Sunday, April 14, 2013

De resultaten van onze fantasie

Een boek gekregen van de kerstman, het andere recent op de kop getikt en beide geven een beeld van waar de menselijke fantasie doorheen de eeuwen en over de wereld verzon in de schemerzonen van het bestaan. 

Christopher Dell - Monsters - Een Bizar Bestiarium (Fontaine, 2010)


"Monsters" geeft een prachtig geïllustreerd overzicht van monstrueuze goden, titanen, Azteekse gruwelen, satan, demonen, golems, eenhoorns, westerse en oosterse draken, lindwurmen en roks, zeemonsters, meermonsters, watergeesten, kappa, sirenen, zeemeerminnen, weerwolven, de minotaurus, dierlijke monsters, kwelgeesten, nachtmerries, niet-doden, sfinxen, cryptiden. Weinig tekst, veel mooie platen en vooral een visuele weergave van de angst doorheen de geschiedenis.


Guido Derksen, Martin van Mousch & Jop Mijwaard : Geïlllustreerde Atlas Van Het Hiernamaals (Nieuw Amsterdam, 2010)


De "Atlas van het Hiernamaals" is inderdaad wat het zegt. De Atlas geeft landkaarten van het hiernamaals zoals ze kunnen worden opgemaakt uit de teksten van de oude godsdiensten. Van de mesopotamische onderwereld, over de klassieke onderwereld, Avalon, Walhalla en de hel, maar ook plekken als Luilekkerland en het Pays de Cocagne, de barokke hel, het hiernamaals van Swedenborg, komen we tot het hedendaagse hiernamaals, dat op grappige wijze het plan is van een metronetwerk in een stad, met elk station dat de veelheid van onze hedendaagse denken biedt.

De grafische weergave in de Atlas zijn natuurlijk geestig bedoeld, maar ze bieden een prachtige geografische "infographic" van de teksten die wel in de diepte een overzicht geven van wat elk van de besproken godsdiensten dacht over het leven na de dood.


Twee hebbedingen.




Stephen Greenblatt - The Swerve (Norton, 2012) ****


In "The Swerve" beschrijft Stephen Greenblatt het leven van de vijftiende-eeuwse boekenjager Poggio Bracciolini, die tevens secretaris van Paus Johannes XXIII was. Deze laatste, zoon van een Italiaanse piraat, werd afgezet wegens corruptie en immoreel gedrag, zoals onder andere het heffen van belastingen op gokken en prostitutie, geld dat in zijn eigen zak verdween. Hij werd tevens beschuldigd van verkrachting, overspel (!), incest en sodomie, en van de vergiftiging van zijn voorganger Paus Alexander V. Zijn naam werd uit alle kerkelijke annalen geschrapt waardoor de naam weer vrijkwam voor de paus die we kennen uit vorige eeuw.

Poggio die een meesterlijk copiist was, vond in een Duitse abdij wat waarschijnlijk het laatst overblijvende manuscript was van Lucretius' "De Rerum Natura", geschreven in de eerste eeuw voor Christus en die ongelooflijk eigentijdse ideeën van het universum had. De essentie ervan was :

1. Alles bestaat uit onzichtbare deeltjes die ondeelbaar zijn en die constant met elkaar in beweging zijn en zo vorm geven aan alles wat bestaat
2. Deze elementaire bestanddelen zijn eeuwig
3. Deze deeltjes zijn in beweging in een eindeloze leegte
4. De natuur experimenteert eindeloos. De natuur kent geen schepping en alles wat bestaat, ook mensen en dieren, zijn het resultaat van een lang proces van "trial and error"
5. De menselijke samenleving is niet ontstaan uit een paradijselijke omgeving maar door een harde strijd om te overleven
6. De ziel gaat dood, er is geen leven na de dood
7. Alle godsdiensten zijn bijgelovige waangedachten
8. Alle godsdiensten zijn zonder uitzondering wreed
9. Het hoogste doel in het menselijk leven is de verhoging van het genot en het vermijden van pijn
10. Het grootste obstakel om genot te bereiken is niet pijn, maar waangedachten.

Vele elementen van Lucretius grijpen terug naar Epicurus en Democritus.

Het simpele feit dat Poggio dit manuscript liet copiëren in vele exemplaren, alleen voor de schoonheid van de Latijnse verzen waarin ze waren opgesteld, zorgde voor een verandering in het denken bij de intelligentsia in Europa. Greenblatt geeft dan een schitterend overzicht hoe het "atomisme" van Lucretius werd overgenomen door andere denkers en schrijvers, maar ook formeel aangevallen door de kerk en de inquisitie.

Thomas More, Montaigne, Shakespeare, Giordano Bruno vermelden Lucretius' werk, en later Hobbes, Spenser, Bacon. Copernicus en Galilei werden ervan beschuldigd volgelingen van het atomisme te zijn. De Amerikaanse presidenten Thomas Jefferson en John Adams vermelden Lucretius' inzichten zelf in hun correspondentie met elkaar. Maar Greenblatt geeft ook een overzicht van minder gekende, maar daarom niet minder invloedrijke, volgelingen en opposanten.

Kortom, Greenblatt geeft een schitterend relaas over een gedicht dat bijna verdwenen was en voornamelijk door zijn vorm als gedicht erin slaagde om de tand des tijds te doorstaan, ook nadat het bestreden werd. De eerste vertaling in het Engels kwam er bijvoorbeeld door een zekere Lucy Hutchinson, die het vertaalde wegens de schoonheid van de poëzie, maar die achteraf de inhoud verwenste en haar manuscript wilde verbranden.

Een aanrader.

Saturday, April 13, 2013

Duiken in de bijbel

Ondanks mijn katholieke opvoeding - met wekelijkse kerkgang, katholieke scholen en dergelijke - heb ik pas tijdens het verplichte vak godsdienst tijdens het laatste jaar universiteit geleerd dat alle evangelies elkaar tegenspreken, niet alleen in de beschreven feiten, maar ook in hun visie en doel. Na tweeëntwintig jaar indoctrinatie - niet dat ik op dat moment nog gelovig was - vond ik het verrassend dat geen enkele priester of leraar godsdienst ooit op deze contradicties gewezen had. Ik voelde me terecht bekocht.

Via Amazon heb ik nu een reeks mogelijk interessante boeken over de evangelies van Johannes gekocht, omdat deze tekst als laatste werd geschreven en ook één van de meest invloedrijke werken is geweest in onze wereldgeschiedenis. Geschreven tussen het jaar 90 en 100, geeft de auteur, die in feite onbekend is, een biografie van Jezus, die slechts als doel heeft om de mensen - joden en niet-joden - ervan te overtuigen om onvoorwaardelijk te geloven en zo het eeuwig leven te verdienen.

