Sunday, May 25, 2008

Jiang Rong - Wolf Totem (Penguin, 2008) **


Nederlandse titel : Wolventotem

Deze Aziatische bestseller, de eerste winnaar van de Aziatische Man Prize for Fiction, heeft me ontgoocheld. Dit lange boek brengt het op ware feiten gestoelde verhaal van een jonge Chinees uit Beijing die in de jaren 60 naar Inner-Mongolië vertrekt om er enkele jaren bij de Mongoolse nomaden door te brengen. Dit was overigens niet ongewoon in China en was onderdeel van de toen heersende politiek om jonge intellectuelen vertrouwd te maken met het leven op het land. Het hele verhaal is een ode aan de wolf en een verheerlijking van de traditionele levenswijze van de nomaden, die in harmonie leven met de natuur en die natuur mee helpen in evenwicht houden. De wolf is hun ergste vijand, maar ook hun grote leermeester en bondgenoot. Uiteraard is de wolf belust op de schapen van deze nomaden, maar zonder wolven zouden er ook teveel gazellen, muizen en marmotten zijn, wat zou leiden tot overbegrazing en dus tot onvoldoende gras voor hun schapen. Bovendien is de wolf een sluw, schrander, geduldig en moedig jager wiens technieken gekopieerd werden door de grote Djengis Khan en die dus ook aan de basis lag van het succes van de grootste heerser aller tijden, aldus de schrijver. De Han Chinees, waar ook de studenten toe behoren, maar ook de “vertegenwoordigers” van de partij in Inner-Mongolië, zijn de grote boosdoeners die het hele evenwicht op de steppen ontwrichten. In die zin is de roman ook een onverhulde kritiek op het Chinese regime, toen, maar ook met een zeer kritisch nawoord dat op vandaag slaat. Het is een interessant boek op het vlak van mens en ecologie, je kan er veel leren over de gewoonten van de wolven, maar het is geen hoogstaande literatuur. De hoofdfiguur is ondanks het feit dat hij “student” is, nogal naïef en in permanente verwondering en bewondering voor het inzicht van zowel de wolven als de nomaden, zo erg dat het op de duur een beetje ergerlijk wordt. Ik heb vroeger al een boek gelezen van Farley Mowat, “Never Cry Wolf”, dat ook het relaas gaf van enkele jaren samenleven met wolven, maar dan in Noord-Amerika. Dat was interessantere lektuur. Leuk allemaal, maar geen literatuur. Azië heeft betere schrijvers.

Hanif Kureishi - Something To Tell You (Faber & Faber, 2008) ***

Nederlandse titel : Dit Moet Je Weten

Ook van Kureishi heb ik zowat alles gelezen, en altijd met plezier. Hij schrijft goed, met veel gevoel voor humor en vol maatschappijkritiek, zowel op het Engelse establishment als op de Indische en Pakistaanse inwijkelingen die elk op hun manier hun leven proberen uit te bouwen. Zijn “Buddha of Suburbia” vond ik schitterend. Deze roman is in de ik-persoon geschreven, en die is een psychiater, met nogal wat interesse in Freud, die net een scheiding achter de rug heeft en tegelijk worstelt met zijn demonen uit het verleden : een verloren jeugdliefde en een "moord" die hij heeft gepleegd. De roman draait rond de grote thema’s van schuld en boete, misdaad en straf, en dan zowel letterlijk als filosofisch. Naar typische gewoonte van Kureishi staat ook hier de zelf-kritische zedenschets centraal, inclusief de afdaling naar de morele diepten van moord en sexuele perversiteiten. Maar ergens blijft het allemaal braaf en aan de oppervlakte. Hij beschikt niet over de literaire kracht van een Brett Easton Ellis om de lezer mee te sleuren naar deze diepten. Het geheel biedt een psychologisch-sociologisch-filosofisch interessant uitgewerkt verhaal, maar niet echt beklijvend.