Saturday, January 31, 2009

Aravind Adiga - The White Tiger (Atlantic Books, 2008) ****

Winnaar van de Man Booker Prize 2008. Dat is een goede referentie. Daar staan namen bij als Coetzee, Gordimer, Ondaatje, McEwan, Banville, Golding, Murdoch, Rushdie, ... voorwaar goed gezelschap (dat er enkele miskleunen tussenzitten, moet je er maar bij nemen, Anita Brookner bijvoorbeeld). Vergeleken met deze illustere voorgangers, schiet Adiga toch wel iets te kort. Het is meer van het niveau van een Yann Martell's "Life Of Pi", literair gesproken dan, of Ben Okri's "The Famished Road". "The White Tiger" heeft dezelfde originaliteit van vertelperspectief als "Life Of Pi", and dezelfde ontluisterende maatschappelijke diepgang als "The Famished Road".

De ik-figuur van het boek heeft zijn eigen 'start-up' in Bangalore, het koninkrijk van de outsourcing, waar de mensen 's nachts werken om in dezelfde tijdzone als hun klanten in de VS te kunnen leven. Vanuit deze comfortabele nachtelijke positie, schrijft hij een reeks brieven aan de Chinese premier, die binnenkort op bezoek komt, met als doel die een achtergrondschets te bieden van het land, maar dan een schets die toont wat er achter de schermen plaatsvindt. Hij vertelt het vanuit zijn eigen perspectief. Hij heeft letterlijk een moord moeten begaan om zijn comfortabele positie te bereiken.

Dan volgt het verhaal zelf, van zijn jeugd als beloftevolle maar koppige leerling op het platteland, zijn werk als chauffeur in de stad, het leven in Delhi, de corruptie, de vernederingen, de prostitutie, de misdaad, de centen, de mensonwaardige levensomstandigheden van de meeste Indiërs. Maar het wordt gelukkig geen tweede Rohinton Mistry, daarvoor is Adiga te fijngevoelig en een te handig verteller. De ik-figuur is immers geen held, maar een verschrikkelijke opportunist, maar dan één die op alle sympathie van de lezer kan rekenen (of toch die van mij), door zijn groot gevoel van medeleven en menselijkheid, en die sympathie blijft zelfs tot en met de moord die hij pleegt. Hij is geen machteloos slachtoffer wiens situatie van kwaad naar erger evolueert, zoals in zovele fatalistische maatschappijkritische boeken.

En dat is het wonderlijke van dit boek : Adiga's toon, zijn humor en relativering, de permanent vriendelijke toon waarmee het hoofdpersonage de ontrollende gebeurtenissen vertelt, geven het boek een zekere lichtheid, maar tegelijk een grotere scherpte dan wanneer het een eindeloos geweeklaag of een direct aanklacht zou zijn geweest. In zijn visie zijn er niet direct goeden en slechten, het is een kluwen van individuen en fracties die er allemaal op uit zijn er alles uit te halen. Hij vergelijkt India met een kippenren. Alle kippen wachten naast elkaar rustig af tot ze één voor één worden geslacht. De wachtenden komen niet in opstand, hoewel ze eigenlijk niets te verliezen hebben.

Dit alles wordt gebracht tegen de achtergrond van de verkiezingen, een niet te begrijpen charade van politieke partijen, van wie de communicatie vaak het tegengestelde is van de realiteit. Een mooie illustratie :

"And below the slogan the policeman wrote
ALL INDIA SOCIAL PROGRESSIVE FRONT
(Leninist Faction)
Which was the name of the landlords' party."

Of nog, in zijn rechstreekse aanspreking van Weng Jibao :

"I gather you yellow-skinned men, despite your triumphs in sewage, drinking water, and Olympic gold medals, don't have democracy. Some politician on the radio was saying that that's why we Indians are going to beat you: we may not have sewage, drinking water and Olympic gold medals, but we do have democracy. If I were making a country, I'd get the sewage pipes first, then the democracy, then I'd go about giving pamphlets and statues of Gandhi to other people, but what do I know? I'm just a murderer".

Hij is een fantastisch verteller. Ik heb de andere kandidaten voor de Man Booker Prize nog niet gelezen, maar deze roman heeft zijn plaats zeker verdiend.

Russell Hoban - My Tango With Barbara Strozzi (Bloomsbury Books, 2007) *

Enkele citaten op de achterkant van het boek :
"The author is certainly a true original" (Daily Mail)
" ... fast, fun, full of big ideas lightly represented..." (Scotsman)
" ... a haunting, exasperating, funny, sad and elegiac. Catch it before it disappears" (Guardian)
" A deceptively complex novel of ideas, about reality, identity and ontology, that is only masquerading as a sweetly simple boy meets girl story" (Independent On Sunday).

Wel, ik heb me weer laten vangen. Dit is één van de slechtere en saaiste boeken die ik de laatste jaren heb gelezen (en uitgelezen!). Ik vraag me soms echt af waar de kritische zin is van die zogenaamde literaire critici. Boring stuff. Inspiratieloze drukdoenerij. Maar wel een prachtvoorbeeld van slechte literatuur. De personages zijn zo onrealistisch als maar kan zijn. De "girl" uit het verhaal gaat zowat om de haverklap met een ander naar bed. Het karakterzwakke hoofdpersonage doodt zowaar nog één van haar belagers, en dan nog op de meest debiele wijze. Tussendoor duwt Hoban zijn roman vol met wetenswaardigheden die niets met het verhaal te maken hebben. Op geen enkel moment heb je zelfs maar de indruk dat er gevoelens zijn tussen de personages.

