Sunday, May 27, 2007

Uzodinma Iweala - Beasts Of No Nation (John Murray, 2005) ****

Prachtig en ijzingwekkend debuut van de jonge Nigeriaanse Uzodinma Iweala, die in zijn eigen versie van het Engels het relaas doet van een jongetje dat willens-nillens als kindsoldaat opgezogen wordt in het geweld van de burgeroorlog. Zowel qua intensiteit van de eigen stijl en eigen taal, als door het enge perspectief van het kind, heeft het boek een sterke impact die nog lang nablijft nadat je het hebt neergelegd. Door het enge perspectief krijg je als lezer geen enkele greep op tijd, context, land, standpunten, tegenpartijen of wat dan ook - het kan inderdaad overal in Afrika plaatsvinden, maar je begrijpt ook dat het kind zelf slechts één houvast heeft : de groep waar het in is opgenomen, en geen andere keuze heeft om te doen wat er moet worden gedaan, namelijk moorden, verkrachten, plunderen, en zich plooien naar de eisen van de superieuren en hun gedrag imiteren. Het is geen grote literatuur, maar wel sterk gebracht. Een beloftevol debuut.

Abilio Estevez - Distant Palaces (Vintage 2005) ***


Distant Palaces brengt het verhaal van een inkomstenloze homoseksuele intellectueel die verplicht wordt zijn woonst te verlaten en zo zwerver wordt in Havana. Hij ontmoet - en troost - Salma, een prostitué, en een goochelende clown Don Fuoco. Het drietal komt terecht in een half-symbolisch droomverhaal waar de stad als decor en het theater als motief een hoofdrol in spelen. Het moedeloze, dromerige, poëtische van het verhaal is knap geschreven en is bij momenten impactvol, maar dezelfde kunstgrepen worden te vaak herhaald, en zo glijdt het verhaal weg in een wat zeurderig einde, waarin de intellectueel, de genotskunstenares en de kunstzinnige als de goeden regelrecht komen te staan tegen de oppervlakkige op geld en macht beluste rest van de stad ... waar hebben we dit nog gelezen?

Friday, May 18, 2007

Philip Roth - Everyman

Philip Roth is één van mijn favoriete schrijvers, omdat hij de menselijke zwakten en verlangens op een directe en begripvolle weergeeft in een proza dat zonder gekunsteld te zijn, toch rijk is. "Everyman" brengt het levensverhaal van een art director van een reclamebureau, die carrière heeft gemaakt, drie maal is gescheiden, en naarmate zijn leven vordert alles ziet afkalven rond hem, en op zijn zeventigste krampachtig probeert vast te houden aan de paar relaties die hij nog heeft : zijn dochter en zijn broer. Rondom hem vallen de mensen als bosjes, geveld door ziekten, de een na de ander, geveld door de dood uiteindelijk : "Old age isn't a battle; old age is a massacre". Maar naast die uiteindelijke onherroepelijke en finale vernietiging ("(he) knew without a doubt that God is a fiction and this was the only life he'd have") is er ook het leven met al zijn kleine aspecten, maar ook positieve gevoelens, van man en vrouw, ouders en kinderen. Maar de kracht van Roth is dat hij met dit gegeven, leven en dood, een compositie neerzet die literair weer een krachttoer is, zonder dat het opvalt. De opbouw van het verhaal, de doorheen lopende tijdsmomenten, het terugkijken op het leven in a-chronologische volgorde, de beschrijvingen, de dialogen, het vloeit allemaal zo perfect ineen, het is zo gaaf geweven. Ik ken slechts één boek dat hiermee te vergelijken is en dat is "American Pastoral", ook van Roth. Het boek begint bij de begrafenis van de hoofdfiguur, op de begraafplaats waar zijn ouders zijn begraven, en het boek eindigt als de hoofdfiguur de graven van zijn ouders bezoekt op dezelfde plek. En dan zijn er nog de kleine symbooltjes, maar zo uit het leven gegrepen, zijn vader is juwelier, gespecialiseerd in klokken én diamanten juwelen, symbool voor vergankelijkheid én duurzaamheid. Het zwemmen in zee, zijn favoriete hobby, staat voor de gulzigheid om volledig op te gaan in het leven : "... for the best of boyhood, for the tubular sprout that was then his body and that rode the waves from way out where they began to build, rode them with his arms pointed like an arrowhead and the skinny rest of him following behind like the arrow's shaft, rode them all the way in to where his rib cage scraped against the tiny sharp pebbles and jagged clamshells and pulverized seashells at the edge of the shore and he hustled to his feet and hurriedly turned and went lurching through the low surf until it was knee high and deep enough for him to plunge in and begin swimming madly out to the rising breakers - into the advancing, green Atlantic, rolling unstoppably toward him like the obstinate fact of the future- and, if he was lucky, make it there in time to catch the next big wave and then the next and the next and the next until from the low slant of inland sunlight glittering across the water he knew it was time to go". Zo wil hij zelf na zijn pensioen eindelijk zijn creativiteit kunstzinnig aanwenden door eindelijk te beginnen schilderen, om dan te beseffen dat ook dat niet meer lukt. Je hebt geen tweede leven. Je hebt er maar één. Deze korte roman verwijst uiteraard naar het middeleeuwse moraliteitsverhaal dat wij kennen onder de naam "Elkerlyck", en dat ook aan de grondslag ligt van het Engelse "Everyman". In dit verhaal wordt Everyman ook door iedereen verlaten, en hij blijft hij alleen over. Zijn begrafenis in het begin van het boek eindigt met volgende zin : "In a matter of minutes, everybody had walked away -- wearily and tearfully walked away from our species' least favorite activity -- and he was left behind. Of course, as when anyone dies, though many were grief-stricken, others remained unperturbed, or found themselves relieved, or, for reasons good or bad, were genuinely pleased."

