Monday, August 15, 2011

Roberto Bolaño - 2666 (Picador, 2009) *****


Van de vakantieweken geprofiteerd om eindelijk Roberto Bolaño's "2666" te lezen, een mastodont van een roman, ambitieus, verreikend, vernieuwend, verbazingwekkend, ... woorden schieten tekort om deze moloch van bij de duizend bladzijden te omschrijven.

Ik verwijs graag naar Wikipedia voor meer factuele info over de roman.

"2666" bestaat dus uit vijf delen, die Bolaño zelf kort voor zijn dood nog liever als verschillende boeken had willen uitgeven, maar zijn broer en uitgever beslisten er anders over, en waarschijnlijk terecht. De rode draad doorheen de vijf delen is de Duitse schrijver Benno von Archimboldi, maar elk deel kan ook als een op zich staande roman worden gelezen.

Net zoals in "The Savage Detectives", speelt Bolaño met de grenzen van de roman.

Er zijn ten eerste geen echte hoofdfiguren, wel gebeurtenissen of personen waarrond de personages cirkelen, pogend te begrijpen wat er gebeurt, of pogend dichter bij de verdwenen personen te komen, maar vaak tevergeefs.

Ten tweede is er het vertelperspectief. Dat is redelijk beschrijvend, afstandelijk zelfs, geschreven vanuit een half-alwetend verteller, of half-onwetend zo je wil, want Bolaño gebruikt veel de ongebruikelijke techniek van verschillende alternatieven te bieden voor drijfveren of verklaring van feiten. Zinnen die een structuur hebben als "Hij deed het omdat hij kwaad was, of misschien verveeld, of misschien helemaal zonder reden", zijn vaak voorkomend. Die afstandelijkheid, gekoppeld met de halve onwetendheid creëert of versterkt het gevoel van een realiteit die er wel is, maar die tegelijk toch telkens weer ontsnapt aan ons bevattingsvermogen. Wat overblijft is een voorbijglijdende massa van gebeurtenissen en mensen en gevoelens die zich ontwikkelen, opduiken en weer verdwijnen en in essentie niet rationeel vatbaar zijn. In die zin is hij verwant aan Pynchon, met een stijl die wel glashelder is. Of je krijgt een verschuivend perspectief. In het lange "The Part About The Crimes" verschuift het perspectief van het ene personage naar het andere, die soms uit het niets naar het voorplan komen, gedurende enige tijd de gebeurtenissen volgen of beïnvloeden, om dan weer naar het achterplan of helemaal uit de roman te verdwijnen.

Ten derde is er de schrijfstijl. Die doet me denken aan de grote Russen uit het eind van de 19e eeuw, zeer verhalend en de actie beschrijvend, maar zonder specifieke emotionele expressiviteit na te streven. Zijn stijl is wel glashelder en van een zeer hoge densiteit. Op elke bladzijde worden nieuwe verhalen gebracht, elk idee dat bij hem opkomt, elk personage leidt weer tot een nieuw en bijkomend achtergrondverhaal. Het aantal levensgeschiedenissen in de roman moet in de honderden lopen, die soms als Russische matroesjka poppen in elkaar zijn geschoven. Bolaño is ook uitermate geestig en hij aarzelt niet om overdreven of grappig uit de hoek te komen.

Ten vierde is de plot. Alles draait rond de figuur van de Duitse schrijver Benno von Archimboldi, een schuilnaam voor een auteur die slechts weinigen ooit hebben ontmoet en die elke aandacht mijdt. In deel één zijn vier literatuurdeskundigen naar hem op zoek, en komen dan te weten dat hij ergens in Mexico, in Santa Teresa, een grote industriestad op de grens met de Verenigde Staten is opgemerkt. Ze reizen hier naartoe om hem te vinden. In Santa Teresa zijn op dat moment, en in de voorbije jaren, meer dan tweehonderdvijftig jonge vrouwen verkracht en vermoord teruggevonden. De volgende delen van het boek draaien rond deze moorden, en elk van de vermoorde lichamen wordt beschreven in een eindeloos, bijna hypnotisch massale opeenstapeling van menselijke gruwel. Bolano's beschrijving van dit alles blijft klinisch, met veel technische en forensische details. De pers, de politie, de familieleden, de gevangenisdirecteur, boeven en anderen draaien rond deze gebeurtenissen heen, proberen een stap verder te komen, verliezen hun interesse, krijgen andere opdrachten toegewezen, en het moorden gaat maar door, eindeloos lang.