Maar het boek is een prachtvoorbeeld van een totaal gebrek aan "pace". Noem het tempo of ritme, of het opbouwen van spanning, climax. De belangrijkste momenten uit het boek krijgen amper aandacht, noch in voorbereiding, noch in hun beschrijving, noch in hun mentale impact achteraf. Maar alle niets ter zake doende uitwijdingen worden over vele bladzijden uitgesmeerd. De ik-figuur doodt iemand, en dat wordt verteld als een fait divers dat hem niet schijnt te raken. Ja, de politie komt, en het lijk wordt opgeruimd, maar dan gaat het leven gewoon verder.

Het is ook een prachtvoorbeeld van een boek waar je om de haverklap om de oren wordt geslagen met citaten, de beschrijving van kunstwerken, ... die niet alleen de ik-figuur schijnt te kennen, maar die ook moeiteloos door de andere personages gekend zijn en probleemloos geduid worden.

Dus : veel doen alsof, maar weinig authenticiteit. Veel pretentie en weinig substantie.

Omdat het zo slecht is, en tegelijk relatief dun (160 bladzijden), is het interessant om lezen. Een prachtvoorbeeld van wat literatuur niet hoort te zijn.

Alexander Poeshkin - Eugene Onegin (Wordsworth Classics, 2005) ****

Nog eens een klassieker erbij gehaald. Ik had Poeshkin nooit gelezen, en ik moet zeggen, het was meer dan goed. Ik heb dit halve vooroordeel dat er vandaag veel betere literatuur wordt geschreven dan vele van de zogenaamde klassiekers. In die tijd was het al een heel gebeuren als iemand een boek schreef. En wie goed was, kwam wel boven drijven. Vandaag is dat even anders. Maar Poeshkin is het lezen waard. Ik heb zijn roman-op-rijm in een Engelse vertaling gelezen die niet in versvorm was opgesteld, maar wel zeer uitvoerig bekommentarieerd door de vertaler. Zonder die kommentaar zijn de vele verwijzingen naar de politiek, de geschiedenis en de literatuur niet te begrijpen. Maar het verhaal gelukkig wel. Eugene Onegin is een welgesteld dandyesk figuur, die eigenlijk niets doet, buiten slapen en uitgaan, maar wel de zinloosheid van dit bestaan inziet. De plot zelf is relatief mager. Eugene verveelt zich in de stad, verhuist naar het platteland, waar Tatyana, de dochter van de buren, op hem verliefd wordt, een liefde die hij niet beantwoordt. Zijn vriend wordt verliefd en verlooft zich ook met de zus van Tatyana. Omdat Onegin te lang met haar danst op een feest, daagt zijn vriend hem uit tot een duel, en wordt zelf gedood. Onegin vertrekt/vlucht terug naar de stad. Jaren later komt hij Tatyana opnieuw tegen. Nu wordt hij verliefd op haar, maar haar gevoelens zijn veranderd. Dit alles in iets meer dan honderd bladzijden. Het verhaal doet modern aan door de schrijver, de ik-figuur die er te pas en te onpas tussenkomt om zelf kommentaar te geven, ook over zichzelf uitwijdt zonder dat we eigenlijk iets van hem te weten komen. Het is een leuke roman. Maar ik denk niet dat één uitgever dit vandaag zou uitgeven mocht het als manuscript ingediend worden. Niet één. En toch is het een klassieker.

Sunday, January 4, 2009

Xiaolu Guo - A Concise Chinese-English Dictionary For Lovers (Chatto & Windus, 2007) ****

Nederlandse titel : Beknopt Woordenboek voor Geliefden

Enkele jaren geleden was ik gecharmeerd door Village Of Stone, het debuut van Xiaolu Guo, en de belofte die ze toen inhield, maakt ze ook waar met haar tweede roman. Het verhaal is eenvoudig. Een Chinese jonge vrouw van 24 komt naar Groot-Brittannië om Engels te leren, op kosten van haar ouders die een schoenfabriekje hebben. Eenmaal in Londen valt ze in de armen van een oudere man van iets boven de veertig, met wie ze een jaar samenwoont alvorens ze terug moet naar China. Het leuke en het creatieve van Guo's benadering is dat elk hoofdstukje gebouwd is rond een term die dan centraal staat in de korte gebeurtenis die nadien wordt beschreven : "Misunderstanding", "Home", "Colony", "Fart", "Fatalism", enz. gaande van de meest alledaagse begrippen tot meer filosofische. Haar taaltje is ook leerlingen-Engels, met kromme zinnen, verkeerde begrippen, ontbrekende lidwoorden, verkeerd vervoegde werkwoorden. In het begin werkte dat nogal storend, maar gaandeweg raak je eraan gewend, en biedt deze aanpak nog frisse nieuwe perspectieven ook.