Het boek is niet lang. Dus herlezen loont.

Het boek heeft meer warmte dan het cynische Ravelstein van Saul Bellow, het laatste boek van die andere grote joodse Noordamerikaanse schrijver, maar ze zijn wel vergelijkbaar in het moeten verwerken, het afstand nemen, het onder ogen durven zien van het ouder worden, het aftakelen, het dood gaan.

Sunday, May 6, 2007

Thomas Pynchon - Against The Day



Het is uit. Het is eindelijk uit. Na vier maanden mocht het wel. Naar goede gewoonte maakt Pynchon het de lezer niet gemakkelijk, maar dat is natuurlijk ook een groot deel van het plezier om hem te lezen. Elke zin is een kunstwerkje dat je verscheidene malen moet herlezen, herkauwen, herplaatsten, herbekijken. Alleen daarvoor is het boek al de moeite waard.

Het is beter dan Mason & Dixon, maar het mist de dreiging van Gravity's Rainbow, de paranoia van The Crying Of Lot 49, de waanzin van "V". Dit boek beschrijft het leven van een familie uit het eind van de 19e, begin van de 20e eeuw, over een periode van een dertigtal jaren, tegen de achtergrond van niet alleen de politieke geschiedenis, maar ook de economische en wetenschappelijke. En omdat het Pynchon is, moet natuurlijk ook de geschiedenis van het denken erbij, gaande van mystiek, tarot, over mediums en andere paranormale zaken. Het einde van de 19e eeuw was er één van de opkomst van de technologie, elektriciteit, fotografie, film, luchtvaart, enz. En die nieuwe technologische mogelijkheden waren de voedingsbodem tot waanzinnige gedachten over tijd, ruimte, de aarde, het universum. En het zijn die waanzinnige gedachten die sommigen uit die tijd hadden, die in dit boek worden gerealiseerd alsof ze effectief mogelijk waren. Foto's komen tot leven, mensen kunnen op verschillende plaatsen bestaan, de tijd kan worden omgedraaid, de doden kunnen weer leven, ... Maar tegen die toekomstdroom staat de harde sociale realiteit van uitbuiting, politieke en economische macht : de strijd van anarchisten tegen bazen, de strijd van ingehuurd tuig dat stakingen breekt, van moord en doodslag, van oorlog en miserie. De personages zijn iets reëlers dan in zijn vorige boeken, soms zelfs emotioneel, hoewel het stripverhaalgehalte nog altijd zeer hoog is, met lezende honden, zeppelins die tot steden uitgroeien, torpedo's die als vaartuig dienst kunnen doen, bizarre wapens, ondergrondse terranef-achtige voertuigen, ... Anderzijds is de politieke achtergrond van die tijd minutieus uitgewerkt en gedocumenteerd : de invloed van het Ottomaanse rijk in de Balkan, het Oostenrijks-Hongaarse Keizerrijk, de spanning tussen Groot-Brittannië en Duitsland, de spanning tussen de Verenigde Staten en Mexico, de strijd om het aanleggen van spoorlijnen en de concessies voor het bouwen van tunnels in de Alpen, zo ongeveer de hele geschiedenis komt in dit boek aan bod, inclusief details over de cultuur van het moment, de klederdracht, de toneelvoorstellingen, de gebruikte wapens, het beeldje op de motorkap van de Rolls Royce.