Het probleem met de aanschaf van dit soort werken is dat je nooit weet hoe wetenschappelijk de auteur zelf te werk gaat, dan wel of hij of zij ook "de boodschap" wil uitdragen. Mijn keuze bleek echter nog mee te vallen.


Ruth Edwards - Discovering John (SPCK, 2003) 


Een goede introductie tot het evangelie van Johannes. De auteur geeft een systematische benadering van de verhalen, van de karakters, van het mogelijke doel, plaats en auteur. Zoals de titel aangeeft, een handige gids om Johannes te ontdekken.


D. Moody Smith - The Theology Of The Gospel Of John (Cambridge, 1995)



D. Moody Smith geeft een gelijkaardig overzicht, maar focust zich toch vooral op de specifieke geloofsopvatting die uit het evangelie van Johannes spreken, en hoe die anders zijn dan de andere evangelies of dan het Oud Testament. Een evenwichtige en interessante inleiding tot dit stuk van het Nieuw Testament.


Raymond E. Brown - The Community Of The Beloved Disciple (Paulist Press, 1979)

De auteur onderzoek tot wie het evangelie van Johannes zich richt. Hij gaat ervan uit dat er een Johannes-gemeenschap was die afgescheiden was van andere christelijke splintergroepen, en het waren er al heel veel tegen het eind van de eerste eeuw. Het boek is net om dat overzicht interessant. Het verhaal van Jezus sloeg aan, en iedereen maakte er zijn eigen ding van. Vele van die tientallen gemeenschappen zijn naderhand verdwenen of opgenomen in de traditionele Kerk.


Richard Bauckham - The Testimony Of The Beloved Disciple (Baker Academic, 2007)

Een erudiet werk met zeer veel citaten in het Hebreeuws en het Grieks. Hoe geloofwaardig alles is, is met mijn beperkte kennis moeilijk in te schatten, maar Bauckhams relaas over de geheime numerologie in het evangelie van Johannes lijkt me wat overdreven. Wie cijfertjes zoekt, vindt ze wel.


J. Albert Harrill - Paul The Apostle (Cambridge, 2012)


Een interessant boek dat het leven van de "apostel" Paulus vertelt, de Joodse vervolger van de Christenen die door een visioen van Jezus van zijn paard wordt gebliksemd en tot bekering komt. Hij heeft Christus nooit ontmoet, maar meent wel meer recht van spreken en prediken te hebben dan Simon Petrus en Jezus' broer Jacob, met wie hij overigens meer dan een conflict heeft gehad. Paulus trekt naar Griekenland, Turkije en uiteindelijk naar Rome om zijn visie van het geloof uit te dragen, voornamelijk dan naar niet-Joden.

Harrill brengt eerst de historische Paul tot leven, en nadien de legende Paul. Het is vooral deze laatste die de Kerk heeft aangesproken.


Het zou de Kerk en het katholiek onderwijs sieren mocht veel van bovenstaand materiaal ook onderwezen worden. Vandaag worden gelovigen opzettelijk onwetend gehouden over de oorsprong, tegenstrijdige doelstellingen en wereldvisies die in de evangelies staan. Dit blijven verzwijgen is niets minder eerloze en schaamteloze manipulatie.


Martin Goodman - Rome & Jerusalem (Penguin, 2008) ****


Na het lezen van Montefiore's meesterlijke "biografie" van Jeruzalem, zag ik dit boek liggen ergens in een luchthavenboekhandel en nam het meteen mee. Niet zo overweldigend als Montefiore's boek, maar het ligt er niet ver onder. De verwoesting van Jeruzalem in het jaar 70 is het scharniermoment waar dit hele boek rond geschreven is, en het beschrijft hoe Rome en Jeruzalem elk langs hun kant naar dit moment toegroeiden,  en het verhaalt hoe beide volkeren, Romeinen en Joden in de eeuwen na dit moment historisch verstrengeld werden, met het christendom dat er als derde partij dan nog bijkwam. Een vlot geschreven en indrukwekkend gedocumenteerde klepper van zeshonderd bladzijden.

Goodman zelf is historicus en editor van de Journal of Roman Studies én van de Journal of Jewish Studies, en professor aan de universiteiten van Cambridge en Oxford.


Tessel Jonquière - Flavius Josephus (Atheneum, 2009) **


Ter vergelijking is dit korte boekje over Flavius Josephus, de joodse geschiedschrijver die in de context van de verwoesting van Jeruzalem in het jaar 70 van kant veranderde en voor de Romeinen ging werken, een beetje mager. Het boek focust op Josephus en zijn geschriften : "Antiquitates", "De Bello Judaico", "Contra Apionem". Uit zijn autobiografie "Vita", blijkt wat een lafaard de man moet geweest zijn, hoewel dat niet met zoveel woorden door Jonquière wordt beschreven.

Josephus is ook de enige historisch bron buiten het Nieuw Testament die over Jezus schrijft, in een korte vermelding over zijn broer Jacob.

Interessant boekje op zich, maar Goodmans boek is de echte aanrader.


Sunday, December 30, 2012

Boeken van het Jaar

2012 was een zwak jaar op romanvlak. Ik heb ongeveer een 50-tal boeken gelezen, maar toegegeven, ik heb ze ook niet allemaal uitgelezen.

Het beste wat ik las was non-fictie of vertalingen van eerder uitgegeven werk.


De top 10 is dan ongeveer als volgt

  1. Julian Barnes - The Sense Of An Ending 
  2. Simon Sebag Montefiore - Jerusalem
  3. Edmund de Waal - The Hare With The Amber Eyes
  4. Daniel Kahnemann - Thinking, Fast And Slow
  5. Roberto Bolaño - The Secret Of Evil 
  6. Jeffrey Eugenides - The Marriage Plot
  7. Jennifer Egan - A Visit From The Goon Squad
  8. John Banville - Ancient Light
Ik kan uiteraard ook Mario Vargas Llosa's "Conversation In The Cathedral" aanbevelen, net zoals andere werken van Bolaño en de verzamelde kortverhalen van Hanif Kureishi; maar van de nieuwe oogst kan ik niet meer dan deze acht boeken aanraden. De nieuwe Michael Chabon ben ik aan het lezen en de nieuwe David Eggers staat op mijn lijstje.

En Nederlandstalige romans? Ik heb Post Mortem van Peter Terrin niet gelezen, maar ik zal het doen, ondanks mijn leesfrustratie van de voorbije jaren over de middelmatigheid van onze eigen literatuur. Ook Jeroen Brouwers Bittere Bloemen staat op mijn lijstje. De spontane honger om in mijn eigen taal te lezen is wat gestild. Hebben we nog schrijvers? 