In het laatste deel wordt dan het geheimzinnige leven van Archimboldi dan zelf uit de doeken gedaan, een verhaal dat een roman, misschien zelfs tien romans waard is, en de relatie met de moordeen in Santa Teresa verduidelijkt, of juist helemaal niet.

Net zoals in "The Savage Detectives", is de realiteit de wereld, ook al is Santa Teresa het middelpunt ervan. De actie vindt plaats in heel Europa, inclusief Rusland, Oekraïne, Italië, Spanje, de Verenigde Staten, Duitsland, .... die Bolaño beschrijft alsof hij er zelf overal is geweest.

Ik zou nog bladzijden kunnen doorgaan met  Bolaño's uniciteit en meesterschap te beschrijven.

Je zou het een literair equivalent kunnen noemen van de films van Robert Rodriguez en David Lynch, maar dan met de omvang en de verduistering en verwarring die we ook kennen van Pynchon : onze realiteit is een vreemde, wrede, irrationele bedoening die ons raakt, waar we beperkt op kunnen ingrijpen en in wezen onmogelijk te vatten is. Bolaño lezen is dit echt ervaren, en tegelijk ongelooflijk genieten van zijn eindeloze vertelkunst, intelligente spitsvondigheden en taalkunstzinnigheid.

Niet te missen.




James Frey - The Final Testament Of The Holy Bible (John Murray, 2010) **

Stel dat de Messias zou verschijnen, en stel dat dit in New York was, wat zou er dan gebeuren? Wel voor je het weet wordt hij opgesloten en voor gek verklaard. Dit is zowat de weinig originele plot van deze roman.

Die nieuwe Messias heet Ben Jones, of Ben Zion Avrohom, die tijdens epileptische aanvallen mystieke ervaringen heeft en met God in contact treedt. Zijn leer is eenvoudig : verwerp elke vorm van georganiseerde religie, er bestaat niet zoiets als een persoonlijk god, de Torah, de Koran en de Bijbel en andere zijn slechts boeken door mensen bijeengepend, geloof in de liefde en de verbondenheid van alle mensen en dingen, oordeel niet.

In principe zou je met de ideeën die Ben Jones poneert als atheïst nog kunnen leven, en velen in Europa, ook de wie het "ietsisme" aanhangt eveneens, echt schokkend of nieuw zijn ze niet, maar de grote contradictie van het boek is dat de figuur Ben Jones geboren wordt met alle aangekondigde tekenen van de nieuwe Messias zoals de boeken voorspelden : besneden geboren, op de juiste dag van het jaar, hij kan mirakels verrichten, hij kent alle religieuze boeken en hun commentaren uit het hoofd zonder ze geleerd te hebben, hij spreekt de taal van de mensen met wie hij in contact komt, hij kan zelfs water in wijn veranderen, enz.

Zijn verhaal wordt verteld door : een Puerto-Ricaanse prositituee, een zwaarlijvige en sociaal geïsoleerde blanke vrouw, een zwarte advocaat, zijn joodse zuster, een blanke vrouwelijke chirurg, een fundamentele christen uit het zuiden van de VS, enz. Netjes programmatisch, en ze vallen allen voor de liefde die de nieuwe Messias brengt, ondanks hun oorspronkelijke vooroordelen, ondanks hun achtergrond.

Zo saai en voorspelbaar als iets allemaal. Het enige dat toch de middelmaat overstijgt is Freys veranderende toon en taalgebruik voor elk van de verschillende invalshoeken, maar inhoudelijk zijn elk van de verhalen dezelfde.

