Monday, March 12, 2007

De Ontdekking Van De Hemel- Het Slechtste Boek

Harry Mulisch heeft gisteren voor De Ontdekking Van De Hemel de prijs voor het beste boek aller tijden in de Nederlandse taal gekregen. Arme taal, denk ik dan. Ik vind dit één van de meest overroepen romans van de laatste twintig jaar, net niet even erg als Gewassen Vlees van Thomas Roosenboom, en laat me eerlijk zijn, mijn passie voor literatuur heb ik voor een deel te danken aan Mulisch, wiens Het Stenen Bruidsbed ik als adolescent schitterend vond.

Hier zijn enkele redenen waarom ik dit slechte literatuur vind :

1. Deze roman bestaat uit bordkartonnen figuren. Elk personage vertegenwoordigt één bepaald aspect van de menselijke activiteiten : kunst, politiek, wetenschap, geschiedenis, ... Alleen zijn die personages ondergeschikt aan het schematische patroon van het boek. Er zit geen leven in, geen persoonlijkheid. Mulisch doet wanhopige pogingen om de verschillende personages een eigen stem te geven, en inderdaad, hun taalgebruik is anders, maar hun gedrag en hun houding amper. Bovendien is hun emotionele evolutie doorheen het verhaal quasi onbestaande.

2. Deze roman is emotioneel dood. Wie zijn die mensen? Wat doen die mensen? Op geen enkel moment heb ik maar het minste grijntje sympathie of medelijden of medeleven gehad met die personages. Lees eens iets goeds : Philip Roth, Raymond Carver, Coetzee, Frantzen, Eggers, ... bij hen zijn de personages echt, reëel, met echte noden, in plaats van Mulisch wezenloze abstracties. Alle personages zijn poppetjes in Mulisch' hand, net zoals de creatie in Gods handen, maar het boek zou verdorie sterker zijn geweest indien de personages echte mensen waren geweest in plaats van bordkartonnen schemaatjes.

3. Deze roman heeft geen eigen stem. Goede romans kan je lukraak openen en genieten van de manier waarop de passages zijn geschreven, genieten van de zinstructuur, de dialogen, de manier waarop zelfs op één blad rekening wordt gehouden met frisse invallen en structuur : lees eens Murakami, Martin Amis, Pynchon, Garcia Marquez, of Perec ... je weet ook meteen blind wie het heeft geschreven. Dit werk van Mulisch is stom, inspiratieloos, zonder zeggingskracht.

4. De taal is onnatuurlijk. Lees die dialogen eens opnieuw. Wie spreekt er nu zo? Wie denkt er nu zo? Lees die beschrijvingen eens opnieuw : en toen gebeurde dit, en dan gebeurde dat, ...

5. De schrijfstijl mist elke expressieve kracht. De expressieve kracht van goede literatuur is totaal afwezig. Dit zijn zinnen na elkaar, beschrijvend, maar ze roepen niets op, ze vragen niets van de lezer, geen voorstellingsvermogen, geen gevoelens, ... Het hele boek is een aaneenrijging van woorden die er gewoon zijn om betekenis uit te drukken, niet om een sfeer of emoties op te roepen. Lees eens Eggers, of Capote, of Vargas Llosa, of Philippe Claudel, ...

6. Dit is knutselwerk, geen kunstwerk. Mulisch probeert politiek, wetenschap, religie, kunst en alle andere menselijke activiteiten te verenigen in één werk. Dat is een gewrocht geworden dat qua plot dermate bizarre bochten moet nemen, dat er op geen enkele manier geloofwaardigheid of authenticiteit ontstaat. Bovendien zijn elk van die menselijke betrachtingen dermate schetsmatig belicht, dan ze het niveau van de middelmatige oppervlakkigheid niet kunnen overstijgen. Lees eens Shalimar De Clown van Salman Rushdie, een boek dat ook al die verschillende dimensies (en nog een paar meer) integreert, maar elk van die personages zijn reëel, met hun eigen betrachtingen, tekortkomingen, gekortwiekte ambities, ... maar menselijk, menselijk, met echte emoties en echte relaties, in plaats van pionnen in het cerebrale spel van Mulisch.


Dat deze roman deze prijs krijgt, is echt erg. Het toont enkel aan dat wie op hem gestemd heeft, weinig besef heeft van literatuur, of dat niemand hen ooit goede boeken heeft voorgeschoteld. Indien dat het geval was geweest, dan zouden de betere boeken misschien wel naar voor zijn gekomen. Want ik denk niet dat "de lezer" het onderscheid niet kan maken.