Maar haar taal is ook een handicap om als volwaardig mens beschouwd te worden in haar nieuwe omgeving :
"In the West, in this country, I am barbarian, illiterate peasant girl, a face of third world, and irresponsible foreigner. An alien from another planet".

Enkel in het gezelschap van een Japanse en Koreaanse medeleerling ervaart ze haar Engels niet als een handicap :
"Most important thing, they use very simple words. Yoko sits down and say, 'Are we eat?'; Kim Yan Zhen looks at hotpot and asks, 'Cook, you?' I like that. I like people speak that way. So we understand each other easily."

Ook haar beschrijvingen, en de snelle sprongen die ze maakt van eenvoudige zaken naar diepe wijsheden of poëtische omschrijvingen, zijn zowel grappig als kunstig.
"After the soup becomes boiling I put in tofu and lamb. With hotpot, lamb is essential for the soup. It gives the form content. Otherwise hotpot is the interesting form of meaningless".

Ze maakt ook een verplichte reis door Europa, en komt dan ergens in een klein dorp in Portugal terecht.
"In the shade of sun, two old local mans with very dark skin sit on a chair. They are smoking quiet, in the morning. (...) A young girl, looks like a backpacker, a tourist, wanders in the street. She wears a tight lemon T-shirt. Her young lively breasts drag those old local man's eyes. As she disappears into the end of the street, two old mans withdraw back their eyes, and both exhale the smoke from their mouths. It must be a pleasure for them, in the morning street, seeing a young active breast under the lemon T-shirt".

Prachtig, niet?

Haar taalhandicap zorgt ook voor grappige relativeringen van haar filosofische mijmeringen :
"How is 'time' so clear in the West? Is being defined by Science or by Buddha? Reincarnation, it is not past future. Is endless loop. A circus, ending and starting is the same point."

Of nog :
"The snow knows its own power. It understands how to make a city less bleak and more gentle"

Het is een liefdesverhaal, vaak nogal naïef aandoend, maar zeker zeer oprecht gebracht. De ik-figuure is ook heel naïef op seksueel gebied, maar staat er wel meer dan open voor. Het staat symbool voor een andere manier van leven en denken, meer in termen van mogelijkheden dan van verplichtingen, meer in termen van eigen genot in plaats van de plicht jegens de collectiviteit, en zo ontwikkelt het verhaal zich stapsgewijs ook als een interne ontdekkingsreis.

Naast een liefdesverhaal, is het boek ook een clash van culturen. De man die ze heeft ontmoet is een "drifter", iemand die van dag tot dag leeft, eigenlijk kunstenaar is, maar vooral een besteldienst heeft. De ik-persoon daarentegen is zeer ambitieus, ze wil vooruit geraken, elk moment vrije tijd besteedt ze aan haar woordenschat. In China kan ze het zich niet veroorloven om niet aan de toekomst te denken. De Westerse bekommernis om zichzelf, de omgang met tijd, staan in schril contrast met de nood van een ontwikkelingsland om er bovenop te geraken, om zichzelf op te offeren om de komende generaties een toekomst te bieden.

Naast de creatieve vormgeving, zijn de perfecte beheersing van de netjes afgeronde hoofdstukjes, de lichtvoetige diepzinnigheid door de grote vragen die ze durft stellen over liefde en leven, maar dan gedreven vanuit haar dagelijkse beslommeringen, voldoende redenen om dit boek aan te bevelen.

Friday, January 2, 2009

2008 Boeken Top-10

In alle bescheidenheid, hierbij het lijstje van de beste boeken die ik las dit jaar :
  1. Ian McEwan - On Chesil Beach
  2. Markus Zusak - The Book Thief
  3. Ian McEwan - For You
  4. José Eduardo Agualusa - The Book Of Chameleons
  5. J.M. Coetzee - Diary Of A Bad Year
  6. Philippe Claudel - Le Rapport De Brodeck
  7. Michael Chabon - The Gentlemen Of The Road
  8. Louis De Bernières - Partisan's Daughter
  9. Hari Kunzru - My Revolutions
  10. Chuck Palahniuk - Rant
Er zijn natuurlijk veel boeken die ik niet heb gelezen, deels wachtend op de paperback uitgave, maar ook omdat de tijd ontbreekt om al die romans te lezen. Hopelijk helpt dit lijstje voor wie met dezelfde problemen kampt.

J.M.G. Le Clézio - Ritournelle De La Faim (Gallimard, 2008) ****

Ik had nog niets gelezen van de Nobelprijswinnaar literatuur 2008. Dan maar zijn laatste werk ter hand genomen : "Ritournelle De La Faim". Een "ritournelle" is een refrein uit middeleeuwse madrigalen, en later gebruikt als synoniem voor een instrumentaal tussenstukje in een opera. In deze roman beschrijft Le Clézio het leven van een jong meisje in de periode rond de tweede wereldoorlog. Haar ouders komen van Isle Maurice en hun vriendenkring ook voor een deel. In dit verhaal wordt ze heen en weer getrokken tussen een kinderlijk en poëtisch verlangen naar schoonheid, en de noodzaak om zich als een volwassene te gedragen in een materiële context die haar ouders eigenlijk te boven gaat. Haar vader is een dronken fantast, met meer ideeën en plannen dan echte realisaties. Ze weigert ook om te moeten toegeven aan de lelijkheid van het bestaan. De droom van haar grootoom was het herbouwen van het Indisch paviljoen van de universele tentoonstelling in Parijs, maar na zijn dood werd dat een snel een lelijk flatgebouw dat onder de verantwoordelijkheid van Ethel verder ontdaan werd van elke mogelijk aantrekkelijk element. Le Clézio maakt een pakkend verhaal van deze gegevens, en slaagt er vooral heel goed in om de spanning op te roepen tussen zelf je leven bepalen en het moeten aanpassen aan de veranderende omgeving, tussen wens en realiteit, tussen schoonheid en zuiverheid en anderzijds lelijkheid en verderf. Literair gezien een knap boek, maar op zich geen Nobelprijsmateriaal. Misschien moet ik zijn andere romans maar eens opzoeken.