Ook de Franse winnaar van de Grand Prix de l'Académie Française, Joël Dicker met "La Vérité Sur L'Affaire Harry Quebert" en - eindelijk - ook Jonathan Littells "Les Bienveillantes" liggen op het nachtkastje. Die had ik gehoopt tijdens deze kerstvakantie nog te lezen, maar dat is dus niet gelukt. 



Wednesday, December 26, 2012

Deborah Levy - Swimming Home (Faber & Faber, 2012) **


Nog een roman die op de Man Booker Prize longlist stond, een lijstje waar ik dus ook al voor moet waarschuwen.

Twee oudere koppels huren een villa in het zuiden van Frankrijk. Een TV-journaliste/oorlogscorrespondente (Isabel) en een gevierd dichter (Joe) pogen hun relatie weer op te bouwen, en de houders van een Londense antiekzaak (Mitchell en Laura) zijn bijna bankroet. De dochter van het eerste koppel (Nina) is mee op vakantie.

Naast hen woont een Britse psychiater op rust (Dr. Sheridan).

Ze vinden een roodharig meisje in hun zwembad (Kitty Finch) die een geheim heeft en er bij momenten nogal eigenzinnige of bizarre gedragingen op na houdt. Haar aanwezigheid ontwricht de plannen van de vakantiegangers, niet enkel letterlijk, maar ook in de manier waarop die zichzelf en hun leven benaderen.

Elk personage is nogal symbolisch en ééndimensioneel, de koele rationele Isabel, de romantische getormenteerde dichter Joe, de zakelijke Mitchell, de misanthrope Dr. Sheridan, de op seks beluste jonge Claude (van wie bij herhaling wordt gezegd dat hij op Mick Jagger lijkt), de vergeetachtige junk Jürgen.

Het thema draait rond geestesziekte en depressie, maar op geen enkel moment komt de auteur zelfs maar in de buurt van wat mentale stoornissen betekenen. Het is een burgerlijke spielerei, een potentieel donker gegeven dat wordt opgediend als doordeweekse lichte kost, en dat met veel pretentie.

Man Booker Prize? Ik hoop het niet.

Ian McEwan

Omdat ik "On Chesil Beach", "Saturday", "The Atonement", en "For You" zo sterk vond, heb ik beslist om alle romans van Ian  McEwan te lezen.

Zijn eerste romans zijn luguber, knap verteld en met personages die psychisch verscheurd zijn door duidelijke of minder duidelijke redenen. De verhaallijnen zijn nogal direct en extreem, en in die zin minder realistisch dan zijn latere romans. Toch zijn beide aan  te bevelen.

Ian McEwan - The Cement Garden (Vintage, 1978/1997) ***½



In "The Cement Garden" groeien vier kinderen op zonder ouders, nadat ze hun moeder in de kelder hebben begraven. Jack, de ik-figuur, is een veertienjarige die hun relaas doet op een soms lakoniek manhaftige, maar ook onschuldige manier van een jongen van die leeftijd. Omdat de kinderen nogal sterk in leeftijd verschillen, en als gezin samen willen blijven, verstoppen ze het overlijden van hun moeder voor de buitenwereld.

Dit basisgegeven zorgt voor een klein onderzoek naar moraliteit, of hoe kinderen zonder begeleiding zelf met goed en kwaad omgaan. Een soort "Lord Of The Rings" maar dan binnen een gezinssituatie, met de oudere zus die de anderen aanzet tot orde en correct gedrag, maar zonder er zich zelf veel aan te storen. Het jongste zoontje kan zelfs gekleed gaan als meisje want dat heeft hij liever.

De relaties tussen de kinderen zijn bits en innig, en echt een plezier om lezen, net zoals de stijl die McEwan hanteert om de leefwereld vanuit het perspectief van een veertienjarige te vertellen. Het is niet moeilijk om je in zijn plaats te stellen, ondanks de wat overdreven context. McEwan zal later sterker vertellen, en met meer spankracht, maar dan startend met meer alledaagse gegevens.


Ian McEwan - The Comfort Of Strangers (Picador, 1982) ***½


De titel van de roman is op zich al sterk. Colin en Mary, een jong Brits koppel, op reis in Venetië,  is op zoek naar wat hen nog verbindt, buiten de seks dan, en komt in een voor hen totaal verwarrende en bizarre omgeving terecht, waar ze de controle verliezen over wat ze doen.

De verhaalsymboliek ligt er bij momenten nogal dik op, met een nachtelijke verdwaling in de stad omdat ze hun adres niet meer kennen, een verplicht diner dat hen genereus wordt aangeboden hoewel beiden geen zin hebben. Anderzijds is de sfeer absoluut unheimlich van bij het begin. Het getrouwde koppel dat ze ontmoeten, Robert en Caroline, kent hen beter dan ze zichzelf kennen, ze wringen zich in het leven van Colin en Mary, die zich maar niet los kunnen maken van dit vreemde, oudere koppel, van wie de gulheid geen enkel duidelijk motief heeft.

Het geheel is verbijsterend en schokkend zelfs, maar is nog te direct en te onwaarschijnlijk, een euvel dat McEwan met zijn latere romans oplost.




Alison Moore - The Lighthouse (Salt Publishing, 2012) ***


Futh, een jonge Brit met Duitse roots beslist om in Duitsland een wandeling aan de Rijn te gaan maken, als remedie tegen een mislukt huwelijk. In parallele hoofdstukken krijgen we het verhaal van Ester, die samen met haar man een hotelletje uitbaat in Hellhaus.

De titel van het boek verwijst naar een flesje parfum, dat zijn enige aandenken is aan zijn moeder, en dat hij bij zich draagt in zijn broekzak. Ook Ester heeft een gelijkaardig flesje op haar nachtkastje staan.

Beide figuren, de enigen die enigszins iets meer dan schetsmatig zijn uitgewerkt, hebben hun problemen en onbeantwoorde verlangens, die ook hier op een zeer elliptische manier worden weergegeven door Moore. Beiden hebben iets met geuren : hij maakt parfums, zij heeft er een meer dan gemiddelde belangstelling voor. Hij worstelt met ongeoorloofde seksuele ervaringen, zij kan slechts de belangstelling van haar man opwekken door hem jaloers te maken.

Uiteraard zal Futh uiteindelijk in het hotel van Ester terechtkomen.

Moore blinkt uit in suggestieve kracht en een mooie verhaalstructuur, met ineenschuivende verhalen die zich met een mooi gevoel voor timing ontwikkelen. Anderzijds blijft het allemaal iets te oppervlakkig om echt emotioneel gepakt te worden.


Henry James - The Beast In The Jungle (Penguin, 1903, 2011)

Een ontgoochelende novelle over een man die wacht op de grote gebeurtenis die zijn leven dramatisch zal veranderen. James slaagt er in om het ongemak van John Marcher, de hoofdfiguur, met zichzelf en zijn leven weer te geven, maar het geheel mist spankracht, en ook een zekere relevantie.

Tuesday, December 18, 2012

Bijbelverhalen

Sinds enkele jaren ben ik in de ban van de bijbel, het meest verkochte boek ter wereld, maar waarschijnlijk niet het meest gelezen boek. Als niet-gelovige fascineert het ontstaan van de bijbel me. Wie had er belang bij het ontwikkelen van het geloof, welke strekkingen bestonden er, waarom staan er zoveel tegenstrijdigheden in, enz.

Ik heb in de voorbije jaren de vele atheïstische werken gelezen van Richard Dawkins, Daniel Dennett, Michel Onfray, Christopher Hitchens, Victor Stenger die allen vanuit hun eigen vakgebied proberen te bewijzen dat god niet bestaat, niet kan bestaan, en dat het geloof, elk geloof, een grote zinsbegoocheling is. Het wordt een genre op zich. Er zijn ook boeken die het geloof in het midden houden, zoals "Why God Won't Go Away" van biologen Newberg en D'Aquila.

Het kan er bij mij niet in dat mensen in deze tijd van zogenaamde ontwikkeling, algemene opvoeding, wetenschap en technologie nog geloven in god, het hiernamaals, mirakels en heiligen.

Het geloof heeft echter nog altijd een grote greep op de samenleving, ze bepaalt de politiek (en uiteraard ook andersom), leidt tot oorlogen, maar ook tot groot medeleven en positieve actie. Dat fantasie op een dergelijke grootschalige manier invloed heeft op de werkelijkheid is amper te vatten. Vandaar mijn lektuur.


Israel Finkelstein & Neil Asher Silberman - The Bible Unearthed (Simon & Schuster, 2002) ****


Laten we beginnen bij het begin, het Oude Testament, de Torah. De Israelische archeologen Finkelstein en Silberman geven weer hoe het huidige Israel en Palestina er in de duizend jaar voor Christus hebben uitgezien aan de hand van opgravingen in de hele streek. Hun slotconclusie is dat de de bijbel een politiek verhaal is dat de verschillende volkeren van de streek moest verenigen en tegelijk legitimiteit geven aan de inwoners van Judea, een kleine gemeenschap. Vele kleine vondsten wijzen op de aanwezigheid van nomaden, herders en kleine boerendorpen, maar van de grote constructies uit de tijden van David en Solomon, zoals in de bijbel beschreven, werd nooit een spoor gevonden, terwijl gelijkaardige structuren, net zoals in Griekenland of Egypte of Irak uiteraard wel grote archeologische sites achterlieten. Zeer goed gedocumenteerd en boeiende lektuur. Beide auteurs worden intussen door sommige van hun landgenoten als "revisionistisch" bestempeld, of hoe een woord plots een omgekeerde betekenis kan krijgen. Eerst stond het voor wie de feiten ontkende, nu plots ook voor wie feiten aanbrengt.


Simon Sebag Montefiore - Jerusalem, The Biography (Vintage, 2012) *****


Hét non-fiction boek van het jaar is ongetwijfeld "Jerusalem, The Biography", waarin Montefiore de geschiedenis van de stad doorheen de millennia verteld. De kracht van het boek schuilt in de rijkdom aan bronnen gekoppeld aan een afgunstwekkend vertellend gemak. De grote krachtlijnen en ontwikkelingen in de geschiedenis van de stad als onderdeel van de wereldgeschiedenis blijven altijd centraal en duidelijk zichtbaar, helder uitgelegd en verstaanbaar voor historische leken zoals uw dienaar, maar tegelijk doorspekt Montefiore het geheel met de kleinere aspecten van keizers, koningen, hogepriesters en presidenten, inclusief de eventuele roddels.

Wie dit boek leest, en geconfronteerd wordt met het eindeloze bloedvergieten dat al duizenden jaren in deze stad aan de gang is, inclusief een aantal volledige verwoestingen en het uitmoorden van alle inwoners, kan zich terecht afvragen of en hoe dit ooit zal eindigen. De hele geschiedenis van het menselijk ras, de waanzin van godsdienst en de meedogenloosheid van machthebbers en would-be machthebbers, het gekonkel en gemoord achter de schermen om persoonlijke macht te verwerven of te behouden, en tegelijk met gemak zowel de eigen clan als de tegenstander opofferend, resulterend in eindeloze rijen onschuldige en nutteloze slachtoffers, worden gekristalliseerd in dit overzicht van duizenden jaren in het leven van één stad, Jeruzalem.

Is er hoop? "Here, more than anywhere else on earth, we crave, we hope and we search for any drop of the elixir of tolerance, sharing and generosity to act as the antidote to the arsenic of prejudice, exclusivity and possessiveness. It is not always easy to find".

Lezen!


Selina O'Grady - And Man Created God (Atlantic Books, 2012) ****


In tegenstelling tot bovenstaande afbeelding, heeft mijn uitgave de ondertitel "Kings, Cults, And Conquests At The Time Of Jesus", wat een betere omschrijving geeft van de inhoud. O'Grady, historica en BBC producer, geeft in dit vlot leesbare boek een overzicht van de grote religies rond de eerste Eeuw van onze jaartelling.

Centraal staan het Christendom en het leven van Jezus, maar ook de grote andere religies zoals het jodendom, het boeddhisme, confucianisme komen aan bod. Minder gekende cultussen, zoals die van de eenogige Afrikaanse koningin Candace Amamirenes, van Isis en Ahura Mazda worden ook belicht.

O'Grady beschrijft vooral, geeft context, en weigert ook keuzen te maken tussen wat historisch is en wat tot het domein van de fictie behoort. Haar overzicht is voor een deel overlappend met Montefiore's Jerusalem, maar omdat hun uitgangspunten verschillend zijn, kan ik beide toch aanraden.

Ze legt ook uit waarom, tussen al die apocalyptische geloofsovertuigingen, het christendom uiteindelijk het pleit heeft gewonnen.


Bart Ehrman - Forged (Harper, 2011) ***


Het Nieuwe Testament dan. Bijbeldeskundige Bart Ehrman heeft al een hele reeks boeken op zijn naam staan die de verschillende aspecten van de bijbel vanuit historisch en literair oogpunt bespreken. Als streng gelovige student, zijn tijdens zijn studies theologie zijn ogen geopend door de echte feiten. De tegenstrijdigheden tussen de verhalen van de vier evangelisten, de verschillende strekkingen in de vroege Kerk en de keuze van waarom de verhalen die we kennen uiteindelijk in de canon werden opgenomen, eerder dan alle andere verhalen die de ronde deden, werden al in eerdere boeken van hem verteld. "Misquoting Jesus" en "Jesus, Interrupted" zijn het lezen waard.

In "Forged", gaat hij dieper in op de bewuste tekstmanipulaties die door de eeuwen heen aan het Nieuw Testament werden toegevoegd, met als enig doel het grote gelijk te halen voor de strekking binnen het christendom waar de bedrieger voor stond.

Onthullend en ontluisterend.


Bart Ehrman - Lost Christianities (Oxford University Press, 2003) ***


Dan heb ik ook maar zijn andere, oudere werk opgezocht. "Lost Christianities" geeft een overzicht van de andere afsplitsingen van het christelijk geloof die uiteindelijk het onderspit hebben moeten delven tegen wat we vandaag Het Nieuw Testament noemen, zoals de gnostici, de ebionieten en de marcionieten om de belangrijkste te noemen.

Net zoals zijn andere publicaties, is ook dit boek zeer goed gedocumenteerd en een oogopener voor wie met de bijbel opgroeide, en ook vlot leesbaar.


John Allen Paulos - Irreligion (Hill & Wang, 2009) ****

Van de wiskundige Johan Allen Paulos had ik jaren geleden al "Een Wiskundige Leest De Krant", gelezen, een geestig boekje over wat hij "ongecijferdheid" noemt, naar analogie met ongeletterdheid, bij journalisten, opiniemakers en andere figuren die onze media bevolken en vaak met de grootste overtuiging domme dingen zeggen. In "Irrelegion", kijkt hij op dezelfde geestige manier naar godsdienst vanuit wiskundig en logisch perspectief, telkens een aantal syllogismen ponerend als religieuze mogelijkheden, die hij dan verder bespreekt en voornamelijk ontkracht.

Zijn eerste stelling is :
     a. Everything has a cause, or perhaps many causes
     b. Nothing has its own cause
     c. Causal chains can't go on forever
     d. So there has to be a first cause
     e. That first cause is God, who therefore exists.

Zo begint elk hoofdstuk met een stelling, en nadien ontkracht hij die op basis van interne tegenstrijdigheden, er telkens ook wetenschappelijke wetenswaardigheden, er wat kansrekenen en filosofie aan toe voegend.

Uiteraard passeren ook Augustinus en Pascal de revue, net zoals Darwin, Diderot, Wittgenstein en Bertrand Russell.

Een pretentieloze kommentaar op godsdienst, en een frisse stem tussen het zwaar geschut van Dawkins en anderen. Paulos wil niet overtuigen, hij wil de overtuigden een ander, speels en subtiel perspectief bieden.


Met de feesten in het verschiet, kan ik elk van bovenstaande boeken aanraden voor onder kerstboom.


Peter Høeg - The Elephant Keepers' Children (Harvill Secker, 2012) **


De Deense auteur Peter Høeg schreef tot nu toe één bestseller, de thriller "Smilla's Sense Of Snow", een aanrader in het lichtere genre. Mijn lievelingsboek van hem blijft zijn debuutroman, "The History Of Danish Dreams", gevolgd door "Borderliners".  "The Woman And The Ape" was een kleine mislukking.

Nu is hij terug met een klepper van 400 bladzijden, "The Elephant Keepers' Children", een soort stripverhaal in romanvorm. Twee kinderen, Peter en Tilte worden verlaten door hun ouders, een dominee en de kerkorganiste. De moeder is ook een high tech specialiste in het ontwikkelen van spraakherkenningstechnologie. Ze wonen op het eiland Finø, ergens in het Kattegat tussen Denemarken en Zweden.

De ouders worden ook gezocht door de politie, de bisschop en nog een paar andere kwaadwillige figuren. De twee kinderen vinden aanwijzingen dat hun ouders een grote diefstal beramen en gaan naar hen op zoek, maar moeten uiteraard zelf de slechteriken (het establishment) zien te ontwijken, en met de hulp van de alle andere godsdienstvertegenwoordigers op hun piepekleine eilandje (hindoeïsten, boeddhisten en moslims) gaan ze op pad. Het hele verhaal eindigt op het vasteland waar een wereldwijd religieus congres plaatsvindt, waar naast de grote godsdiensten ook nog alle alternatieve overtuigingen vertegenwoordigd zijn.  

Naast belachelijke namen (Leonora Ticklepalate, Jakob Aquinas Bordurio Madsen, Bodil Hippopotamus, Thorkild Torlacius Claptrap, ...) is de achtervolgingsroman annex zoektocht vergelijkbaar met de stripverhalen van Jommeke, alleen dan voor volwassenen. Er wordt gezeuld met een lijk, mirakels worden geënsceneerd om gelovigen te winnen, een luxe-prostituee wordt een waardevolle handlanger, enz. Kortom, alles kan en op elke bladzijde kan het verhaal alle kanten op.

Het resultaat is echter redelijk middelmatig. De humor is soms geestig, soms vermoeiend. Omdat de plot echt alle kanten op kan, is er geen enkele spanning. De karakters zijn eerder karikaturaal zoals in stripverhalen, met af en toe onverwachte wendingen, maar uiteraard zonder enige diepgang.

Enkel voor liefhebbers van luchtige kolder.


Monday, December 17, 2012

Roberto Bolaño - The Return (New Directions, 2010) ****


Ik moet zo stilletjes aan toch bijna zijn hele oeuvre achter de ogen hebben, met uitzondering van "The Insufferable Gaucho" en tot voor kort ook deze bundel kortverhalen, net zoals "Last Evenings On Earth" (2006) een samenvoegen van de twee Spaanse publicaties "Putas Asesinas" (2001) en "Llamadas Telefónicas" (1997), maar nu dan met de resterende verhalen.

Bolaño's verhalen zijn even donker als tragisch als vlot leesbaar. En creatief, en geschreven in dezelfde intieme vertelstijl, alsof je het relaas hier en nu onmiddellijk krijgt voorgeschoteld door een vriend die zijn hart blootlegt. Die ik-figuur kan zijn alter ego Arturo Belano zijn, maar ook een prof-voetballer bij Barcelona ("Buba"), een moordende hoer ("Murdering Whores"), een vrouwelijke porno-ster ("Joanna Silvestri"), om er maar een paar te noemen.

De ik-persoon in het titelverhaal, "The Return", is zelfs een lijk. De openingparagraaf  leest als volgt :

"I have good news and bad news. The good news is that there is life (of a kind) after death. The bad news is that Jean-Claude Villeneuve is a necrophiliac".

Er zijn ook verhalen zonder ik-figuur, zoals dat met de dialogerende politie-inspecteurs/folteraars ("Detectives") die hun vroegere klasmaatje Belano moeten ondervragen.

De sfeer is vol van de gruwel en de zwakte van het menselijk bestaan, maar Bolaño's openhartige en vaak tedere stijl maakt het lezen toch draagbaar. Een soort mengeling van het brutale entertainment van Quentin Tarantino en de psychologische gevoeligheid van Ang Lee.

"It was a dreary time in my life. I was going through a rough patch at work. I was supremely bored, though up till then I'd always been immune to boredom. I was going out with two women. That I do remember clearly. One of them was getting on a bit - she must have been about my age - and the other wasn't much more than a girl." (uit : "William Burns")

Een paar penseelstreken en de sfeer is gezet. Een sterke introductie tot Bolaño's oeuvre voor wie hem niet kent. Een must voor fans. Lezen dus.




Sunday, December 16, 2012

Niet uitgelezen

Tim Piceu - Over Vrybuters en Quaetdoeners - Terreur Op Het Vlaamse Platteland (eind 16e eeuw) (Davidsfonds, 2008) *


Gekocht in de shop van het Kasteel van Gaasbeek. Het leek me een interessant onderwerp. Vrijbuiters eind 16e eeuw in de streek van Brugge, in de context van de oorlog in de Nederlanden en de reconquista door Alexander Farnese. Ik heb toch honderd bladzijden doorworsteld van een tekst waar de uitgever best wat meer werk in had mogen steken. Het boek leest als een doctoraatsverhandeling, geschreven met het doel een jury van deskundigen te overtuigen dat hier veel werk aan is besteed, wat waarschijnlijk het geval is, maar voor de modale lezer is dit gewoon niet te verteren. De vele, vaak irrelevante, details, verwijzingen naar andere historici en hun onderzoek, en een ondoorzichtelijke structuur maken het onmogelijk om door de bomen het bos te zien. Bovendien is er ook geen chronologie in de uitleg. Sommige termen of politieke situaties worden pas toegelicht bladzijden nadat ze eerst aan bod kwamen.


Salman Rushdie - Grimus (Vintage, 1975, 1996) *


Dat Salman Rushdie niet te benauwd is om fantasie in zijn verhalen te verwerken, wisten we al, maar zijn debuutroman gaat er ver over. Een indiaan, Flapping Eagle, drinkt een elixir en leeft al meer dan zevenhonderd jaar als hij in onze tijd terechtkomt. Rushdie heeft er een filosofisch-anthropologisch werkje van willen maken, maar die mayonaise "pakt niet". Saai en irrelevant.


D. M. Thomas - The Flute-Player (Picador, 1980) *


Van D.M Thomas heb ik indertijd genoten van "The White Hotel", "Sphinx", en in mindere mate van "Eating Pavlova" en "Pictures At An Exhibition". In "The Flute-Player" vertelt hij het leven van Elena, die in een niet genoemde dictatuur (maar de Sovjet Unie lijk aannemelijk), als centrale figuur een kring van kunstenaars verenigt en ondersteunt. Ze is tegelijk moeder, hoer en vriendin en een soort moreel ankerpunt dat houvast biedt in de context van een permanent veranderende politieke omgeving. Het verhaal zit vol symboliek en morele oordelen, maar er is geen echte plot, het verhaal kabbelt van hoofdstuk naar hoofdstuk zonder duidelijke richting, en als er dan tragische gebeurtenissen plaatsvinden, dan blijken de personages daar emotioneel en psychisch niet echt onder te lijden. Ik had geen enkele reden of interesse of verder te lezen.

Monday, September 3, 2012

John Banville - Ancient Light (Penguin, 2012) ***½


John Banville is de auteur van enkele aanbevelingswaardige romans, zoals "The Sea", de '"Frames" trilogie (Athena, The Book Of Evidence, Ghosts) en "Shroud". Zijn verhaal zijn donker, somber, met pyschisch getormenteerde personages.

Zol ook in "Ancient Light", met een plot die als een dubbele helix twee tijdsmomenten uit het leven van de ik-figuur, een bejaarde toneelacteur die een filmopdracht krijgt. Het eerste verhaal is dat van zijn verborgen liefdesrelatie met de moeder van zijn beste vriend, zijn eerste seksuele ervaring als puber. Het tweede verhaal is dat van zijn dochter, die zelfmoord pleegde in Portovenere, Italië. Het gaat ook om de isolatie van het individu, die af en toe doorbroken wordt bij het vinden van een soulmate, maar ook dan heb je het raden naar wat de anderen drijft, wat ze weten en niet weten, wat ze voelen en niet voelen.

Ondanks de kracht van Banvilles stijl, en de aandacht voor woordkeuze en zorgvuldig opgebouwde zinnen, is de toon van zijn verteller na verloop van tijd irritant - in elk geval in mijn ervaring. Hoe sympathiek en onschuldig naïef de puber ook mag geweest zijn, hoe knorrig en ergerlijk de verteller is, cynisch, kritisch, en vooral zelf voortdurend geïrriteerd door zichzelf en anderen.

Maar dat is natuurlijk ook Banvilles bedoeling : de kracht van erotiek en de macht van de dood tegenover elkaar te plaatsen, telkens met verlies en eenzaamheid en onbegrip als bijna noodzakelijk gevolg. En wat je ook doet, je blijft zitten tussen fragmenten van nooit ontwikkelde mogelijkheden, of nooit ontwikkelde onmogelijkheden, onvoldaan en vol vraagtekens en droefnis. Je zou voor minder cynisch worden.



Amin Maalouf - L'Amour De Loin (Le Livre De Poche, 2001) ***


De Libanese schrijver Amin Maalouf is vooral gekend van zijn "Rovers, christenhonden, vrouwenschenners: de kruistochten in Arabische kronieken", een historisch verslag van de kruistochten gezien door de ogen van de Arabieren, en een sterke aanrader.

Daarnaast schreef hij ook een aantal historische romans,"De omzwervingen van Baldassare", "Samarkand",  "De rots van Tanios" die best te genieten zijn, en waarvan zijn debuut "Leo Africanus", over de omzwervingen van een van de grootste Afrikaanse ontdekkingsreizigers ten sterkste aan te bevelen is.

Maar Maalouf schreef ook enkele libretto's voor opera, en "L'Amour De Loin" is zijn eerste.

De plot brengt het tragische verhaal van de Franse troubadour Jaufré Rudel, die zijn herenleventje vol vermaak en rijkdom beu is, en verlangt naar de ware liefde. Een pelgrim vertelt hem over Clémence, een hertogin die in Tripoli woont, in het oosten, en die beantwoordt aan zijn omschrijvingen. Zij is ook vol verlangen naar haar land van oorsprong. Jaufré waagt de oversteek met de boot, maar wordt ziek en sterft in haar armen.