Te mijden.

Sunday, August 14, 2011

David Vann - Legend Of A Suicide (Penguin Fiction, 2008) **

David Vanns roman "Legend Of A Suicide" start echt sterk, met het relaas van een jongetje over de verbroken relatie van zijn ouders, de depressie en zelfmoord van zijn vader, de nieuwe liefjes van de moeder.

Het boek bestaat uit zes stukjes met dezelfde hoofdpersonages, maar niet alle met dezelfde logica en continuïteit. In het langste stuk is de plot zelfs omgekeerd en overleeft de vader zijn zoon. Wat is waarheid en wat is fictie?

De verhalen (het verhaal) is psychologisch bikkelhard, en prima op papier gezet door Vann. De eerste verhalen zijn de sterkste. Het lange centrale verhaal, toch honderzestig van de tweehondertwintig bladzijden, is jammer genoeg het minst goede, ondanks opnieuw een sterk begin, maar de spankracht verdwijnt ten voordele van een nogal lang uitgemolken psychische desintegratie van de vader. Aangrijpend bij momenten, dat wel, maar te breedvoerig en te onwaarschijnlijk om echt krachtig te blijven.


Kader Abdollah - The House Of The Mosque (Canongate, 2010) **½

In het oorspronkelijk in het Nederlands geschreven roman, "Het Huis Van de Moskee", brengt Kader Abdollah het verhaal van een gezin in Iran vanaf de jaren '50 van vorige eeuw, startend met de eerste televisies en man op de maan, tot de opkomst van het religieus fundamentalisme. Abdollah is een geboren verteller, die al zijn personages rijkelijk typeert en - met enkele uitzonderingen - ook door en door sympathiek maakt.

Zolang het perspectief en de kleine microkosmos van het gezin behouden blijft, is het een leuk verhaal om te lezen, maar naarmate het verhaal pseudo-historisch wordt, met Ayatollah Khomeini, Bani-Sadr en andere echte hoofdrolspelers uit de geschiedenis van Iran er op een fictieve manier bij worden betrokken. Hoewel deze verbreding van het perspectief - een gezin uit een ongekend dorp dat wordt meegesleurd in de wereldpolitiek - op zicht een interessante dynamiek geeft aan het boek, is de errond geweven fictie toch storend, want zeer ongeloofwaardig.

Jammer genoeg moet het boek juist hierdoor aan kracht inboeten. De echte historische figuren waren er beter slechts als context bij betrokken in plaats van als actief deelnemende personages. Een gemiste kans.


Jonathan Franzen - Freedom (Fourth Estate, 2010) ***

Als er één boek gehypet is in het voorbije jaar, was het wel Jonathan Franzens "Freedom", de opvolger van het zeer goede "The Corrections". In "Freedom" portretteert Franzen een hedendaags gezin, vader, moeder, zoon en dochter, elk met hun sterke persoonlijkheid en eigen visie op persoonlijke ontplooiing, de wereld en hun vrijheid.

Het boek is sterk in het tekenen van de evolutie van de personages, vooral dan Patty Berglund, de moeder van het gezin, die evolueert van een sportief rebellerende dochter naar een burgerlijke huisvrouw met diepe verlangens uit haar jeugd die blijven sluimeren. Haar man Walter, is advocaat, en investeert zich in een milieuproject na een carrière bij 3M, om zo ook maatschappelijk zijn steentje te kunnen bijdragen.

Het knappe aan het boek is de sterk realistische uittekening van de conflicten tussen de persoonlijke ambities, de maatschappelijke waarden en de natuurlijke instincten, tussen rationaliteit en emoties.

De tol die hij betaalt voor dat realisme, is natuurlijk de noodzaak tot zeer uitvoerige beschrijvingen, met vele plotwendingen en nevenplots. En omdat hij een echt middle-of-the-road gezin beschrijft, is het geheel nogal weinig indringend : het zou over uw of mijn leven kunnen gaan. In tegenstelling tot grote auteurs zoals een Philip Roth, slaagt Franzen er nergens in om echt aangrijpend te zijn, je keel dicht te snoeren van medeleven met wat er zich afspeelt, zoals in "American Pastoral" of "I Married A Communist".