Pierre Louÿs - The Woman And The Puppet (Dedalus, 1999) ***

Deze roman van de Fransman Pierre Louÿs dateert al van 1989, en beschrijft de liefdesgeschiedenis van een rijke zakenman in Sevilla die valt voor een vijftienjarige, nadien achttienjarige. Die jonge vrouw (kind?) kent echter de macht van uitdaging en verleiding, maar ze blijft hem aan het lijntje houden, tot bijna in het waanzinnige toe, terwijl de hoofdfiguur zich als een kwijlend hondje blijft uitsloven (en betalen!) om in haar gunst te komen en haar tot zijn vrouw te kunnen maken. Dit is geen hoogstaande literatuur, maar de hardnekkigheid van de biologische aantrekkingskracht (want met liefde heeft dit eigenlijk weinig te maken) die elke rationaliteit overstijgt, is zelden op een zo gefocuste manier in een roman weergegeven. En het grappige van deze roman is dat je enerzijds niet kan begrijpen dat de verteller maar blijft betalen, zich maar blijft vernederen om haar te kunnen "bezitten", tegen alle afwijzingen en misbruiken in, maar anderzijds kan je - als mannelijke lezer tenminste - zeer veel begrip opbrengen voor zijn droeve lot.

Richard Russo - Bridge Of Sighs (Vintage, 2007) **

Nederlandse titel : De Brug Der Zuchten

Richard Russo schrijft vlot, tenminste, zo lijkt het. En dat is misschien zijn grote fout. Door zijn vlotte pen wordt elk detail breed uitgesmeerd, ontstaan er uitweidingen die er in slagen om een zeer realistisch beeld te schetsen van het leven van zijn personages, maar toch slaagt hij erin om een sterke focus te houden op het basisverhaal en het geheel redelijk evenwichtig gestructureerd te houden. Het verhaal is een typisch "coming of age" verhaal, over jongens in Thomastown, een redelijk banaal stadje in de staat New York, met de bijna archetypische verdeling tussen arm en rijk, een reeks kleurrijke figuren (de zwarte dronkaard, de blanke dief, de tweeling zussen, de jonge haantjes, ...), en dan de twee hoofdpersonages. Twee jeugdvrienden die elkaar uit het oog verloren zijn, tenminste visueel dan, want de ene, die nooit zijn dorp verlaten heeft, blijft zijn vriend, die intussen als kunstschilder permanent in Venetië verblijft, op de hoogte houden van het reilen en zeilen van het dorp. Het is bovendien een zeer Amerikaans verhaal, met alle ingrediënten van rassendiscriminatie, emigratie en immigratie, de nog latente verschillen tussen Amerikanen van Ierse, Italiaanse, Poolse of Duitse oorsprong, het realiseren van de Amerikaanse droom, enz. Maar net zoals de Amerikaanse gezondheidsplaag, lijdt ook dit boek aan obesitas. Russo schrijft maar en schrijft maar, blijft gebeurtenissen, mijmeringen en beschrijvingen toevoegen die vaak geen enkel functioneel effect meer hebben op het totaal plaatje. In tegenstelling tot bijvoorbeeld John Irving, bij wie het plezier van het moment, de kleine spitsvondigheid, of de grappigheid van een situatie, een dikke turf nog leesbaar kan maken, ontbeert Russo die kunst volledig. Hij wil de zaken grootser, alomvattender opvatten, wat dit boek nogal zwaar op de hand en uitermate saai maakt. Hij vergeet immers één ding : de plot is oninteressant en de personages ook. En dat los je niet op met goed schrijven.

Sunday, December 21, 2008

Ian McEwan - For You (The Libretto) (2008) *****

Na "Atonement" en het nog verbluffender "On Chesil Beach", schrijft Ian McEwan nu dit geestige libretto "For You". Een prachtig verhaal van een iets oudere componist/dirigent die de greep op zijn omgeving en relaties begint te verliezen, en dat qua plot doet denken aan het komische theater van eind 19e eeuw, vol misverstanden, overspel, binnen- en buitenlopende personages, meesters en knechten. Het boekje bestaat deels uit toneeldialogen, deels uit gezongen stukken (op rijm). In zijn eenvoud en door McEwan's onwaarschijnlijk sterke pen is dit een echt pareltje. Zowat elk personage heeft een verkeerd beeld van de realiteit, zowel op zichzelf, als over de relaties met de anderen, als over wat er nu precies gebeurt of zou moeten gebeuren. En deze opeenstapelingen van veronderstellingen leidt natuurlijk tot onvermijdelijke chaos en de hele intellectueel-artistieke mikmak escaleert tot een ordinair politie-onderzoek, met alle personages, politieagenten en kamermeid, die samen unisono de grote finale zingen. Een briljante stijloefening. Een snoepje van een boekje.

