Sunday, April 22, 2012

Jennifer Egan - A Visit From The Goon Squad (Corsair, 2011) ****


De laatste in de rij van de romans die ik dit jaar al las, en zeker bij de beste. Jennifer Egan had al veel kortverhalen gepubliceerd, en dat is te merken in haar debuutroman. Het verhaal wordt opgebouwd door de verschillende personages elk een hoofdstuk te laten vertellen, vanuit hun eigen perspectief, hun eigen karakter en gemoedsgesteldheid, schrijvend over de andere personages, soms zijdelings, soms als kern van het verhaal, waardoor over een periode van enkele decennia een puzzel van levens als verhaallijnen wordt gelegd.

Ondanks enkele excursies naar Afrika en California, vindt het hele verhaal plaats in New York, bij de rockgroepen van de jaren '80, met de groei en het verval van de muziekindustrie als kader. Egan is een absolute meester in het vinden van de juiste toon, benadering en taal voor de personages, zonder daarom te vervallen in het karikaturale.

Elk hoofdstukje kan dan nog als een kortverhaal gelezen worden, geschetst vanuit een situatie, met goede opbouw, sterke dialogen en korte plotwendingen die de spanning erin houden. Uiteindelijk gaat het om de "condition humaine", over willen, kunnen en het dan toch naar de knoppen helpen, over ambitie en macht, over dromen en desillusie, in de samenleving, in de mensen.

Op zich natuurlijk allemaal niet nieuw, maar wel boeidend en knap verpakt.

Su Tong - The Boat To Redemption (Black Swan, 2010) **


Winnaar van de Man Asian Literary Prize, en door de pers de lucht in geprezen.

Het boek vertelt het verhaal van een jongen wiens vader afstamt van een communistische martelaar, en dus over een boel privileges beschikt in het China van enkele decennia geleden, maar als dan plots de politieke macht keert, en zijn verhaal niet langer blijkt te kloppen, moet de man opnieuw zijn leven als bootvaarder opnemen.

Dongliang, zijn zoon, hierdoor nu ook van zijn moeder afgesneden, wordt verliefd op de jonge Huixian, die hij passioneel zoekt gedurende een periode van tien jaar.

De vertelstijl is realistisch, met komische elementen, en een soort coming-of-age verhaal, maar omdat de plot evenveel kronkels telt als de rivier die vader en zoon afvaren, ontbreekt elke spankracht, waardoor je als lezer op je honger blijft zitten. Het is een slap politiek verhaal, een slap psychologisch verhaal, een slappe vertelling en literair niet echt baanbrekend.

Een boek moet toch op één niveau een statement kunnen bieden, of een gewenste impact hebben op een lezer, ergens. Blijkbaar wel op de jury van de Man Asian Literary Prize, maar waarom is een mysterie.


Roberto Bolaño - The Skating Rink (Picador, 2010) ****


"The skating rink" is Bolaño's eerste gepubliceerde roman, en daarom niet toevallig ook een van zijn meest toegankelijke. Zoals in vele van zijn latere verhalen, vertellen de personages elk hun deel van het verhaal, in de typische directe stijl die bijna al zijn romans kenmerken.

Het verhaal speelt zich af in Catalonië, waar de schrijver zelf lange tijd woonde en zoals één van de personages ook werkte als nachtwachter op een camping aan de kust. De ingrediënten van zijn korte tienjarige carrière zijn hier al aanwezig : politieke corruptie, erotiek, poëzie en literatuur, machtsmisbruik, moord, en een aantal karakters die door de wereld zijn uitgespuwd of die er hun plaats niet in vonden.

Kunstzinnig en evenwichtig, leest het verhaal als een trein. Een prima introductie voor wie terugdijnst voor de dikte van zijn echte meesterwerken : "The Savage Detectives" en "2666".

Julian Barnes - The Sense Of An Ending (Vintage, 2012) *****


Zonder enige twijfel is Julian Barnes een van de betere Britse schrijvers van het moment, iemand met een fijne pen, een sterke zin voor opbouw en verhaalstructuur, samen met een diep menselijk inzicht.

De hoofdfiguur, Tony, kijkt terug op zijn jeugdjaren, op zijn vrienden, hun ontluikende seksualiteit en hun intellectuele belangstelling om de wereld te leren begrijpen via geschiedenis en filosofie.