Na verloop van tijd krijg je een gevoel van "so what?". Buiten een knap uitgewerkt familieportret in de moderne maatschappij krijg je niet veel. Waar "The Corrections" nog voldoende satire bevatte, en volgens mij meer diepte en spanning, is "Freedom" een beetje een slag in het water.


Saturday, August 13, 2011

Penguin Modern Classics 50th Anniversary

Penguin heeft een sympathieke nieuwe reeks van kleine boekjes uitgebracht, te koop voor 4€, en telkens een kortverhaal bevattend van de grootste schrijvers van de 20ste eeuw, en dit naar aanleiding van het vijftigjarig bestaan van de Modern Classics reeks. Je vindt meer informatie op deze website.

De eerste twee boekjes die ik heb gekocht, mogen er zeker zijn, beide stilistische pareltjes zoals je kan verwachten van auteurs als Capote en Calvino.

Truman Capote - Children On Their Birthdays - ****



Italo Calvino - The Queen's Necklace - ****


Intussen heb ik me ook Isaac Bashevis Singer en Ludmilla Petrushevskaya aangeschaft.

Niet te missen. De volledige boxset kost 150 £ en daarvoor heb je dan 50 van deze boekjes.

Friday, August 12, 2011

Yves Petry - De Maagd Marino (De Bezige Bij, 2011) *

Ik ken de jury van de Libris Literatuurprijs niet. Philip Freriks is voorzitter en de leden zijn Ton Anbeek, Marijke Arijs, Louise Fresco en Jann Ruyters voor de editie 2011. Ik heb hun jury-rapport gelezen. Ik heb ook dit boek gelezen.

Is het goed? Nee.
Is het echt slecht? Wel, dat is toch mijn bescheiden mening.

Het verhaal is gekend en gebaseerd op een waar gebeurd feit : een man doodt een ander man in diens opdracht en eet nadien stukken van hem op.

Het dode slachtoffer/opdrachtgever is de ik-figuur in de roman. Zijn relaas is zeer beschrijvend, redelijk oubollig qua stijl en bij het begin dacht ik dat Petry door de emotionele afstandelijkheid de indruk wilde wekken dat de ik-figuur autistisch was of toch op zijn minst leed aan een gevoelshandicap, maar dat staat dan wel in schril contrast met de daad zelf en de depressie die het slachtoffer doormaakt.

Het boek stoorde me op dezelfde manier als "A Confederacy Of Dunces" van John Kennedy Toole. Wat heb je eraan als schrijver om een zielenpoot van een hoofdfiguur neer te zetten, iemand met wie niemand zich kan identificeren en waar de ik-figuur (of schrijver) enkel de spot mee drijft, bladzijde na bladzijde na bladzijde.

De echte uitdaging voor de schrijver had moeten zijn om de vreselijke daad ook aannemelijk te maken, begrip te kunnen opwekken bij de lezer voor de standpunten en de drijfveren van de personages. Maar niets van dit alles. Gevoelens worden beschreven, maar komen niet tot leven. Als lezer blijf je er redelijk onbewogen bij. Net als de hoofdfiguur. Zijn depressie lijkt ietwat contradictorisch een soort rationele depressie te zijn, net als zijn georkestreerde zelfmoord. Niet te vatten.

Je zou somberheid, uitzichtloosheid, radeloosheid, angst, totale wanhoop verwachten. Je zou een diep verlangen naar extreme emoties verwachten. Je zou het raakvlak tussen extreem genot en extreme pijn willen voelen, tastbaar gemaakt zien worden. Maar niets van dat alles. Enkel een kleinburgerlijk, bijna klinische beschrijving van eendimensionale personages.