Ian McEwan - Child In Time (1984) ***

Nederlandse titel : Het Kind In De Tijd

Dan maar ook dit vroeger boek van McEwan ter hand genomen. De ingrediënten van zijn later succes zijn aanwezig, zijn kunde om echte gevoelens op te roepen, relaties te beschrijven, maar dit verhaal blijft steken op een te abstract niveau. Hij polariseert de mens tussen man-vrouw, sterk-zwak, hiërarchisch-voorspelbaar versus kwantumfysisch-onvoorspelbaar, en weeft daar zijn plot rond, waardoor sommige karakters en gebeurtenissen, net zoals bij Mulisch, té conceptueel overkomen als de vertegenwoordiger van één of ander hoger abstract concept. Ook de motieven van kind-zijn en het motief van de tijd, wordt op een bijna exhaustieve manier in beeld gebracht (het kind als wezen, als houding, als opvoedkundig concept, als herinnering, het kind in ons, enz, net zoals de fysische tijd, de beleefde tijd, teruggaan in de tijd, het overstijgen van de tijd). Het is allemaal nogal te nadrukkelijk, wat de beleving ervan in de weg staat. Maar waar Mulisch gevangen bleef in dit soort maniëristisch gemaneuvreer, heeft McEwan het beste uit deze roman later tot een veel hoger niveau van authenticiteit en uitgepuurdere stijl getild. Het is niet slecht, maar niet te vergelijken met zijn latere werk.

Shalom Auslander - Foreskin's Lament (2007) ****

Nederlandse titel : Klaaglied Van Een Voorhuid

Shalom Auslander is een New Yorkse orthodoxe jood die in "Foreskin's Lament" zijn memoires weergeeft, en zijn deels mislukte ontvoogding van een verstikkend geloof en sociale omgeving. "Deels mislukt" omdat zijn vrijgevochten nieuwe bestaan met zijn jonge vrouw en hun jonge kind, nog altijd volledig gedomineerd wordt door God, die blijkbaar niets anders te doen heeft dan hem, Auslander, bij elke gebeurtenis te willen volgen, beoordelen en bestraffen. In zijn paranoide verhaal is God de wreedaardige en wraakzuchtige God zoals we die kennen van het Oud Testament, de kerel die Mozes veertig jaar door de woestijn laat zwerven tussen Egypte en het beloofde land om hem dan, eindelijk, op de grens van zijn doel, te doen sterven, en zo ook is de God uit dit boek : gaat het goed met Shalom, dan is dat alleen omdat zijn God het hem tijdelijk gunt om hem met des te meer genot dieper te laten vallen, harder te treffen. Maar door het relaas van zijn opgroeien, en het gaandeweg meer en meer overtreden van de streng orthodoxe en maatschappelijke regels (van het eten van niet kosher voedsel, over winkeldiefstal en het roken van hasj) stelt Auslander ook de basis van een persoonlijke God in twijfel, door vragen te stellen en situaties te creëren die grappig en absurd zijn. De hypocrisie van de religie als establishment, de beangstigende greep van een collectieve fantasie op het dagelijks leven van mensen, maar ook de contradicties van het geloof op zich worden geestig en met respect in kaart gebracht doorheen de anecdotes en gebeurtenissen van zijn leven. Normaal moet ik het niet zo hebben van grappig bedoelde boeken, maar dit is er één van een superieur niveau. Geestig en boeiend.

José Eduardo Agualusa - The Book Of Chameleons (2004) ****½

Nederlandse titel : De Handelaar In Verledens

The Book Of Chameleons is één van de betere boeken die ik dit jaar las. Ik kende Agualusa niet, maar hij schrijft schitterend : poëtisch, filosofisch, half-dromend, creatief, boeiend. José Eduardo Agualusa is van Angolees Portugese afkomst, en het verhaal speelt zich ook in Angola af. De ik-persoon is een gekko die tegen het plafond van het huis van een welgestelde albino woont. De albino in kwestie is een verzinner van verledens, iemand die voor zijn klanten heel precies een verleden kan reconstrueren, tot in het kleinste detail om de persoon in kwestie een nieuwe toekomst te bieden. Verandering en verschuivende identiteit zijn dus aanwezig in elk onderdeel van dit fascinerend verhaal. De hoofdstukjes zelf zijn korte mijmeringen over het leven, met af en toe het relaas van een droom ertussen. De hoofdstukjes kunnen inzoomen op een of ander detail : een naam, een omgeving, een herinnering, maar dat kader, hoe ongeïntegreerd ook in het geheel, blijft tegelijk het basisverhaal verder vertellen. En doorheen deze mijmering over vergankelijkheid en identiteit ontwikkelt zich een bizarre plot, een moordverhaal, maar ook een dat op zijn kop staat, geen "whodunit" want het slachtoffer valt pas op het eind van het verhaal, maar wel het waarom staat centraal. En dat waarom tilt het geheel in één adem naar een totaal andere politiek-maatschappelijke dimensie. Wat een leesgenot! Slim gebracht en schitterend geschreven.