Maalouf speelt schitterend met de liefde als abstract ideaal dat gevoelens oproept en de realiteit die daar dan moet aan beantwoorden. Hij slaagt er wonderwel in om de toon zowel speels als tragisch te krijgen, tegelijk hoogdravend en luchtig, en misschien zelfs erotisch en religieus, naargelang van de interpretatie van het slot.

Knap en fijn.

Sunday, September 2, 2012

Edmund De Waal - The Hare With Amber Eyes (Vintage, 2011) ****½


Voor een keer eens non-fictie, met deze ongelooflijk sterke biografie van Edmund De Waal, een pottenbakker en afstammeling van de schatrijke joodse Ephrussi familie. Hij volgt het traject van een collectie Japanse netsuke beeldjes, die gekocht worden door Charles Ephrussi, die in de 19de eeuw vanuit Odessa, Oekraïne, door zijn vader die bijna de volledige graanmarkt controleert, naar Parijs gestuurd om er een bijhuis op te zetten.

Vandaag heeft De Waal deze netsuke verzameling in zijn bezit, gekregen van zijn grootoom en zowat het enige wat overbleef van het gigantisch fortuin van de familie. De Waals verhaal is dat van het Europa van de laatste honderdvijftig jaar. Het is tevens het verhaal van het jodendom in die periode.

Charles Ephrussi is een dandy die baadt in weelde, en interesse toont voor het opkomende Franse impressonisme. Hij koopt werken van Monet, Degas en Renoir, maar is tevens ook figurant als mecenas op enkele schilderijen, en hij is ook de persoon die model stond voor Prousts Schwann, maar hij is al evenzeer het slachtoffer van antisemitisme.

Het tweede grote luik omvat de familie die in Wenen woont, in het Ephrussi Paleis, een privewoninkje om u tegen te zeggen, en waar de netsuke collectie terechtkomt. De familie komt terecht in het ineenstorten van het Oostenrijks-Hongaars imperium, de Eerste Wereldoorlog en gaandeweg het opkomend antisemitisme en de Tweede Wereldoorlog.

Het derde, kortere stuk, brengt ons naar Japan, waar zijn grootoom, die er als Amerikaans soldaat na de oorlog blijft, de netsuke verzameling laat evalueren door een echte kenner.

De Waal is een ongelooflijk goed schrijver. Verbluffend goed zelfs. Hij heeft in zijn verhaal zowat het perfecte evenwicht gevonden tussen persoonlijke gebeurtenissen, de grote geopolitieke conflicten, kunstgeschiedenis en gedetailleerde feiten. En hij brengt net genoeg van dat alles om informatief te zijn, en net weinig genoeg om de vaart erin te houden. Maar zijn sterkste kant is nog zijn relativerende houding tegenover zijn voorouders, inclusief de kritiek op de macht van hun fortuin dat zo groot is dat ze zelfs staten op de knieën konden dwingen, maar tegelijk met een inlevingsvermogen en openheid van geest.

En dan is er natuurlijk het thema zelf, de hele geschiedenis van de wereld vanuit het perspectief van één familie gezien, één die zoals vele joodse families, vertakkingen had overal in de wereld, van Oekraïne, Frankrijk, Oostenrijk, Nederland, Groot-Brittannië en de Verenigde Staten, met familieleden die soms tegenstanders waren, politiek, religieus en ook patriottisch.

Het is ook het verhaal van de minuscuul kleinood van een netsuke, het resultaat van lang ambachtelijk en fijnzinnig artistiek werk, dat de gigantische waanzinnige molen van de tijd, die mensen, rijkdom en staten verpulvert, kan overleven.

Een absolute aanrader.

Martin Amis - Lionel Asbo (Jonathan Cape, 2012) **½


In Diston, de armste en meest ongure wijk in London, wonen Lionel Asbo en zijn vijftienjarig neefje Des. Des woont bij zijn oom want zijn moeder is overleden en zijn vader heeft hij nooit gekend.

Lionel heeft twee honden, Joe en Jeff, zijn psychopathische pitbulls. Waar zijn oom van leeft is "a mystery to Des. He knew that part of it had to do with the hairiest end of debt collection; and he knew that part of it involved 'selling on'. Des knew this by simple logic, because Extortion With Menaces and Receiving Stolen Property were what Lionel most often went to prison for. Des loved him deeply and more or less unquestioningly. But he always felt slightly ill in his presence. Not ill at ease. Ill."

Des heeft ook zijn eigen probleem. Hij gaat naar bed met zijn grootmoeder, een vrouw van middelbare leeftijd die vroegtijdig dement aan het worden is. Dan wint Lionel de loterij, en wordt hij plots schatrijk.

Dat deze domme bruut plots tot de rijksten van het land behoort, en zich dus ook zo gedraagt, leidt tot vele grappige momenten, vooral dan door het gedrag van zijn omgeving door wie dit stuk uitschot nu plots met alle respect en égards wordt behandeld.

Amis schrijft goed natuurlijk, zijn pen is scherp en het beeld dat hij schetst van de samenleving druipt van de satire. Anderzijds is dit in mijn ogen maar een tussendoortje in zijn oevre, om niet te zeggen het slechtste wat hij ooit heeft geschreven, maar dan nog, in vergelijking met vele andere romans, toch het lezen waard.


Hari Kunzru - Gods Without Men (Penguin, 2011) ***


Ik had van Kunzru tot nu toe alleen "My Revolutions" gelezen, een roman die de psychische ontreddering van een jonge vrouw beschrijft in de harde wereld van krakers en andersglobalisten. Die pakkende en realistische stijl zet hij nu voort in een vreemd verhaal over een plek in de woestijn in het zuiden van California.

Kunzru weeft op een verbluffende manier een zestal verhalen door elkaar, van de Spaanse conquistadores, langs de jaren '20,  '40, '50, '60 en vandaag door elkaar, met hoofdstukjes die telkens worden verteld vanuit het perspectief van één personage en dan niet noodzakelijk hetzelfde per tijdperk. Verschillende van de personages zijn dan nog familiaal gelinkt doorheen die tijdsbreuken.

Om het nog moeilijker te maken, heeft elk vertelperspectief zijn eigen stijl en toon.

Een van de centrale verhalen is dat van een Indiaas-Amerikaans koppel en hun autistisch en onmogelijk zoontje Raj. Hij is wiskundige en werkt bij een investeringsbank aan systemen om risico's te voorspellen. Gaandeweg wordt hij opgeslokt in een nieuw model dat catastrofes niet alleen voorspelt, maar ook veroorzaakt, waardoor de bank winst kan maken. Zij is een niet praktiserende joodse. Wanneer hun zoontje plots verdwijnt in die woestijn stort hun wereld in elkaar, veranderen hun beider prioriteiten en groeien ze langzaam uit elkaar. Dit aangrijpende verhaal wordt doorkruist door dat van een Britse rock-band die in California een opname kwam maken, maar waarvan de zanger nood heeft aan enige creatieve afstand, voorzien van de nodige drank en chemicaliën.