En de geroemde schrijfstijl? Goed voor een opstel bij twaalfjarigen, met ruime woordenschat en soms onverwachte beeldspraak. Maar grote literatuur? Nee.

Arme Nederlandstalige literatuur. Heeft die jury dan geen enkele vergelijkingsbasis? Lezen die enkel Nederlandstalige romans? Reik die prijs dan niet uit als er niets beters is.

Te mijden, dus.


Zachary Mason - The Lost Books Of The Odyssey (Picador, 2007) ****

Een zeer originele en poëtische debuutroman van Zachary Mason, computerspecialist in het dagelijkse leven, die voor zijn verhaal de inspiratie haalt bij Oddysseus, zogezegd de "verloren boeken" brengend, maar eigenlijk poëtische bespiegelingen biedt over menselijke zwakte, lafheid en moed. Een echt verhaal is het niet, eerder een aaneenrijging van vierenveertig korte stukjes, sommige maar één bladzijde lang, andere tien bladzijden tellend.

Zijn schrijfstijl is hypnotisch, half filosofisch, half mythisch, plechtig, archaïsch, zelden zeer expliciet en altijd badend in een sfeer van droefnis, weemoed en afstand. Oddisseus hoort er eigenlijk niet bij. De gebeurtenissen ontrollen zich voor hem, en als hij dan toch eens zelf initiatief neemt, zoals met de sirenen, blijft altijd een wrange nasmaak van onvoldaanheid hangen. Maar ook de andere figuren uit de Oddyssee komen aan bod : Penelope, Agamemnon, Hector, Achilles, de cycloop, Medusa, Scylla en Charibdis, soms als vertellers, soms als hoofdpersoon van een kort stukje.

In Masons visie is Oddysseus zelf de enige overlevende van  de decennialange tocht, de man die kon vertellen wat hij wilde, niemand die zijn verhaal kon nagaan. Zo zegt zijn Oddysseus :

"My shameful aptitudes did not end with archery - I was also articulate. I have never been at a loss for a tale, lie or synonym. I could recite the epic of Hercules after hearing it four times. I was ideally suited to be a bard, a profession fit only for villeins, wandering masterless men who live at the pleasure of their landed betters, as my father reminded me when I broached the idea. He and his men would say things like, "We are here to live the stories, not compose them!" Sing, Muses, of the wrath of god-like shit-for-brains, hereditary lord of the mighty Coprophaogoi, who skewered a number of other men with his pig-sticker and valued himself highly for so doing".

Fris en inventief.

Jon McGregor - Even The Dogs (Bloomsbury, 2010) ****


Jon McGregor's "If Nobody Speaks Of Remarkable Things" was al een aanrader, en hij overtreft zichzelf met zijn volgende roman "Even The Dogs", waarin hij het leven beschrijft van een groep jongeren die door drugs en werkloosheid in een uitzichtloos straatje terecht zijn gekomen. Net zoals in zijn vorige roman gebruikt hij taal op een inventieve en meesterlijke manier om zijn wereld op te bouwen. Elke paragraaf geeft een korte situatieschets, maar zonder onmiddellijke relatie met de vorige of de volgende, telkens vertelt vanuit het perspectief van één van de personages. Vaak geschreven vol razernij of woede. De plot wordt duidelijk naarmate de korte situaties elkaar opvolgen. Bovendien maakt hij komaf met volledige zinnen. De vertellers zijn soms ook in het meervoud : geen ik-persoon, maar wij-personen die als geesten door het boek waren, en straattaal spreken. 

Kwaadheid en woede spreken uit elke zin.

"Always waiting for that. Always working and watching and chasing around for a bag of that. Jesus but. The man-hours that go into living like this. Takes some dedication, takes some fucking what, commitment. Getting a bag and then finding somewhere to go cook it up in a spoon and dig it into your arm or your leg or that mighty old femoral vein down in between your thighs. (...) Tightening off the strap and waiting for the vein to come up. This bloke you've only just met passing you the loaded syringe. Smacking at your mottled skin and waiting for the vein to come up. Pinching and pulling and poking around and waiting for the vein to come up and then easing the needle in, drawing back a tiny bloom of blood before gently pushing the gear back home. 

