala en Ambrosio, hun weg moeten vinden in het labyrint dat de werkelijkheid is geworden, en waarin iedereen verstoppertje speelt met iedereen, als een overlevingsstrategie.
Eenmaal je die leeservaring rijker bent, wordt de rest van het verhaal vlotter leesbaar, hoewel ook daar door kunstig spelen met tijd en perspectief, constante concentratie vereist is.
Dit is een echt grote Zuid-Amerikaanse roman, met tientallen personages die tot in het detail zijn uitgewerkt en elk hun eigen karakterontwikkeling hebben, met en plot en vele zijverhalen vol onverwachte wendingen, meesterlijk door elkaar verweven.
Een donker, zwaar boek, verschrikkelijk goed.
Labels:
*****,
Mario Vargas Llosa
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment