Sunday, March 2, 2014

Hamdy El-Gazzar - Private Pleasures (American University In Cairo Press, 2013) **


Een niet onaardige poging om de complexiteit van de stad Giza weer te geven, vanuit het perspectief van een jonge intellectueel, die meer wil dan hij heeft, verlost wil geraken van de saaiheid van huwelijksleven, op zoek gaat naar vertier, seks met prostitués, een affaire met de vrouw van een politieagent, vrienden met wie hij stoned wordt, bier drinkt en over het leven filosofeert.

Vlot geschreven, interessant om eens een ander en diepgaander menselijk perspectief te hebben over Egypte, zij het dan van iemand die duidelijk tot een goed opgeleide minderheid behoort, maar anderzijds grijpt het verhaal onvoldoende aan om echt een aanrader te zijn.

Howard Bloom - The God Problem (Prometheus, 2012) *****


Populair wetenschappelijke boeken en populair filosofische en populair religieuze boeken vind je tegenwoordig in alle vormen en talen. Als er één boek bovenuitsteekt, is het wel Howard Blooms "The God Problem", dat een overzicht geeft van de geschiedenis van de wetenschap.

Het onderwerp is niet alleen fascinerend, het is tevens briljant geschreven, vlot leesbaar en met een passie die je verplicht om verder te lezen, die je compleet opzuigt en de nodige uren nachtrust doet verliezen.

Bloom gaat op zoek naar de basis van ons wetenschappelijk denken in de Babylonische en summerische samenleving, en hoe ze begonnen met rekenen en statistiek, met het aanschouwen van de sterren en met economie. Hij toont hoe ze met eenvoudige middelen complexe abstracties maakten, en ook voorspellingen. Maar hij toont ook aan wat ze niet vinden. Het concept van de cirkel bijvoorbeeld. Of het maken van delingen. En hij stelt zich de vraag "waarom". En dan voert hij ons langs de oude Egyptenaren en Grieken en Romeinen naar onze Middeleeuwen verder langs Kepler en Newton en Gauss en Einstein en Bohm en Mandelbrot en minder gekende denkers als Claude Shannon.

Bloom geeft details over die wetenschappers hun leven, over de vragen die ze zich stelden, over welke grote stappen hun antwoorden betekenden voor ons begrip van het universum en telkens weer heeft hij het ook over wat ze niet zagen, hoe hun tijdsbeeld of context hen verhinderden om zaken te zien die we vandaag als vanzelfsprekend zien, als een fictie-auteur verduidelijkt hij die abstracties met begrijpelijke metaforen, maar zijn grote drijfveer blijft het zoeken naar die enkele grondbeginselen, die axioma's die aan de basis van alles liggen, van waaruit alles is ontsproten.

Bloom vergelijkt ons univsersum met een termietenheuvel, die ontstaat uit slechts twee basisregels : elke termiet raapt een gevonden keutel op en brengt die naar buiten tot op het hoogste punt van de heuvel. Er is geen plan, geen architect, geen bouwheer, maar het resultaat is verbluffend, met ventilatie, temperatuurbeheersing in koude en warme tijden, complexe interne structuren. Zo zoekt hij naar die paar kleine beginsels die aan de basis liggen van de big bang, van ons zonnestelsel, van onze aarde, die ook zijn gestoeld op enkele basisbeginsels, die zich eindeloos herhalen, in alle mogelijke vormen en stoffen, om gaandeweg uit te groeien tot de waanzinnige complexiteit die we vandaag kennen, en die nog alsmaar complexer wordt.

Zijn tocht is verbluffend. Zijn schrijfstijl is verbluffend. Zijn aanpak is verbluffend.

Mijn kast staat vol van deze populair wetenschappelijke boeken : Gary Zukav, David Bohm, Carl Sagan, Fritsjof Capra, noem maar op. Al die boeken hebben hun verdienste, maar Bloom steekt daar nog een trapje bovenuit.

Een absolute aanrader.

Alain de Botton - Religie voor Atheïsten (Atlas Contact, 2011) *


Dank Walter! Een boek als geschenk gekregen, met een titel die me ook moet aanspreken, die bijna precies voor mij is geschreven, als atheïst gefascineerd door religie.

Het concept is simpel. De Botton vraagt zich af welke gebruiken uit de godsdienst, maar vooral dan uit kerkelijke rituelen best behouden blijven, en aangepast voor atheïsten, een nieuw leven zouden kunnen leiden, of zelfs formeel geïnstitutionaliseerd worden.

