Dit is zonder enige twijfel Houellebecqs beste roman tot nu toe, één waarin hij wat afstand heeft kunnen doen van zijn seksuele fantasmen, een iets volwassener boek dus.
Het verhaal vertelt het leven van een Franse kunstenaar, Jed Martin, eerst fotograaf, dan schilder, die in het leven staat zonder dat echt veel richting te geven uit eigen beweging. Hij ondergaat de relatie met zijn vader, die depressief is geworden, ontgoocheld door een rijk leven als architect, hij ontmoet de schrijver Michel Houellebecq, die in het begin slechts zijdelings, maar gaandeweg een meer prominente rol gaat spelen.
Het verhaal zelf is flinterdun, evoluerend naar een "whodunnit" na de barbaarse moord op de schrijver, maar dat is bijzaak. De kracht van het boek ligt in Houellebecqs bijna ondraaglijke bescrhrijving van de leegte van het bestaan. Zinloosheid, zelfs in de kunst, is één van de voornaamste aspecten van het leven. Ondanks die neerslachtigheid zijn alle personages relatief positief : Jed wordt beroemd en rijk, hij heeft relaties met de interessantste en mooiste vrouwen, zijn vader was een gevierd architect, en hun relatie verbetert, Houellebecq wil de tekst voor zijn catalogus schrijven, ... maar ondanks al die vreugde blijft er toch weinig substantie over.
Net zoals in zijn vorige romans, is Houellebecq gefascineerd door de economie van zijn land, en vooral de toeristische aspecten ervan. Waar het eerder al de Club Med was, staat nu de Guide Michelin centraal, met de kunstenaar die foto's maakt van de kaarten van Michelin als zijn eerste commercieel succes. Dit verklaart de titel : de mensen zijn geïnteresseerd in de artistieke vormgeving van een abstractie van de echte realiteit, met Ferdinand de Saussure die impliciet om de hoek komt kijken met zijn signifié en signifiant.
Het enthousiasme van de personages voor de alledaagse dingen is anders ook typisch Houellebecq, of het nu gaat om de kwaliteit van een koffiemachine, een auto of Apple, hij is positief gestemd.
Maar dat alles staat in schril contrast tot de absolute zwaarmoedigheid waarmee het geheel is geschreven. Een lukraak gekozen tekstje illustreert dit goed - zelfs een begrafenis kan tot enthousiasme aanleiding geven, met tegelijk een wat cynische commentaar naar de vrouwen (en impliciet ook naar het manvolk).
"Probablement briefés par le prêtre, les fossoyeurs les avaient attendus pour commencer à pelleter. Devant la tombe, l'enthousiasme de Jasselin pour les enterrements s'accrut encore, au point qu'il prit la décision ferme et définitive de se faire enterrer lui-même, et d'appeler son notaire dès le lendemain pour que cela soit explicitement précisé dans son testament. Les premières pelletées de terre tombèrent sur le cercueil. Une femme isolée, d'une trentaine d'années, jeta une rose blanche – c'est quand même bien, les femmes, se dit-il, elles pensent à des choses dont aucun homme n'aurait eu l'idée. Dans une incinération il y a toujours les bruits de machinerie, les brûleurs à gaz qui font un vacarme épouvantable, alors que là le silence était presque parfait, uniquement troublé par le bruit rassurant des pelletées de terre qui s'écrasaient sur le bois, s'égrenant doucement à la surface du cercueil. Au centre du cimetière, la rumeur de la circulation était presque imperceptible. À mesure que la terre emplissait l'excavation, le bruit devint plus étouffé, plus mat ; puis on posa la dalle."
Hij is cynisch, geestig, ongenadig voor het journaille, vol lof voor kleine dingen, maatschappijkritisch (tegen het establishment maar tegen hen die tegen het establishment zijn), maar vooral tegen aanstellers, de kunstwereld en kunstcritici.
Geen meesterwerk (geen Prix Goncourt waard), maar zeker het lezen waard.
No comments:
Post a Comment