Wait all day for that. 
Do anything for that. Fucking, anything."


 "Always fights and worse going off in there. Saw Ant there one time taking a bloke down with a half-brick in the face. Kept hold of it for about an hour afterwards and kept saying the miserable twat should be happy I couldn't find a whole one but, the kid shouldn't have opened his "

Woede, frustratie, pijn ... in elke zin.

McGregor slaagt er opnieuw in om met rake taal en een knappe structuur een unieke stijl te ontwikkelen die uiterst expressief en hedendaags is.

Sterke aanrader.

Herta Müller - The Appointment (Picador, 2002) ****½

Ik heb vaak mijn twijfels gehad bij de keuze van de Nobelprijs voor literatuur, maar niet bij Herta Müller. De in het Duits schrijvende Roemeense slaagt erin om de hardste emotionele gebeurtenissen te combineren met een eigen poëtische schrijfstijl die tegelijk verhullend als expressief is. Net zoals in "The Land Of Green Plums", is de politieke situatie van het land onder dictator Ceaucescu doorslaggevend.

De ik-figuur wordt herhaaldelijk opgeroepen voor verhoor door de politie omdat ze als arbeidster in een jeans-fabriek kleine briefjes in de achterzak schuift. De jeans zijn bedoeld voor de export naar het Westen, en wie kan trouwen met een Westerling mag het land verlaten. Op het briefje staat amper meer dan "marry me", maar ook dit is al voldoende voor politioneel onderzoek naar subversief gedrag. Rond deze relatief beperkte basisplot weeft Müller een hele wereld, die langzaam zichtbaar wordt doorheen de nevels van haar schrijfstijl : de familiale geschiedenis, haar liefdesverhalen, haar vriendinnen, de meedogenloosheid en absurditeit van het systeem, de lafheid van mannen en vrouwen die het systeem uitbuiten voor eigen gewin, machtsmisbruik, de erotiek van de macht, de pijn van het zijn.

"Before I was born, my parents had had a boy who turned blue in a fit of laughing. He never became a real son, since he died before he was christened. My parents had no qualms about relenting his grave plot after just two years. It wasn't until one day when I was eight years old and a boy with grazed knees was sitting across from us in the tram that Mama whispered in my ear. 
If you brother had lived, we wouldn't have had you. 
The boy was sucking candy molded in the shape of a duck, it swam in and out of his mouth, outside I saw the houses rising through the windows as we passed. I was sitting next to Mama on a hot wooden seat that was painted green - sitting there in place of my brother. 
We had two pictures of me from the maternity home, but not a single one of my brother. One picture shows me on a pillow, next to Mama's ear. In the other I'm in the middle of a table. With their second child my parents wanted one picture for themselves and one for the gravestone."

Twee paragrafen vertellen een leven. Literatuur van het hoogste niveau.

Edmund White - City Boy (Bloomsbury, 2009) ***

Ik kende Edmund White van "Caracole" en "The Farewell Symphony", romans die handelen over seksualiteit en vooral homoseksualiteit, en vooral dat laatste vind ik als hetero soms moeilijk te vatten, of beter gezegd, me te identificeren met de personages. In "City Boy", brengt White, die een uitzonderlijk vlotte pen heeft, het relaas van de emancipatie van de gay community in New York in de jaren zeventig en de opkomst van AIDS.

Maar het is tegelijk ook een prachtige schets van het culturele leven van New York in dezelfde periode : uitgevers, schrijvers, muzikanten en beeldende kunstenaars ontmoeten elkaar. White onthult, geeft kritiek en ook veel zelfkritiek, en zijn sterkste kant is zeker de kwetsbaarheid waarmee hij zijn gevoelens durft bloot te geven, zonder enige schroom, maar ook zonder goedkoop effectbejag. Je krijgt als lezer ook een beter inzicht in zijn eigen schrijfproces en achtergrond bij zijn andere publicaties, zowel romans als non-fictie, waarvan zijn "The Joy Of Gay Sex", de eerste "handleiding" voor homo's de meest bekende is.