Alleen stelde ik me al snel de volgende vragen :

1. Is dit een grap? Meent hij dit nu echt? Of is dit alles spottend bedoeld? Als het spottend bedoeld is, wat beoogt hij hier dan mee? Het lijkt me een zinloze oefening, want echt geestig is het niet.
2. Als dit geen grap is, dan is die De Botton krankzinnig. In de zin dat hij totaal wereldvreemd is, en opgesloten in een erudiete ivoren toren van bergen kennis, maar totaal zonder enig inzicht in de menselijke geest en zijn drijfveren.
3. Stel dan toch dat hij het meent, en dat mijn bewering dat hij krankzinnig is, ook fout is, dan nog is zijn betoog uiterst armtierig, gebaseerd op veralgemeningen, anecdotes en andere faits divers, zonder dat er op een moment een goed onderbouwde of coherente benadering wordt voorgesteld.

Enkele voorbeelden. Wat moet je denken van de zin, losweg gevonden in hoofdstuk 1, en het wemelt van dergelijk zinnen in het boek : "Een deel van ons heimwee naar het verleden wordt ingegeven door de hedendaagse onwil een royaal gebaar te maken naar mensen in nood." Dit wordt geponeerd zonder feitelijke staving, zonder de relatie tussen a en b duidelijk te maken. Ons "heimwee naar het verleden"?

Hij komt met concrete voorstellen van wat we zouden kunnen doen om onze wereld te verbeteren.

Enkele voorbeelden :
- iedereen zou heiligenbeelden moeten in eer stellen, niet langer van de echte heiligen, maar van onze rolmodellen, zoals Gandhi en Mandela, en die een plaats op de schoorsteenmantel bezorgen.
- het oprichten van een electronisch klaagmuur op de plaats van huidige reclameborden, waar iedereen zichtbaar zijn smarten zou kunnen delen, zodat iedereen zou beseffen dat hij of zij niet alleen is in zijn of haar pijn
- een psychotherapeutisch reisbureau dat mensen zou aanraden daar deze of gene plek te reizen in functie van de te genezen kwaal
- het opzetten van "tempels voor bespiegeling" lukraak tussen velden en steden, waar mensen kunnen gaan zitten tijdens een wandeling om even na te denken over het leven.
- het organiseren van museumvloeren in functie van de gevoelens die de tentoongestelde kunst bij de bezoekers moet oproepen
- televisiekanalen met beelden van het universum, "In dat geval zouden al onze frustraties, ons liefdesleed, onze haat jegens degenen die ons niet hebben gebeld en onze spijt over kansen die aan onze neus zijn voorbijgegaan voortdurend kunnen worden afgezet tegen en gesust door beelden van bijvoorbeeld Messier 101, een spiraalvormig sterrenstelsel in de linkerbenedenhoek van het sterrenbeeld Grote Beer, op ongeveer drieëntwintig miljoen lichtjaar van ons vandaan, dat op majestueuze wijze onkundig is van alles wat wij zijn en een troostrijke onverschilligheid toont ten aanzien van alles waardoor wij worden verscheurd". Meent hij dit nu echt?
- het oprichten van seculiere Zorgzaamheidstempels, waarin seculiere kunstenaars werken tentoon stellen waarin de ouderlijke zorg centraal staat, en waar we deze kunstwerken bij schemerlicht kunnen aanschouwen.

Enzovoorts, enzovoorts.

Het erge is dat hij ook de rituelen en praktijken van de besproken godsdiensten (christendom, jodendom, boeddhisme) zo hoog in het vaandel draagt en aan die rituelen ook zeer hoge waarden toekent, die ze vaak nooit hebben gehad.

"Het katholicisme nodigt ons daarom uit heiligenbeelden van hout, steen, hars of plastic te kopen en op de planken en in erkers van onze kamers en gangen te plaatsen. In tijden van huiselijke onrust kunnen we onze blik laten vallen op een plastic beeldje en ons afvragen wat Franciscus van Assisi ons zou aanraden om nu tegen onze woedende echtgenote en hysterische kinderen te zeggen". 

Nee, dit alles moet een grap zijn.



A.S. Byatt - Ragnarök (Grove Press, 2011) ****½


In "Ragnarök, The End Of The Gods", hertelt de Britse schrijfster A.S. Byatt de Noorse sage vanuit het perspectief van een jong Brits meisje tijdens de bombardementen in de Tweede Wereldoorlog.

Het verhaal is tegelijk een escapistische tocht voor het lezende meisje, een verdwijnen in de vreemde figuren die het Noorse verhaal bevolken, maar tegelijk ook greep krijgen op wat er rond haar gebeurt, door elders verklaringen te krijgen voor het gebeuren, bij gebrek aan een logisch kader.

