De "Syngué Sabour" in de titel is een "geduldige steen", een magische steen uit de Perzische mythologie waar je al je zorgen aan kwijt kan, en de steen blijft luisteren tot die op een bepaalde dag uiteenspat. Dan zijn al je zorgen verdwenen.
In de roman beschrijft de Afghaanse auteur Atiq Rahimi de situatie in een kamer in een huis, alsof er een vaste camera staat die alles beschrijft wat er te zien en te horen valt. Er ligt een man op vloer, meer dood dan levend. Een vrouw verzorgt hem. Ze heeft een kind. De zorgen die ze de man toedient moeten een vast ritueel, inclusief gebeden, volgen. Buiten woedt de oorlog verder. Wie of wat of waar wordt in het midden gelaten, wat het verhaal iets zeer universeels geeft. De vrouw vertelt aan de bewusteloze man alles, zoals aan de magische steen, maar dan ook alles dat op haar vrouwenhart weegt en dat ze nooit aan iemand zou durven vertellen in normale omstandigheden : haar afschuw van geweld, haar onbegrip voor oorlog, de stommiteit van de mannen, de dwaasheid van religieus fundamentalisme, ... Af en toe grijpt de buitenwereld in op wat er in de kamer gebeurt : de vrouw verdwijnt, komt terug, andere mannen komen, het kind gaat weg, geweerschoten weerklinken, ... maar het perspectief blijft zo statisch als een camera en registreert alles, tot op het eind dat ik niet ga verklappen. Zelden heeft de eenheid van plaats een zo radicaal standpunt gekend als in deze roman, dat een zeer sterk gevoel van ritme en opbouw heeft : alles neemt zijn tijd zonder te vervelen. Maar de mooiste kwaliteit van het boek is de exemplarische stem die "de" vrouw krijgt in zijn boek. Als de echte, maar onzichtbare en onerkende martelaar van al het onzinnige geweld. Sterk.
No comments:
Post a Comment