Aanrader, ook voor hetero's.

Umberto Eco - The Mysterious Flame Of Queen Loana (Seeker & Warburg, 2005) **

Misschien heb ik me laten verleiden door de veelbelovende titel, de prachtige uitgave vol grafisch werk. Alleen is het geen goed boek. De hoofdfiguur is zijn geheugen kwijt. Hij kent zichzelf, zijn vrouw en zijn kinderen niet langer, maar vreemd genoeg nog wel alle plots van de verhalen die hij ooit heeft gelezen. Die worden dan zijn houvast om zichzelf te reconstrueren.

Het resultaat van dit alles is een interessante technische oefening, maar slechte literatuur. Het is één lange opschepperige aaneenschakeling van Eco's eigen eruditie, maar dan wel één die intellectueel oninteressant is, omdat ze nergens anders toe leidt dan het vertellen van een verhaal. Mocht er nu nog spanning of emotionele diepte of interessante maatschappelijke perspectieven in te vinden zijn, dan kon dit cerebraal geheel nog enigszins te pruimen zijn, maar zelfs dat ontbreekt.

Thursday, August 11, 2011

Raymond Queneau - Zazie Dans Le Métro (Gallimard, 1959) ****

Aangeraden door Walter (dank!) en tweedehands gekocht via amazon.fr voor 1 €  kan ik de paar lezers van deze blog aanraden hetzelfde te doen. Het verhaal is absurd, geestig, grappig, een beetje morbide en knettergek en zeer leesbaar.

Queneau schreef zijn roman ook op een zeer colloquiale manier, met vaak woorden die anders worden gespeld, zoals "bloudjinnzes", de denims die Zazie per se wil kopen, of nog ter illustratie deze absurde dialoog, waarvan het wemelt in de roman.

Charles ontmoet Gabriel die hem eerder al had uitgenodigd om te komen eten. 

"Tiens bonjour toi, dit à Charles Gabriel. Tu restes déjeuner avec nous? 
- C'était pas entendu?
- Jte lrappelle, simplement. 
- Ya pas à me lrappeller. Jlavais pas oublié. 
- Alors disons que te confirme mon invitation. 
- Ya pas à mla confirmer puisque c'était d'accord. 
- Tu restes donc déjeuner avec nous, conclut Gabriel qui voulait avoir le dernier mot."

Niet te missen.

Chris Adrian - The Children's Hospital (McSweeney's, 2006) *

Ik heb niet de gewoonte om boeken ongelezen terug op het schap te zetten, maar ik kon mezelf echt niet overtuigen om hier nog verder tijd aan te besteden, zeker omdat het redelijk dik is, meer dan zeshonderd bladzijden. Het verhaal is simpel : de wereld overstroomt volledig en enkel een ziekenhuis blijft drijven op de minimaal zeven mijlen diepe oceaan. In het begin leek dit nog een leuk gegeven, zeker omdat Adrian zeer veel positieve kritiek kreeg.

Alleen gebeurt er weinig, en is het verschrikkelijk traag en verschrikkelijk saai. Het drijvende kinderziekenhuis wordt volledig uit de doeken gedaan, er gebeuren onverklaarbare gebeurtenissen, de hoofdfiguur krijgt speciale gaven en wordt een soort nieuwe messias. Het ergste is dat de trots van de schrijver over de door hem gecreëerde wereld en personages in elke zin aanwezig is, en dan nog in een schrijfstijl die zeer middelmatig is.

Te mijden.