Gabriel Garcia Marquez - The Autumn Of The Patriarch (1975) ***

Nederlandse titel : De Herfst Van De Patriarch

De enige roman van Garcia Marquez die ik nog niet had gelezen, en de eerste die ik niet heb uitgelezen. De roman vertelt het verhaal van een dictator die net is overleden, en in de meest onwaarschijnlijk lange volzinnen wordt de man zijn leven gereconstrueerd. Dat leven vindt natuurlijk plaats in de typisch Zuid-Amerikaanse context die de auteur al zo vaak heeft beschreven, maar de schrijfstijl is zo experimenteel dat hij er eigenlijk niet echt in slaagt om die wereld tot leven te brengen, tenzij als een eindeloze nachtmerrie waar geen eind aan komt. Ik heb een enorme bewondering voor Garcia Marquez, en ook hier valt op zijn vakmanschap niet af te dingen, maar ik liep al snel verloren in de eindeloze zinnen, en zo ook mijn aandacht en interesse om verder te lezen. Dit is het omgekeerde van de "Kroniek Van Een Aangekondigde Dood", zijn echte meesterwerk, dat door zijn gebaldheid, zijn meesterlijke structuur en schriftuur, in een beperkt aantal bladzijden een hele wereld op papier zet.

Oscar Hijuelos - Our House In The Lost World (1984) ****


Nederlandse titel : Ons Huis In De Laatste Wereld

In mijn verdere reis naar Latijns-Amerikaanse auteurs, heb ik dit boek van Oscar Hijuelos bij De Slegte gekocht. Hijuelos is beter bekend van "The Mambo Kings", dat later verfilmd werd, maar deze roman is ook niet slecht. Het verhaal schetst het leven van een Cubaans koppel dat naar New York emigreert in de hoop er een beter leven te kunnen vinden, maar dat lukt maar deels. De vader vindt er werk als kok, de moeder blijft thuis en zorgt voor de twee zonen. De vier hoofdpersonages worden permanent heen en weer gesleurd tussen tegenstrijdige verlangens, verwachtingen en de realiteit. De vier personages zijn ook complex. Alejo, de vader is een hardwerkende alcoholicus, vol onbegrip en vooral ongeduld naar zijn vrouw en kinderen, maar toch vol liefde en opoffering tegelijk. Mercedes, de moeder, verstikt haar kinderen bijna door haar liefde en vrees voor nog meer slechte gebeurtenissen. Ze vlucht in een bijna mystieke zelf-gecreëerd universum, ze vreest de gewelddadigheid van haar man, maar ze houdt van hem. Hijuelos' schrijfstijl is redelijk direct, niet echt expressief, maar door de diepgang van de personages weet het toch te boeien. De authenticiteit en de worsteling van de vier personages zijn schitterend weergegeven.

Sandra Cisneros - The House On Mango Street (Vintage, 1984) ****

Nederlandse titel : Het Huis In De Mangostraat

Dit prachtige boekje is verplichte schoollektuur in de Verenigde Staten, en terecht. "The House On Mango Street" beschrijft in een veertigtal korte verhaaltjes de visie van de opgroeiende Esperanza Cordero op haar omgeving, haar buren, haar ouders en vrienden. Op zich niet zo opmerkelijk, ware het niet dat Cisneros ongelooflijk goed schrijft. Eenvoudig, verrassend en krachtig. Sommige van de korte tekstjes zijn niet langer dan een bladzijde, en toch is elk stukje een pareltje op zich, gevormd rond een idee, een inzicht, een droom, een gebeurtenis, licht en toch diepzinnig, grappig en fijngevoelig. Niet te missen.

Sunday, November 23, 2008

Junot Díaz - The Brief Wondrous Life Of Oscar Wao (Penguin, 2008) ***

Nederlandse titel : Het Kort Maar Wonderbare Leven Van Oscar Wao

Deze debuutroman van Junot Díaz kent verschillende gezichten. Het verhaal start met de beschrijving van het droevige leven van Oscar Wao, van Dominicaanse afkomst, dik, sociaal gehandicapt, nerd, wanna-be schrijver, hunkerend naar een lief, geobsedeerd door science fiction and computer games. Voeg daar nog aan toe dat elke andere zin enkele Spaanse woorden bevat om het wat meer couleur locale te geven, en ik had eigenlijk zin om er de brui aan te geven, vrezend dat ik met een tweede "Confederacy of Dunces" te maken had (te mijden!). Maar wanneer het perspectief verschuift van Oscar naar de vriend van zijn zus, en dan naar zijn moeder, en naar zijn zus, dan breekt het boek helemaal open, in zijn volle tragiek en menselijkheid, in een moderne vorm van de typisch Latijns-Amerikaanse traditie, het verhaal van enkele generaties tegen de achtergrond van de dictatuur van Trujillo in de Dominicaanse Republiek. Voor wie het nog niet zou gelezen hebben : Mario Vargas Llosa's "The Year Of The Goat" beschrijft de laatste dagen van Trujillo's leven, en is een absoluut meesterwerk (zeker lezen!).