Herinnering - en dan vooral het gebrek aan duidelijkheid - en geschiedenis gaan natuurlijk hand in hand. Wat de verteller zich herinnert, blijkt niet altijd te kloppen, of anders gezegd, de manier waarop de jonge Tony naar de werkelijkheid keek, krijgt een ander perspectief en dus ook een andere realiteit dan vroeger.

Zoals zijn vorige romans is deze ook schitterend uitgebalanceerd, afgewerkt, bijgeschaafd, met waarschijnlijk ook ingekort tot een literair kleinood. Een terechte winnaar van de Man Booker Prize.

Een sterke aanrader!

Raymond Queneau - Exercices De Style (Gallimard, 1947) ****



In "Exercises de Style" schrijft Queneau negenennegentig keer hetzelfde verhaal, of eerder een korte gebeurtenis van een man die zich kwaad maakt op een andere man die tegen hem aanstoot in een volle bus, en die eerste wordt later op de dag door een derde figuur herkend.

Queneau speelt met perspectief, met woorden, met klanken, gebruikt poëzie, drama, dialoog en omfloerste stijl, klassieke beschrijvingen en brutale cynische taal.

Een absolute aanrader, maar het blijft natuurlijk een stijloefening, hoogstaande spielerei.






Niccolo Ammaniti - As God Commands (Black Cat, 2006) ***


De film "Io Non Ho Paura" die uitkwam in 2003 was mijn eerste kennismaking met Niccolo Ammaniti, en toen ik deze roman van de auteur zag liggen, heb ik die ook meteen gekocht.

De setting is ook nu zeer Italiaans, met de belangrijkste personages die aan de zelfkant van de maatschappij leven, en eigenlijk door het lot bij elkaar zijn gespoeld in een stadje vol industrieel verval. Elk van hen heeft zijn verleden, zijn verloren liefdes, verlangen naar geld om uit hun uitzichtloze situatie te geraken. Ook in deze roman is de hoofdfiguur een jongetje, Cristiano, die bij zijn werkloze aan de drank verslaafde vader woont.

Elk hoofdstuk wordt verteld vanuit het perspectief van de verschillende personages, zo ook van de sociale begeleider van vader en zoon, van een ooit zwaar geëlektrocuteerde wat achterlijke zonderling, en een netjes geklede sukkel die zich meer stijl dan inhoud is.

Het verhaal zelf is vreselijk, en de politiek uiterst rechtse personages hebben absoluut geen morele gevoelens, en zelfs hun nogal los hangende vriendschap bestaat eerder bij gebrek aan beter, dit in sterk contrast met de band tussen vader en zoon, die in dit hele spanningsveld van soms extreme gebeurtenissen onbreekbaar is.

Zoals de titel aangeeft zijn geloof, waanbeelden en zelfbegoocheling de drijfveren van de karakters, die zichzelf heel anders zien dan ze in werkelijkheid zijn. Dat uiteindelijk de meer primaire driften en gevoelens die ingaan tegen elke rationaliteit, het halen, heeft in Ammanti's wereld zowel een heel positieve als heel duistere kant.

De personages zijn echter iets te getypeerd, iets te grotesk voorgesteld om het geheel als echt heel sterk te maken.

David Bezmozgis - The Free World (Penguin, 2011) **


In zijn debuutroman schetst Bezmozgis het lot van de familie Krasnanskys, een joodse familie die in het begin van de jaren '70 de Sovjet-Unie ontvlucht en in Rome terechtkomt, als tussenstation voor de Verenigde Staten. Het verhaal vindt volledig in Rome plaats, en beschrijft de spanningen en relaties tussen de ouders en adolescente kinderen die elk met hun persoonlijkheid zich staande proberen te houden in een niet erg verwelkomende omgeving.

Bezmozgis heeft waarschijnlijk goed geput uit zijn eigen familiale achtergrond om anecdotes te vinden om zijn verhaal te spijzen, inclusief de flash-backs over het leven in de Sovjet-Unie van de generatie ervoor. Het is allemaal nogal speels en lichtvoetig ondanks de ernst van het onderwerp. Uiteindelijk krijgt zijn licht spottende toon de overhand, ten nadele van een vlakke plot en redelijk vlakke personages.

Jeffrey Eugenides - The Marriage Plot (FSC, 2011) ****

De titel van "The Marriage Plot" verwijst naar de romantische liefdesromans van het eind van de 19e eeuw, waarin de plot wordt opgebouwd rond de keuze van de vrouwelijke en feministische hoofdfiguur voor één van de mannen in haar omgeving, een keuze tussen rationaliteit en passie, maar ook een tussen verschillende karakters, elk met hun eigenheden, hun demonen en eigen toekomstverwachtingen.

