Een zeer originele en poëtische debuutroman van Zachary Mason, computerspecialist in het dagelijkse leven, die voor zijn verhaal de inspiratie haalt bij Oddysseus, zogezegd de "verloren boeken" brengend, maar eigenlijk poëtische bespiegelingen biedt over menselijke zwakte, lafheid en moed. Een echt verhaal is het niet, eerder een aaneenrijging van vierenveertig korte stukjes, sommige maar één bladzijde lang, andere tien bladzijden tellend.
Zijn schrijfstijl is hypnotisch, half filosofisch, half mythisch, plechtig, archaïsch, zelden zeer expliciet en altijd badend in een sfeer van droefnis, weemoed en afstand. Oddisseus hoort er eigenlijk niet bij. De gebeurtenissen ontrollen zich voor hem, en als hij dan toch eens zelf initiatief neemt, zoals met de sirenen, blijft altijd een wrange nasmaak van onvoldaanheid hangen. Maar ook de andere figuren uit de Oddyssee komen aan bod : Penelope, Agamemnon, Hector, Achilles, de cycloop, Medusa, Scylla en Charibdis, soms als vertellers, soms als hoofdpersoon van een kort stukje.
In Masons visie is Oddysseus zelf de enige overlevende van de decennialange tocht, de man die kon vertellen wat hij wilde, niemand die zijn verhaal kon nagaan. Zo zegt zijn Oddysseus :
"My shameful aptitudes did not end with archery - I was also articulate. I have never been at a loss for a tale, lie or synonym. I could recite the epic of Hercules after hearing it four times. I was ideally suited to be a bard, a profession fit only for villeins, wandering masterless men who live at the pleasure of their landed betters, as my father reminded me when I broached the idea. He and his men would say things like, "We are here to live the stories, not compose them!" Sing, Muses, of the wrath of god-like shit-for-brains, hereditary lord of the mighty Coprophaogoi, who skewered a number of other men with his pig-sticker and valued himself highly for so doing".
Fris en inventief.
No comments:
Post a Comment