Díaz heeft een zeer directe stijl, bijna een spreekstijl, met een sterk gevoel voor straattaal wat leidt tot een sterk "hier en nu" gevoel bij de lezer en dus ook een sterke betrokkenheid. Hij slaagt er ook goed in om het tempo hoog te houden, ondanks de verschillende door elkaar geweven persoonlijke geschiedenissen. Hoe meer het boek evolueert, hoe beter het wordt : emotioneel geladen, krachtig geschreven, warm menselijk, humanistisch, geestig vaak, en schitterend beheerst gestructureerd. Het is echter niet de "literary triumph" die andere blogs ervan maken. Wel de moeite waard.

Chuck Palahniuk - Snuff (Jonathan Cape, 2008) ***

Ik kon het niet laten, de nieuwe Palahniuk lezen. Het verhaal is weer voorbij de grens van het welvoeglijke, wat dat ook moge zijn : een porno-koningin ("porn queen") wil het wereldrecord neuken verbeteren tot een gang-bang door 600 gezonde vrijwilligers (getest en goed bevonden). Maar Palahniuk zou Palahniuk niet zijn mocht hij dit niet op een originele en creatieve manier belichten : vanuit het perspectief van drie mannen die in de wachtzaal hun beurt afwachten. En uiteraard is de goorheid al even erg onder de mannen zelf als wat zich achter de deur afspeelt, van chips drijvend in gemorste cola tot pis op de vloer, en andere viezigheden. Het verhaal zelf is gebaseerd op het echte record dat Annabel Chong ooit heeft gevestigd, en dan nog wel vanuit een "feministische" motivatie, gotbetert. Het is een typisch Palahniuk boek : je wordt als lezer met je neus in de ziekelijke en meelijwekkende zwakheid van de mens geduwd, zonder omwegen, zonder enige suggestie, maar dan geleid door een gids die weet wat schrijven is : gedreven, scherp, puntig, perfect gecomponeerd, met heel wat wetenswaardigheden over seks in de geschiedenis, van de promiscue Romeinse keizerin Messalina over Adolf Hitler tot Annabel Chong. Hij vervalt echter in een soort karikatuur van zichzelf, vind ik, gedreven door het succes en een sterke commerciële machine die elke halve dollar uit zijn initiatieven zal persen. Zie zijn website voor meer info. Entertainend, maar niet meer.

Friday, October 31, 2008

J. M. Coetzee - Diary Of A Bad Year (Vintage, 2008) ****½

Nederlandse titel : Dagboek Van Een Slecht Jaar

Van nobelprijswinnaar J.M. Coetzee kan ik vele boeken aanraden, maar vooral "The Lifes & Times of Michael K." vond ik schitterend, zijn latere romans vond ik iets minder. Te intellectualistisch, te gezocht. Maar met Diary Of A Bad Year, is hij én intellectualistisch, én emotioneel, én vormgevend vernieuwend. De roman bestaat uit drie parallel lopende vertelniveaus, die elk letterlijk één derde van elke bladzijde beslaan, met een lijn tussen. Je kan de drie verhalen dus eigenlijk na elkaar lezen, maar het is best het blad per blad te doen. Op de eerste lijn staan "opinies" over de wereld, over de staat, over het gezag, over terrorisme, over taalgebruik, enz. Op het tweede niveau staat het verhaal van de auteur van deze "opinies" die, aangetrokken door een jonge Filipina die hij in het park ontmoet, haar vraagt zijn teksten uit te tikken. Op het derde verhaalsniveau staan de kommentaren en de verhaallijn van Anya, Filipina. De auteur is een oud man, die zijn tachtigste verjaardag nadert, maar toch valt voor de charme van de jonge vrouw. Hoewel hij haar niet echt nodig heeft, slaagt hij er toch in haar te strikken voor het tikwerk. Vanuit haar normale nuchterheid geeft ze wel kommentaar op zijn teksten, en raadt hem aan te schrijven over wat hij voelt en ziet, in plaats van over abstracte politiek-sociaal-economische onderwerpen. Coetzee bespeelt de drie lagen meesterlijk. En de drie evolueren doorheen de roman op de meest geraffineerde manier. Naarmate zij hem begint te bepalen, wordt zij ook meer en meer door hem ingepalmd, en de onderste laag, die oorspronkelijk bestond uit haar negatieve reacties tegenover hem, blijft negatief maar het vertelperspectief verschuift geleidelijk naar dat van haar vriend. De middelste laag evolueert van de ik-persoon naar Anya als vertelster en de bovenste laag van neutraal filosoferend, naar een ik-verhaal. Maar dat is natuurlijk enkel structuur. Wezenlijker zijn het gradueel overmeesteren van het abstracte denken door de emotionele en interpersoonlijke component.

Coetzee is meesterlijk : licht, diepzinnig, gevoelig.