Eugenides' "Middlesex" is een absolute aanrader, en deze roman komt er iets onder, knap geschreven, maar anders van opzet, minder episch, maar met heel wat sympathie opnieuw voor de vaak complexe en niet alledaagse persoonlijkheden van de personages. Dit boek heeft wat Jonathan Frantzens "Freedom" mist : een bijna natuurlijk en organisch verhaal met personages die minder programmatisch zijn. De vergelijking is nodig omdat beide romans tevens een tijdsbeeld willen geven van het Amerika van vandaag, met alle mogelijkheden voor het individu om te kiezen, voor waarden, voor opleiding, voor werk, voor vertier, voor godsdienst, en hier al even gemakkelijk in verloren lopen als hun weg vinden.

Aanrader.

David Grossman - To The End Of The Land (Vintage, 2010) ***


Deze roman heeft een rist prijzen en eindejaarsvermeldingen gekregen in heel wat landen, en je kan dat begrijpen als je Grossmans realistische en verfijnde stijl als uitgangspunt neemt, samen met de politieke context van het Israël van vandaag. Anderzijds is hij een weinig economisch schrijver die verschrikkelijk veel tijd neemt om tot de essentie te komen.

Zijn personages, en deels ook de plot, komen inderdaad scherp uit de verf, mede door de onrechtstreekse detailbeschrijvingen van hun fysieke omgeving en hun psychologie, maar het duurt allemaal zo verschrikkelijk lang. Ik kan het enigszins nog aan dat een roman traag opschiet voor zover je kan genieten van de stijl bij elke zin, zoals het poëtische bij een Herta Müller of het sarcastische bij een Martin Amis, maar Grossman heeft dit door zijn realistische stijl nu net niet.

Dus : goed, maar traag.

Sunday, March 4, 2012

Nog enkele Penguin Modern Classics

Nog enkele miniboekjes van Penguin gelezen. Zoals eerder geschreven : een mooie selectie.


Jorge Luis Borges - The Widow Ching-Pirate (Penguin, 2011) *****
Een mooie introductie tot de vreemde wereld van Borges, waarin taal, filosofie en fantasie elkaar ontmoeten in de creatie van nieuwe werelden, vol mogelijkheden en bizarre ontwikkelingen, die tegelijk spielerei zijn als een spiegel voor de samenleving. Borges' stijl is tegelijk poëtisch en beschrijvend wetenschappelijk, alsof hij effectief een verslag uitbrengt van de gebeurtenissen die beschreven zijn.

D.H. Lawrence - Odours of Chrysanthemums (Penguin, 2011) ****

Dit boekje bevat twee kortverhalen, "Odour Of Chrysanthemums", waarin een mijnwerkersvrouw het dode lichaam van haar man aangeboden krijgt op het eind van een werkdag, en "The Blind Man", waarin een jonge vrouw een vroegere vriend uitnodigt om de monotonie te doorbreken van haar leven nu haar man blind is geworden. Ik had nooit iets van Lawrence gelezen, hoewel zijn "Women In Love" hier al een paar jaar op het schap staat, en hij klinkt verrassend modern in zijn beschrijving van de psychologie van de hoofdpersonages, en zijn schrijfstijl is verbluffend. Een goede reden om zijn grotere werk aan te vatten.


Primo Levi - The Magic Paint (Penguin, 2011) ****

Ik dacht dat ik alles had gelezen van Primo Levi, maar dat bleek dus fout te zijn. Alle verhalen uit dit boekje komen uit de bundel "A Tranquil Star" uit 2007, maar voor wie die niet kende, is ook dit een aanrader. Levi is de verteller van het dagelijkse leven, met een uitzonderlijke bewondering voor industrieel vakmanschap - zijn "The Wrench" is een absolute aanrader in dat perspectief - en ook hier gaat het titelverhaal over een magische verfsoort die beschermt tegen ongeluk. Levi's kracht schuilt in zijn lichtvoetige benadering van het alledaagse dat een bijzondere en fantasierijke kwaliteit krijgt. Zo beschrijft het verhaal "Bureau Of Vital Statistics" hoe in de hemel, voorgesteld als een groot kantoorgebouw een ambtenaar dagelijks de steekkaarten moet invullen van de mensen die in de volgende dagen gaan sterven, en hij moet telkens de manier waarop dit gebeurt verzinnen op basis van de beperkte informatie die al op de steekkaarten staat.

