Sunday, April 22, 2012

Jennifer Egan - A Visit From The Goon Squad (Corsair, 2011) ****


De laatste in de rij van de romans die ik dit jaar al las, en zeker bij de beste. Jennifer Egan had al veel kortverhalen gepubliceerd, en dat is te merken in haar debuutroman. Het verhaal wordt opgebouwd door de verschillende personages elk een hoofdstuk te laten vertellen, vanuit hun eigen perspectief, hun eigen karakter en gemoedsgesteldheid, schrijvend over de andere personages, soms zijdelings, soms als kern van het verhaal, waardoor over een periode van enkele decennia een puzzel van levens als verhaallijnen wordt gelegd.

Ondanks enkele excursies naar Afrika en California, vindt het hele verhaal plaats in New York, bij de rockgroepen van de jaren '80, met de groei en het verval van de muziekindustrie als kader. Egan is een absolute meester in het vinden van de juiste toon, benadering en taal voor de personages, zonder daarom te vervallen in het karikaturale.

Elk hoofdstukje kan dan nog als een kortverhaal gelezen worden, geschetst vanuit een situatie, met goede opbouw, sterke dialogen en korte plotwendingen die de spanning erin houden. Uiteindelijk gaat het om de "condition humaine", over willen, kunnen en het dan toch naar de knoppen helpen, over ambitie en macht, over dromen en desillusie, in de samenleving, in de mensen.

Op zich natuurlijk allemaal niet nieuw, maar wel boeidend en knap verpakt.

Su Tong - The Boat To Redemption (Black Swan, 2010) **


Winnaar van de Man Asian Literary Prize, en door de pers de lucht in geprezen.

Het boek vertelt het verhaal van een jongen wiens vader afstamt van een communistische martelaar, en dus over een boel privileges beschikt in het China van enkele decennia geleden, maar als dan plots de politieke macht keert, en zijn verhaal niet langer blijkt te kloppen, moet de man opnieuw zijn leven als bootvaarder opnemen.

Dongliang, zijn zoon, hierdoor nu ook van zijn moeder afgesneden, wordt verliefd op de jonge Huixian, die hij passioneel zoekt gedurende een periode van tien jaar.

De vertelstijl is realistisch, met komische elementen, en een soort coming-of-age verhaal, maar omdat de plot evenveel kronkels telt als de rivier die vader en zoon afvaren, ontbreekt elke spankracht, waardoor je als lezer op je honger blijft zitten. Het is een slap politiek verhaal, een slap psychologisch verhaal, een slappe vertelling en literair niet echt baanbrekend.

Een boek moet toch op één niveau een statement kunnen bieden, of een gewenste impact hebben op een lezer, ergens. Blijkbaar wel op de jury van de Man Asian Literary Prize, maar waarom is een mysterie.


Roberto Bolaño - The Skating Rink (Picador, 2010) ****


"The skating rink" is Bolaño's eerste gepubliceerde roman, en daarom niet toevallig ook een van zijn meest toegankelijke. Zoals in vele van zijn latere verhalen, vertellen de personages elk hun deel van het verhaal, in de typische directe stijl die bijna al zijn romans kenmerken.

Het verhaal speelt zich af in Catalonië, waar de schrijver zelf lange tijd woonde en zoals één van de personages ook werkte als nachtwachter op een camping aan de kust. De ingrediënten van zijn korte tienjarige carrière zijn hier al aanwezig : politieke corruptie, erotiek, poëzie en literatuur, machtsmisbruik, moord, en een aantal karakters die door de wereld zijn uitgespuwd of die er hun plaats niet in vonden.

Kunstzinnig en evenwichtig, leest het verhaal als een trein. Een prima introductie voor wie terugdijnst voor de dikte van zijn echte meesterwerken : "The Savage Detectives" en "2666".

Julian Barnes - The Sense Of An Ending (Vintage, 2012) *****


Zonder enige twijfel is Julian Barnes een van de betere Britse schrijvers van het moment, iemand met een fijne pen, een sterke zin voor opbouw en verhaalstructuur, samen met een diep menselijk inzicht.

De hoofdfiguur, Tony, kijkt terug op zijn jeugdjaren, op zijn vrienden, hun ontluikende seksualiteit en hun intellectuele belangstelling om de wereld te leren begrijpen via geschiedenis en filosofie.

Herinnering - en dan vooral het gebrek aan duidelijkheid - en geschiedenis gaan natuurlijk hand in hand. Wat de verteller zich herinnert, blijkt niet altijd te kloppen, of anders gezegd, de manier waarop de jonge Tony naar de werkelijkheid keek, krijgt een ander perspectief en dus ook een andere realiteit dan vroeger.

Zoals zijn vorige romans is deze ook schitterend uitgebalanceerd, afgewerkt, bijgeschaafd, met waarschijnlijk ook ingekort tot een literair kleinood. Een terechte winnaar van de Man Booker Prize.

Een sterke aanrader!

Raymond Queneau - Exercices De Style (Gallimard, 1947) ****



In "Exercises de Style" schrijft Queneau negenennegentig keer hetzelfde verhaal, of eerder een korte gebeurtenis van een man die zich kwaad maakt op een andere man die tegen hem aanstoot in een volle bus, en die eerste wordt later op de dag door een derde figuur herkend.

Queneau speelt met perspectief, met woorden, met klanken, gebruikt poëzie, drama, dialoog en omfloerste stijl, klassieke beschrijvingen en brutale cynische taal.