Op dezelfde plek komt later ook een opleidingskamp voor Amerikaanse militairen die zich voorbereiden om in Irak te gaan vechten. Een heel Iraaks dorp wordt nagebouwd en Amerikanen van Iraakse afkomst moeten in het dorp verschillende rollen spelen, gaande van meeheulers tot verzetstrijders, een mooi idee om de scènes vol vooringenomenheid en korzichtigheid te ontwikkelen.

Kunzru vertelt al die verhalen, en hij doet dat meesterlijk, maar een echte ontknoping komt er niet. Het is de waanzin en de pijn van de mensheid in kaart gebracht, mooi gekaderd op één enkele locatie.

Ondanks de zware verhaallijnen en de knappe vertelstijl, blijft het toch entertainment, maar dan van een zeer hoog niveau.






Stefan Themerson - Hobson's Island (Faber & Faber, 1988) ***½


In Stefan Themerson's laatste roman, komen de karakters uit zijn andere boeken samen op Hobson's Island, een rots tussen Cornwall en Ierland, maar geologisch gezien eerder Frans.

De naam van het eiland komt van Thomas Hobson (of niet?), en daar is enige discussie over. De familie Shepherd mag het eiland beheren, en ze leven er gelukkig en vegetarisch tot hun idyllische omgeving wordt verstoord. Een afgezette Afrikaanse dictator wordt er om politieke redenen opgevangen, de kleinzoon van de oorspronkelijke Hobson komt zijn eiland opeisen, de geheime dienst komt er een nieuw wetenschappelijk experiment testen, kortom de arme familie Shepherd wordt ingehaald door de waanzin van onze huidige samenleving.

Zoals in zijn vorige romans mengt Themerson een wat satirische en koldereske benadering met fijnzinnige gevoelige momenten, een soort intern conflict dat niet door velen zal gesmaakt worden. Themerson is ook een filosoof die zowel de grote als de kleine vraagstukken van het leven geestig aan bod weet te brengen.

Geestig en plezierig.


De personages in de roman :

President van Bukumla (zoon van generaal Pięść)
Princess Zuppa (dochter van generaal Pięść)
Dr. Goldfinger
Nemo - de man die geen woord zegt
De familie D'Eath (grootvader, zoon, kleinzoon)
Captain Pain-In-The-Neck
Pierrot en Marie-Claire (Franse geheim agenten)
Jonathan, de kamerknecht van kardinaal Pölätüo
Herr Schmied, Herr Braun en Herr Fischer : Zwisterse bankiers




Sunday, July 8, 2012

Mario Vargas Llosa - The Dream Of The Celt (Faber & Faber, 2012) ***


Mario Vargas Llosa heeft al eerder biografische romans geschreven, zoals zijn hommage aan schilder Paul Gauguin in "The Way To Paradise" of de Dominikaanse dictator Rafael Trujillo in "The Feast Of The Goat". In deze roman beschrijft hij het leven van Roger Casement. Casement was een mensenrechtenactivist die de uitbuiting van de lokale bevolking in Congo aankloeg onder Leopold II en later ook van de Indiaanse stammen in het Amazonegebied. Hij was een Ier die officieel als Brits consul werkte en ook de bevrijding van Ierland voor ogen had.

Om dat te bereiken, maakte hij een akkoord met de Duitsers tijdens de Eerste Wereldoorlog om het Iers verzet wapens te leveren zodat de opstand kon beginnen op het moment dat de Duitsers Groot-Brittannië aanvielen. Dit verraad kwam Casement duur te staan : hij eindigde aan de galg in 1916.

Vargas Llosa start zijn verhaal terwijl Casement in de cel wacht op zijn executie. Zijn leven wordt dan in drie grote brokken verteld : zijn wedervaren in Congo, in het Peruviaanse Amazonegebied en tenslotte  zijn akkoord met de Duitsers.

Het is het verhaal van een naïeve, mensvriendelijke jongen die samen met Stanley de beschaving naar Afrika denkt te brengen, maar al gauw geconfronteerd wordt met de absolute horror van wat mensen anderen kunnen aandoen. David Reybrouck was één van Vargas Llosa's bronnen over Belgisch Congo. Het relaas is vaak stuitend.

Zo ook het langere Peruviaanse deel, en een bladzijde uit de geschiedenis die al even zwart kleurt als Congo is voor België. Dit deel leest als een encyclopedie van menselijke wreedheid en psychopatische machtswellust annex geldhonger.

Casement is ook homoseksueel die nauwgezet verslag doet van zijn contacten met Afrikaanse en Indiaanse jongens. Die dagboeken werden nadien door de Britse regering publiek gemaakt om hem nog meer te discrediteren bij zijn katholieke Ierse aanhang. Vargas Llosa gaat ervan uit dat het dagboek echt is, maar de vaak zeer expliciete beschrijvingen eerder fantasie dan werkelijkheid, een standpunt dat historisch niet te achterhalen is.

De Casement die Vargas Llosa portretteert ligt ook vaak in de knoei met zichzelf, en ook met zijn geloofsovertuigingen, en hoewel geen katholiek, krijgt hij steeds meer sympathie voor de godsdienst van het volk dat hij wil bevrijden. De katholieke missionarissen waren zowat de enigen die enig medelijden toonden met de uitgebuite volkeren en ook hun stem durfden verheffen.

Ondanks dit breed basismateriaal vol historische, psychologische, morele diepgang en contrast, slaagt Vargas Llosa er amper in om spankracht in zijn verhaal te brengen, en hij blijft ver van de verbluffende manier waarop hij Trujillo en zijn omgeving tot leven riep in "The Feast Of The Goat".

Het verhaal verdrinkt in de eindeloze opsomming van feiten en gebeurtenissen en ontmoetingen die soms interessant zijn, maar uiteindelijk, en zeker in het Ierse deel, door hun irrelevantie voor de totaliteit van het verhaal eindeloos vertragen. De echte interne conflicten van Casement, zijn angsten en gevoelens, maar ook zijn verandering van politieke inzichten, zijn ommedraai van publieke held tot maatschappelijk verworpene worden zelden diepgaand of literair uitgedrukt, maar wel beschreven met de afstandelijkheid van een historisch verslag. Maar dat is het ook niet, daarvoor is het te persoonlijk gebracht, met te veel fictieve elementen, zoals de dialogen en de dagelijkse gebeurtenissen die wel verzonnen moeten zijn om de historische feiten aaneen te rijgen. Uiteindelijk heb je het een noch het ander.

Maar de beschrijvingen van de horror waartoe mensen in staat zijn, zullen wel lang blijven hangen.