Alle aanraders.



Sunday, February 26, 2012

Howard Jacobson - The Mighty Walzer (Vintage, 2000) **


 Een roman over ping-pong? Dat moet kunnen. Zeker als de kleine Oliver Walzer van kindsbeen af een natuurlijk talent blijkt te hebben voor de sport, en die als ontsnappingsroute ziet uit de kleinburgerlijke joodse wereld in het Manchester van de jaren '50. Met een vader als marktkramer, een bezorgde moeder, enkele vrijgezellen tantes, en een heleboel kleurrijke figuren, oplichters, racisten, agenten, tegenstanders en helden, de ene al slimmer dan de ander, worstelt de kleine Oliver zich door zijn bestaan heen.

Jacobson heeft een ongelooflijk eerlijke en plezierige schrijfstijl, die de ervaringen van het jongetje en zijn volwassen worden perfect beschrijft, inclusief zijn angsten en seksuele fantasieën. De hier en daar gebruikte jiddische woordenschat geeft wat couleur locale.

Een sympathieke roman, maar niet meer dan dat. Grappig, goed geschreven, dat wel.

Roberto Bolaño - Distant Star (New Directions, 2004) ****


Wie Bolaño kent van zijn "2666" en "The Savage Detectives" zal met plezier ook dit oudere en dunnere werkje van hem lezen. Het verhaal beschrijft het leven van de Chileense dichter Alberto Ruiz-Tagle, een absolute romanticus die de donkerste kant van het Pinochet-regime mee gestalte geeft, en tegelijk een "bekende Chileen" van dat moment wordt, door spectulaire events zoals het schrijven van gedichten in de lucht met vliegtuigrook, of hoe noem je zoiets.

Bolaño's stijl is zoals in zijn later werk ook nu al zeer vertellend, eerder dan beschrijvend of expressief, en dit zonder veel franje of uitweidingen, terugkijkend op de gebeurtenissen zoals die jaren geleden plaats hebben gevonden. Zijn thema's van literaire en poëtische kringen, de marginale dichters die de ziel van de mens en het universum willen raken, en die in permanent conflict is met de botte, materialistische maatschappij waarin ze vertoeven. Het knappe van dit verhaal is dat de hoofdfiguur de brug vormt tussen beide, en door zijn opportunisme een "distant star" wordt.

Een sterke aanrader.

Hanif Kureishi - Collected Stories (Faber & Faber, 2010) ****


Alle kortverhalen van de Brits Pakistaanse auteur Hanif Kureishi zijn nu gebundeld in deze klepper van 680 bladzijden, maar de echte Kureishi-fan zal ze intussen al wel gelezen hebben. Het boek bundelt de reed vroeger verschenen "Love In A Blue Time" (1997), "Midnight All Day" (1999), "The Body" (2002). De echt nooit eerder gepubliceerde verhalen beslagen een tachtigtal bladzijden.

Voor wie Kureishi niet kent, zou ik wel aanraden met zijn bekendste romans te beginnen : "The Buddha Of Suburbia", "My Beautiful Laundrette", maar ook "Intimacy" of "The Black Album". Kureishi is een meester het neerzetten van hedendaagse maatschappelijke conflicten maar dan samengebald in de microkosmos van een familie, een koppel, ... altijd gesitueerd in het Londen van vandaag.

Je kan je wel de vraag stellen voor wie een dergelijke verzamelbundel bestemd is. Voor wie Kureishi nooit heeft gelezen zijn een zestigtal verhalen in één keer wel erg veel. Wie Kureishi kent, heeft waarschijnlijk vier vijfden van het boek al gelezen. Dat gezegd zijnde, blijft het wel boeiende lektuur.


Monday, December 26, 2011

Witold Gombrowicz - Cosmos (Grove Press, 1965 - 2011) **

Er moet echt iets fout zijn met mij, als deze auteur wordt voorgesteld als "One of the great novelists of the century" (Milan Kundera), "A master of verbal burlesque, a connoisseur of psychological blackmail, Gombrowicz is one of the profoundest late moderns, with one of the lighest touches" (John Updike). Ik schat zowel Kundera als Updike hoog in, maar liet me toch vangen door hun omschrijvingen van deze Poolse schrijver.