Een absolute aanrader, maar het blijft natuurlijk een stijloefening, hoogstaande spielerei.






Niccolo Ammaniti - As God Commands (Black Cat, 2006) ***


De film "Io Non Ho Paura" die uitkwam in 2003 was mijn eerste kennismaking met Niccolo Ammaniti, en toen ik deze roman van de auteur zag liggen, heb ik die ook meteen gekocht.

De setting is ook nu zeer Italiaans, met de belangrijkste personages die aan de zelfkant van de maatschappij leven, en eigenlijk door het lot bij elkaar zijn gespoeld in een stadje vol industrieel verval. Elk van hen heeft zijn verleden, zijn verloren liefdes, verlangen naar geld om uit hun uitzichtloze situatie te geraken. Ook in deze roman is de hoofdfiguur een jongetje, Cristiano, die bij zijn werkloze aan de drank verslaafde vader woont.

Elk hoofdstuk wordt verteld vanuit het perspectief van de verschillende personages, zo ook van de sociale begeleider van vader en zoon, van een ooit zwaar geëlektrocuteerde wat achterlijke zonderling, en een netjes geklede sukkel die zich meer stijl dan inhoud is.

Het verhaal zelf is vreselijk, en de politiek uiterst rechtse personages hebben absoluut geen morele gevoelens, en zelfs hun nogal los hangende vriendschap bestaat eerder bij gebrek aan beter, dit in sterk contrast met de band tussen vader en zoon, die in dit hele spanningsveld van soms extreme gebeurtenissen onbreekbaar is.

Zoals de titel aangeeft zijn geloof, waanbeelden en zelfbegoocheling de drijfveren van de karakters, die zichzelf heel anders zien dan ze in werkelijkheid zijn. Dat uiteindelijk de meer primaire driften en gevoelens die ingaan tegen elke rationaliteit, het halen, heeft in Ammanti's wereld zowel een heel positieve als heel duistere kant.

De personages zijn echter iets te getypeerd, iets te grotesk voorgesteld om het geheel als echt heel sterk te maken.

David Bezmozgis - The Free World (Penguin, 2011) **


In zijn debuutroman schetst Bezmozgis het lot van de familie Krasnanskys, een joodse familie die in het begin van de jaren '70 de Sovjet-Unie ontvlucht en in Rome terechtkomt, als tussenstation voor de Verenigde Staten. Het verhaal vindt volledig in Rome plaats, en beschrijft de spanningen en relaties tussen de ouders en adolescente kinderen die elk met hun persoonlijkheid zich staande proberen te houden in een niet erg verwelkomende omgeving.

Bezmozgis heeft waarschijnlijk goed geput uit zijn eigen familiale achtergrond om anecdotes te vinden om zijn verhaal te spijzen, inclusief de flash-backs over het leven in de Sovjet-Unie van de generatie ervoor. Het is allemaal nogal speels en lichtvoetig ondanks de ernst van het onderwerp. Uiteindelijk krijgt zijn licht spottende toon de overhand, ten nadele van een vlakke plot en redelijk vlakke personages.

Jeffrey Eugenides - The Marriage Plot (FSC, 2011) ****

De titel van "The Marriage Plot" verwijst naar de romantische liefdesromans van het eind van de 19e eeuw, waarin de plot wordt opgebouwd rond de keuze van de vrouwelijke en feministische hoofdfiguur voor één van de mannen in haar omgeving, een keuze tussen rationaliteit en passie, maar ook een tussen verschillende karakters, elk met hun eigenheden, hun demonen en eigen toekomstverwachtingen.

Eugenides' "Middlesex" is een absolute aanrader, en deze roman komt er iets onder, knap geschreven, maar anders van opzet, minder episch, maar met heel wat sympathie opnieuw voor de vaak complexe en niet alledaagse persoonlijkheden van de personages. Dit boek heeft wat Jonathan Frantzens "Freedom" mist : een bijna natuurlijk en organisch verhaal met personages die minder programmatisch zijn. De vergelijking is nodig omdat beide romans tevens een tijdsbeeld willen geven van het Amerika van vandaag, met alle mogelijkheden voor het individu om te kiezen, voor waarden, voor opleiding, voor werk, voor vertier, voor godsdienst, en hier al even gemakkelijk in verloren lopen als hun weg vinden.

Aanrader.

David Grossman - To The End Of The Land (Vintage, 2010) ***


Deze roman heeft een rist prijzen en eindejaarsvermeldingen gekregen in heel wat landen, en je kan dat begrijpen als je Grossmans realistische en verfijnde stijl als uitgangspunt neemt, samen met de politieke context van het Israël van vandaag. Anderzijds is hij een weinig economisch schrijver die verschrikkelijk veel tijd neemt om tot de essentie te komen.

Zijn personages, en deels ook de plot, komen inderdaad scherp uit de verf, mede door de onrechtstreekse detailbeschrijvingen van hun fysieke omgeving en hun psychologie, maar het duurt allemaal zo verschrikkelijk lang. Ik kan het enigszins nog aan dat een roman traag opschiet voor zover je kan genieten van de stijl bij elke zin, zoals het poëtische bij een Herta Müller of het sarcastische bij een Martin Amis, maar Grossman heeft dit door zijn realistische stijl nu net niet.

Dus : goed, maar traag.