Maar waar gaat dit boek in godsnaam over? Dat weet ik niet. Dit is Pynchon. Je leest het, je ondergaat. De personages weten het ook niet altijd, die lopen niet de halve maar de hele wereldbol af, en niet één maar verschillende keren, soms met een opdracht, soms doelloos, ze komen elkaar vaak en zelfs meestal toevallig opnieuw tegen op de meest afgelegen plekken : Mongolië, Mexico, Oostende, Venetië, Genève, Göttingen, Graz, Belgrado, Samarkand, ... en dan denk je, nu wordt alles duidelijk, maar dan wordt het nog mistiger dan voordien : "We tell ourselves that Lemberg, Léopol, Lvov, Lviv and Lwow are all different names for the same city", said E. Percy Movay one night, "but in fact each is a distinct city of its own, with very precise rules of transition from one to the other".

Een andere constante zijn de wiskunde en de fysica, ook dan rond de eeuwwissel in een cruciale overgang, en vooral de wiskunde met zijn bijzondere berekeningen riep in die tijd voordien ondenkbare mogelijkheden op en die creëren in dit verhaal een heel eigen mystiek, met geheime genootschappen en andere sekten (Quaternionisten versus Vectoristen), die door wiskunde alleen pogen toegang te krijgen tot andere universa, en het intussen weerlegde concept van de "ether" een verzonnen substantie die anders niet kon verklaren dat elektriciteit en radiogolven door de lucht konden evolueren, en die uiteraard ongebrensde imaginatieve mogelijkheden biedt voor wie in de ruimte rondzweeft, tot zelfs het terechtkomen in een "counter-earth", of nog beter in het binnenste van de aarde, die zoals sommigen in die tijd beweerden (waaronder Edgar Allan Poe), hol was, toegankelijk via de polen en een ander soort aardbewoners huisvestte.

En dan zijn er uiteraard de personages, met de meest uitzonderlijke namen, die plots en zonder introductie opduiken in het verhaal alsof je hen al lang moest kennen, en die dan weer verdwijnen, om enkele honderden bladzijden later weer zijdelings te voorschijn te komen of plots wel relevant worden in het verhaal en je kan niet anders doen dan je hersenen pijnigen en terugbladeren om uit vinden wie dit nu weer was en wat die al had gedaan. Om Gravity's Rainbow ooit te kunnen begrijpen (in een ijverige poging tot ...),heb ik alle personages opgelijst, inclusief met schuilnamen en alter ego's, en dan het boek nogmaals gelezen (en nogmaals en nogmaals), en het zijn er driehonderdvijftig en nog wat, en dat is hier niet anders. Alleen, ik denk niet dat ik dit boek opnieuw lees. Daarvoor is het net te lang, net niet aangrijpend, net niet uitzonderlijk genoeg (in vergelijking met de andere Pynhons wel te verstaan). Maar je weet nooit met Pynchon, de verleiding is vaak groot om puur voor het genot van het lezen van enkele zinnen het boek weer ter hand te nemen, enkele bladzijden te lezen en dan terug in het verhaal te willen, en niet lukraak op bladzijde 978 te genieten van een aantal paragrafen, maar bewust of niet, bladzijde 1 open te slaan en terug van voor af aan te beginnen, maar dan met voorbedachten rade, eerst alle personages inventariserend, met een wereldkaart bij de hand, want je weet nooit, misschien onthult het iets om de bewegingen van al die personages over de aardbol in lijnen te vatten, misschien ontstaat er dan een patroon, iets dat je nu niet zag, maar dat onmisbaar is om het geheel te begrijpen, iets wat nu voor altijd verborgen blijft in dat boek dat je al vier maanden aan het lezen was, maar dat je, nu je ervoor gewapend bent, gewaarschuwd voor de perversiteiten, voor het moorden, met al deels de nodige inside informatie om bepaalde personages te kunnen duiden, waardoor ze niet langer mysterieus of onbegrijpelijk zullen overkomen, plots de zaken in een ander licht helpt plaatsen waardoor alles duidelijk zou kunnen worden, en dan wordt dat je motivatie om met alle nodige boorddocumenten de tocht opnieuw aan te vangen, voor de volgende vier maanden ...