In de roman trekken twee jongeren, een student en een kantoorbediende, als huurders in bij een gezin in een normale wijk in een normaal dorpje. Het gezin bestaat uit de gepensioneerde vader (een ex-bankier), de moeder, de gehuwde dochter en een nicht die het huishouden doet. Deze kleinburgerlijke omgeving is ook de 'cosmos' waarin het verhaal zich afspeelt, met een opgeknoopte mus die een soort "whodunnit" op gang brengt, doorkruist met de puberale seksuele lusten en fantasieën van de ik-figuur. Deze laatstse vindt overal - vermeende - signalen die moeten wijzen dat er iets heel anders aan de gang is dan in werkelijkheid zichtbaar in. Onder de kleinburgerlijkheid schuilen onderdrukte diepere verlangens, en een werkelijkheid die rationeel niet te vatten is.

Uit deze onbenullige omgeving ontsnappen alle personages dan plots, door een tocht naar de bergen, waar het verhaal zowel een dodelijke als - letterlijk - seksueel ontladende afloop kent.

Gombrowicz speelt met zijn personages, die redelijke vlak en schetsmatig zijn, op een inderdaad redelijk burleske manier, als een parodie op onze burgerlijke samenleving. Alleen is zijn stijl irriterend en kunnen de personages noch aan de oppervlakte, noch onderhuids maar enigszins boeien. Een verlies aan kostbare tijd.
   

Monday, December 12, 2011

Sebald - The Emigrants (New Directions, 1997) ****


In deze mooie roman volgt de schrijver - Sebald zelf? - de tocht van vier emigranten die ooit Duitsland verlieten op zoek naar een ander en beter leven. Sebald verbleef zelf jaren in Groot-Brittannië als docent en zijn verhalen zijn dus ook zijn verhaal. Die levenslopen zijn zo realistisch beschreven, en tegelijk zo "normaal" dat het waarheidsgehalte waarschijnlijk hoog is. Maar dat doet er op zich weinig toe. Het gaat er Sebald vooral om de afstand en de tijd te overbruggen. Hij brengt die vier emigranten niet opnieuw tot leven, het is eerder zijn verhaal, hij is de verteller die hen opdiept en terug naar het heden brengt, fragmentarisch, met veronderstellingen en gaten in de reconstructie, door nauwgezet de weg terug af te leggen, door te spreken met nazaten, door foto's te bekijken.

Het resultaat is daardoor contradictorisch intiem en gevoelig. Hij voelt mee met die mensen die hij amper heeft gekend, maar die toch ergens noch een spoor nalieten, een herinnering, iets meer dan een verlaten grafsteen op een overwoekerd kerkhof. In die zin is zijn roman (?) een mijmering over het leven zelf, over de vluchtigheid ervan, over de beperkte nalatenschap, over de broosheid ervan. Sebalds schrijfstijl is tegelijk realistisch beschrijvend als licht poëtisch, waardoor je als lezer wordt meegeleid in zijn dubbelzinnige benadering van een rationeel verslag dat emotionele impact heeft : melancholie, verwondering, bewondering.

Diep, maar vederlicht.

Prachtige literatuur, als zijde.

Téa Obreht - The Tiger's Wife (Weidenfeld & Nicolson, 2011) ***

Zonder enige twijfel is dit één van de beste debuutromans van de voorbije jaren, geschreven door de zesentwintigjarige Téa Obreht, geboren in het vroegere Joegoslavië. Haar roman verweeft verschillende verhaallijnen, die van de twee jonge studenten geneeskunde die ergens op het platteland jongeren gaan inenten, die van de grootvader van één de ikfiguur, en het verhaal van de "deathless man" die zijn grootvader ooit ontmoet zou hebben.

Door de structuur wordt de hedendaagse realiteit doorkruist met legende van vroeger die weer tot leven komen, alsof de deuren tussen beide plots geopend zijn. Het is tegelijk ook het verhaal van leven in een dictatuur, waar je bepaalde zaken beter ongezegd laat, en natuurlijk ook het verhaal van emancipatie, van de ontvoogding.

Ze schrijft schitterend, bijna in de letterlijke betekenis, vol licht en lucht en vreugde. Ze slaagt erin om tegelijk geloofwaardige personages neer te zetten en om magie en fantasie hun gang te laten gaan.

De enige minpunten zijn het gebrek aan evenwicht in het verhaal - sommige elementen worden te lang uitgesponnen, andere gaan te snel - en het gebrek aan controle over de gedachte van het moment. Maar dit is wat gezeur van mijnentwege voor een leuke roman. Veelbelovend voor latere werken.