"They were taught to say prayers. The thin child had an intuition of wickedness as she felt what she spoke sucked into a cotton-wool cloud of nothingness. 
She was a logical child, as children go. She did not understand how such a nice, kind, good God as the one they prayed to, could condemn the whole earth for sinfulness and flood it, or condemn his only son to a disgusting death on behalf of everyone. This death did not seem to have done much good. There was a war on. Possibly there would always be a war on. The fighters on the other side were bad and not saved, or possibly were human and hurt." 

Het is ook een ode van de schrijfster zelf aan de mythische bronnen van het vertellen van verhalen, een ode aan taalgebruik, aan grote gebeurtenissen, aan duivelse plotten en brekende harten, aan heldendaden en onbegrijpelijke wendingen, een ode aan de vertekening van de realiteit in een wereld van schijn en diepgang, die tegelijk waar en vals is.

"An old woman came to see Frigg who was in her palace, Fensalir. Frigg does not appear to have wondered who she was or where she came from. She was just an old woman like any other old woman, indeed an archetypal old woman. If you looked hard at her she was almost too perfect, the web of wrinkles over her face and neck, the intricate folds of her long cloak over her dark dress, a kind of icon of old-womanhood. If she looked at you - even if you were the queen of the Ases - you could not hold her cold grey gaze, but you knew you needed to speak to her, she shimmered with your need to speak to her, almost as though only your need held the shape together. She was Loki the shapeshifter of course, putting out waves of glamour".

Of hierbij nog een heel kort stukje van haar bladzijdenlange beschrijving van Jörgmungandr, de oerslang : "She surged around the world, from icy pole to icy pole, or through the hot oceans under the burning sun. She swam under ice-shelves, in acquamarine tunnels and spyholes, fastening her fangs on the wings of a diving albatross, spitting out the matted fur of a plump seal pup. She swam the mangrove swamps, amongst the maze of roots in the mud, snapping up fiddler-crabs and mudskippers, spitting shell into the inspissated mess of mud, leaf skeletons, seaweed. She lay in the mud, staring up, and watched the shape of humans, pouring poison over the surface so that the fish gasped, stiffened and floated upwards. She made lazy movements and swallowed, fat fish and poison together".

Prachtig. Taal als magie. Vertelkunst als een incantatie.

Een absolute aanrader voor wie niet bevreesd is voor Odin, Thor, Loki of de boom Iggdrasil.



John Williams - Stoner (Vintage, 1965/2012) ****


Twee jaar geleden werd deze roman van John Williams heropgevist uit het vergeten verleden, en nu met veel succes heruitgegeven, en terecht.

Het is het verhaal van een boerenzoon die naar de stad gaat om landbouw te studeren, maar die door zijn intelligentie in een totaal verkeerd kader terechtkomt, niet langer behorend tot de sociale omgeving van zijn ouders, bij wie de dagelijkse sleur om te overleven een generatielange opdracht is geweest, maar ook onwennig in de nieuwe universiteitsomgeving van goed opgeleide hogere klassen. Al snel wordt William Stoner aangegrepen door andere vakken dan wat zijn ouders wensen, namelijk literatuur, en ontwortelt hij zich helemaal. Zijn enge wereld wordt nog benepener als hij er ook een job als docent en professor krijgt aangeboden.

Williams' schrijvende kracht is sterk, en vooral dan als het gaat om de complexiteit van Stoners wereld en gevoelens te vatten, samen met de onmogelijkheid om anderen echt te raken of erdoor geraakt te worden. Stoner is eenzaam, ondanks zijn huwelijk, ondanks zijn dochter, ondanks een buitenechtelijke relatie, ondanks vele collega's. De enigen met wie hij als jongen enige diepe contacten had, die zijn gedood op de slagvelden van de eerste wereldoorlog, of uit zijn gezichtsveld verdwenen. Enkele uitzonderingen daargelaten, zijn de meeste personages uit om zichzelf te verbeteren, voor geld of roem, maar Williams doet dit prachtig buiten alle stereotypen om, het lijken allemaal mensen van vlees en bloed.

Het ganse verhaal drijft op een zee van droefheid, ondanks het feit dat zijn leven heel normaal verloopt, alsook zijn carrière, zijn huwelijk, en hij heeft niet te klagen over materiële middelen, maakt dat net de kracht uit van de roman. Er gebeurt niets wereldschokkends, de plot is lineair en zonder grote verrassingen, en het leven kabbelt voort en toch is het vol eenzaamheid en droefheid.

Sterk!