Jacques Attali - La Confrérie Des Eveillés (Fayard, 2004) ***

Voor de gelegenheid eens een historische roman ter hand genomen, niet mijn lievelingsgenre, maar mijn keuze werd vooral ingegeven door de uitzonderlijke hoofdpersonages : de moslim Mohamed Ibn Rushd, beter gekend als Averroës, en de jood Moshe Ben Maymun, beter gekend als Maimonides. Het uitzonderlijke aan beide figuren is dat ze echte intellectuelen waren : wetenschappers, filosofen, theologen en geneeskundigen tegelijk. Ibn Rushd was tevens rechtsgeleerde, wiskundige en astronoom. Beiden werden in Cordoba geboren in de 12de Eeuw en hebben elkaar ook ontmoet en beiden hebben in hun respectieve godsdiensten een zeer belangrijke rol gespeeld. 

Attali verzint een leuk verhaaltje om wat spanning in het boek te brengen, maar het is vooral de achtergrond van die tijd die de roman interessant maakt. Attali is geen groot schrijver, en zijn stijl is niet heel expressief, maar het is best leuk.

Attali is zelf een uitzonderlijk man. Professor economie, pianist, dirigent, Voorzitter van de Europese Bank voor Heropbouw en Ontwikkeling (EBRD), adviseur van Mitterand, oprichter van de NGO Action Contre La Faim, en nog enkele andere organisaties. financieel consultant ... en auteur van vijftig boeken.

In dit boek pleit hij, samen met zijn twee hoofdfiguren voor meer begrip tussen de godsdiensten, en dan vooral gebaseerd op kennis en observatie, eerder dan op basis van dogma's en religieus fundamentalisme.

Er zijn zeker betere werken over zowel Maimonides en Averroës geschreven, maar dit leuke boekje biedt natuurlijk een ander en iets persoonlijker beeld.


Ian McEwan - Solar (Jonathan Cape, 2010) ***

Eén van de mindere werken van Ian McEwan, zonder twijfel een van de beste hedendaagse auteurs.

De hoofdfiguur, Michael Beard, is theoretisch fysicus, wint zelfs de Nobelprijs, en gaat nadien aan de slag als specialist in clean-tech. De hele problematiek van global warming, samen met de verschillende standpunten over oorzaken en oplossingen krijgen we over ons dak. Parallel aan deze grote maatschappelijke problematiek, loopt Beards persoonlijk leven, evenzeer gekweld door vragen rond verantwoordelijkheid, ethiek en schuld. Ondanks het gewicht van het onderwerp, poogt McEwan lichtvoetig te blijven, inclusief de lichte spot waarmee hij zijn hoofdpersonage ten tonele brengt.

En dat is misschien het fundamentele probleem met dit boek : het is iets te sterk structureel opgebouwd, met verhaallijnen, inclusief de levensloop van het personage, die ondergeschikt worden aan zijn bouwwerk, waardoor het geheel nogal onwaarschijnlijk overkomt, en ergens wringt, zowel qua toon als qua plot.

Lees beter eerst "On Chesil Beach" of "Saturday".




Shahriar Mandanipour - Censoring An Iranian Love Story (Vintage 2009) **

Zoals de titel het aangeeft, is dit een liefdesverhaal dat al bij voorbaat is gecensureerd door de auteur. Het basisconcept is even origineel als irriterend. De schrijver legt immers heel zijn verhaal uit, met verklaringen over waarom hij schrijft wat hij schrijft, inclusief de schrappingen en een nevenplot (hoofplot?) over zijn relatie met de officiële censor van het Iraans regime.

De irritatie wordt maar verhoogd door de betweterigheid van de auteur en de vele verwijzingen naar de - andere - groten van de literatuur. Het geheel is wel interessant om de Iraanse context voor kunstenaars beter te begrijpen, de ongelooflijke historische culturele rijkdom die ze hadden die nu tot stilstand komt. Maar je hebt geen roman van driehonderd bladzijden nodig om als lezer tot dat besef te komen.


Georgina Harding - The Solitude Of Thomas Cave (Bloomsbury, 2007) ***

Een heel mooi geschreven verhaal over een matroos op een 17de-eeuwse walvisvaarder die om een weddenschap overwintert op het poolijs. Hardings taal en poëtische stijl zijn heel sterk en treffend. Sympathiek maar geen topwerk.