Sunday, December 11, 2011

Daniel Handler - Adverbs (Harper Perennial, 2007) *

Geloof of het of niet, maar dit staat op de binnenkaft :

"Daniel Handler is something like an American Nabokov" (Dave Eggers)

"A mercurial and bewitching novel. Handler's writing is artful, perverse, irreverent, truthful and ridiculous - but it's rarely less than brilliant" (New Statesman)

"Witty, perplexing yet rewarding book. This is an interesting and intelligent work" (Literary Review)

"Exuberantly funny. What stays with you is the music: the elegantly rendered emotion, the linguistic somersaults, the brilliantly turned reminders that there are a million ways to describe love and none will ever be the last" (New York Times)

Ik kan enkel zeggen : waar halen ze het in godsnaam? Dit boek is pueriel, grotesk, geschreven in een stijl die een humanioraleerling misschien punten oplevert bij een opstel, maar op geen enkele manier de naam literatuur waard is. En zo verschrikkelijk zelfingenomen en verrukt met het eigen schrijven. Echt slecht. Maar geloof gerust de gereputeerde namen hierboven, maar kom nadien niet klagen.

Dus : "Boring, irritating, badly written, pretentious, puerile" (Stef)



Philippe Claudel - L'Enquête (Stock, 2010) **

Vreselijk verhaal. Claudel creëert een soort nachtmerrie, half kafkaïaans, half surrealistisch, over een Onderzoeker die in het Bedrijf een onderzoek moet voeren naar een reeks zelfmoorden onder het personeel. De realiteit waarin hij zich bevindt, en de personages, veranderen permanent als een soort vloeibare substantie. Het resultaat is even irriterend als bevreemdend. Je kan het Claudel niet kwalijk nemen dat hij experimenteert, maar het resultaat is van het slechtste dat ik al van hem heb gelezen.

Waarschijnlijk geïnspireerd op de tragische voorvallen bij France Télécom enkele jaren geleden, wordt de realiteit voorgesteld als iets onvatbaars, iets dat inherent onlogisch en onvoorspelbaar is. Hij creëert een soort burleske afstand die nog wordt versterkt door anonimiteit en symboliek. Een onplezierig boek.


Philip Roth - Nemesis (Vintage Books, 2011) ****


In Nemesis grijpt Roth terug naar het verleden, naar Newark, de plek waar hij zijn jeugd doorbracht in de jaren 40 van de vorige eeuw, wanneer de VS mobiliseert voor de Tweede Wereldoorlog. De hoofdfiguur, Bucky Cantor, een turnleraar wordt afgekeurd wegens te slechte ogen, wat hem uitermate frustreert. Hij werkt als animator bij de speelpleinwerking van de kleine joodse gemeenschap die, samen met de rest van New York en omgeving getroffen wordt door een polio-epidemie.

De dodelijke epidemie treft het ene kind na het andere, en de wildste verhalen over oorzaken en remedies doen de ronde. Voor de kinderen is Bucky als een rots in de branding, en de geëngageerde jongeman met het grote hart doet dan ook alles wat hij denkt te kunnen doen voor de gemeenschap, god verwensend voor wat er gebeurt met onschuldige kinderen.

 Roth schrijft in deze vlot leesbare roman een Griekse tragedie in moderne vorm, met een titel die de afloop voorspelbaar maakt, maar die tegelijk voldoende verhalende kracht en sterke personages neerzet om de spanning erin te houden. Net zoals in Roths andere romans, slaagt hij er ongelooflijk goed in om de kloof tussen lezer en personages te dichten : ze zijn zo echt, zo uit het leven gegrepen, met hun kleine kanten en grote ambities, met twijfels en zekerheden, onderhevig aan pech en geluk, dat je je gemakkelijk met hen identificeert en in hun gevoelens kan inleven. Hij is tegelijk ook meesterlijk in de orkestratie van zijn verhaal, met een perfect evenwicht van tempo, structuur en plot. Niet de beste Roth, maar zeker aan te bevelen.




Ludmilla Petrushevskaya - Through The Wall (Penguin, 2011) ***

In de reeks van mini-boekjes uit de Penguin Modern Classics serie is dit tot nu het meest middelmatige, met vijf moderne sprookjes van de Russische schrijfster Ludmilla Petrushevskaya. Ze schrijft vlot en de verhaaltjes zijn best leuk, maar niet meer dan dat. Een licht tussendoortje.