Ian McEwan - On Chesil Beach (Anchor Books, 2008) *****

Nederlandse titel : Aan Chesil Beach

Dit is zonder meer één van de beste boeken van het jaar. Ian McEwan brengt het verhaal van de huwelijksnacht van een jong en maagdelijk koppel. Geen van hen heeft "de daad" al gedaan, en in de veranderende morele wereld van begin de jaren '60 creëert dat de nodige spanning tussen vrijgevigheid naar de ander en angst voor het onbekende en voor het mislukken. McEwan is absoluut genadeloos in het haarfijn ontrafelen en beschrijven van de gevoelens van beide personages, en van de reacties van de ander tegenover de vermeende wederzijdse gevoelens. Het doorkruisen van de echte diepe gevoelens die beiden voor elkaar voelen met de angst voor het zichzelf blootgeven - letterlijk én figuurlijk - is verbluffend neergepend. McEwan is inderdaad meedogenloos in zijn beschrijving, maar ook tegelijk zeer medelevend met zijn twee hoofdpersonages, die beiden mensen van vlees en bloed zijn, interessant en goed opgevoed, hoewel van een ander sociaal milieu. McEwan maakt vaak gebruik van een techniek die Milan Kundera in al zijn romans gebruikt : een vraag stellen en die dan zelf beantwoorden. Bijvoorbeeld : "How did they meet, and why were these lovers in a modern age so timid and innocent? They regarded themselves as too sophisticated to believe in destiny, but still, it remained a paradox to them that so momentous a meeting should have been accidental, so dependent on a hundred minor events and choices." Zeker lezen!

Hari Kunzru - My Revolutions (Penguin, 2007)****

Nederlandse titel : Mijn Revoluties

Ofwel is mijn kritische zin verdwenen, ofwel heb ik de laatste tijd toevallig (nu, ja) een aantal zeer goede boeken gelezen. "My Revolutions" van Hari Kunzru valt ook in deze categorie. Het brengt het verhaal van Mike Frame, die net 50 wordt, en wiens relatie niet echt naar wens verloopt. Tot plots een geest uit zijn verleden opduikt en zijn jarenlange verstopte echte identiteit opnieuw naar boven komt. Dit is het verhaal van enkele mei-68'ers die in hun studentenjaren de revolutie predikten, en door hun extreme houding op een bijna natuurlijke manier verder evolueren in de marginaliteit en tegelijk een bijna sektarisch mini-samenleving worden, die schippert tussen de persoonlijke vrijheid (sex en drugs) en streng gereglementeerde procedures (als verdediging tegenover de buitenwereld). Kunzru is een meester in de beschrijving van de evolutie van emotioneel en maatschappelijk gedreven jongeren naar harteloze terroristen, die om overeind te blijven in de groep een pantser moeten optrekken rond zichzelf, maar intern nog hunkeren naar elkaars vertrouwen en affectie. Dit is echter geen moralistisch boek in de zin dat hij partij kiest, wel een emotioneel dieprakend verhaal van normale jongeren die verstrikt raken in hun zelfgecreëerde waanbeelden.

Chuck Palahniuk - Rant (Anchor Books, 2007) ****

"Fight Club" van Chuck Palahniuk vond ik een schitterend boek, brutaal, kritisch, vernuftig, en bikkelhard, maar een geschreven in een directe stijl om van te watertanden. Zijn volgende romans, zoals "Haunted" gingen net iets te ver in het onderzoeken van menselijke perversiteiten om nog geloofwaardig te zijn. Het shock-element was iets te zeer gezocht en ik vond het boek daarom nogal puberaal. Ik heb daarom met enige aarzeling dit boek gekocht, vrezend van in hetzelfde stramien terecht te komen. En het is niet anders. Buster "Rant" Casey is inderdaad opnieuw een speciaal, bijna ziekelijke kerel, die enkele bijzondere gaven heeft, zoals een sterke reukzin die zelfs de honden jaloers zou maken, maar tegelijk de grenzen van de immuniteit opzoekt door zich te laten bijten door alles wat anderen als vieze beestjes beschouwen, en als dusdanig ook de niet getroffen drager en verspreider wordt van dodelijke ziekten. Alsof dat al niet genoeg zou zijn, trekt hij naar de stad, waar hij in een bende van "Party Crashers" terechtkomt, die 's nachts autowedstrijden organiseren om elkaar van de baan te rijden (en het wordt nog erger en onwaarschijnlijker, maar dat verzwijg ik beter). Zo op het eerste zicht is dit dus opnieuw een onvolwassen thema over rebels gedrag, niet alleen van de personages, maar ook van de auteur. Het onwaarschijnlijke is dat Palahniuk dit verhaal zo sterk neerzet, dat het lezen van dit onwaarschijnlijke verhaal een plezier wordt.

Het verhaal zelf wordt onrechtstreeks verteld door enkele tientallen getuigen die hun visie op de feiten komen geven, in hun eigen taaltje, soms Buster "Rant" Casey ophemelend, dan weer verguizend, maar soms ook wat wetenschappelijke weetjes komen vertellen, of gewoon het ABC van de "second hand car salesman". Maar ze hebben allen hun angsten, frustraties, en een meelijwekkend verlangen naar menselijke warmte. Je zou verwachten dat deze techniek de vaart uit het verhaal zou halen, maar net het omgekeerde is waar. Dit zijn 300 bladzijden als een roller-coaster ride, die opnieuw de hardheid heeft van een vuistslag in het gezicht. Maar de verschrikkelijk pijnlijke ondertoon van een generatie die door gebrek aan affectie en zingeving zichzelf de vernieling in rijdt. Letterlijk.

Niet voor gevoelige zielen, maar zeker het lezen waard.