Saturday, December 29, 2007

Boeken Top 10 van 2007

De meeste boeken die ik dit jaar heb gelezen, dateerden van voor 2007. Hier dan het lijstje van wat ik het beste vond, in bijna willekeurige volgorde
  • Martin Amis - The House Of Meetings
  • Haruki Murakami - After Dark
  • Salman Rushdie - Shalimar The Clown
  • Dave Eggers - What Is The What?
  • Jay McInerney - The Good Life
  • Mario Vargas Llosa - The Bad Girl
  • Michael Chabon - The Yiddish Policemen's Union
  • Thomas Pynchon - Against The Day
  • Jeroen Brouwers - Datumloze Dagen
  • Dave Mitchell - Black Swan Green

Mario Vargas Llosa - The Bad Girl (Farrar, Strauss and Giroux, 2007) ****

Mario Vargas Llosa is zonder enige twijfel één van de grootste schrijvers van het moment. De Peruviaan heeft al enkele schitterende romans op zijn naam staan, waarvan "The War Of The End Of The World" en "The Feast Of The Goat" absolute aanraders zijn. Vargas Llosa is een post-modern schrijver die vaak stijlen vermengt, of er zelfs mee experimenteert (zoals zijn volledig in de jij-persoon geschreven homage aan Gauguin). In "The Bad Girl" grijpt hij qua stijl terug naar de roman van de 19e eeuw, met verwijzingen naar zowel Flaubert, Hugo als de grote Russen. Het boek beschrijft lineair-chronologisch het verhaal van een jonge Peruviaan die verliefd wordt op een jonge Chileense. Hij is "the good boy" en zij is "the bad girl", een hedendaagse Madame Bovary. Zijn enige betrachting is om in Parijs te wonen, wat hem ook lukt. Zij is veel ambitieuzer en wil rijk zijn en vrij. Hun relatie jo-joot doorheen hun leven, van even samen naar weer weg van elkaar, omdat zij één van de meest onvoorspelbare figuren is die ooit in een roman zijn opgetreden : ze is sympathiek en aantrekkelijk, maar tegelijk ook weerzinwekkend en verachtelijk. En Vargas Llosa slaagt ook hier om een karakter op papier te zetten zoals alleen zijn 19e eeuwse voorbeelden het konden. De lineaire verteltrant, maar ook het bijna klinisch beschrijven van de gebeurtenissen typeren volledig de ingesteldheid van de wat saaie ik-figuur, die misschien wel goed is, maar een waarschijnlijk even monotoon als voorspelbaar bestaan leidt. "The bad girl" daarentegen leeft met een duidelijk doel voor ogen, en met één methode : de rijke man vinden, maar ze rijdt zichzelf gewoon vast, de keerzijde van de rijkdom is het opgeven van vrijheid en persoonlijke keuzemogelijkheden. En Vargas Llosa brengt dit alles op meesterlijke manier : om het ik-personage nog meer kleurloosheid te geven, geeft hij hem een job als vertaler en tolk - iemand die niets te vertellen heeft, tenzij doorgeven van wat anderen zeggen. Of zoals één van zijn collega's het formuleert "Like our profession as interpreters, another way of always being a foreigner, of being present without being present, of existing but not existing". Het boek gaat over liefde in zijn meest extreme vormen, van onvoorwaardelijke liefde, tot onuitbare liefde, tot onderworpenheid ("I don't know if what I feel for Fukuda is love. But never in my live have I depended so much on anyone the way I depend on him. The truth is he can do whatever he wants with me"). Maar het verhaal gaat nog verder dan dit, het gaat ook om globalisering, het ontvluchten van armoede en het ook willen maken in deze wereld, de keuze tussen rationaliteit en zekerheid tegenover emotionaliteit en irrationaliteit, zoekend naar individuele oplossingen, nippend aan structurele mogelijkheden zoals politiek en internationale organisaties en guerilla en heropbouw. Vargas Llosa is een meester in het verweven van de vele lagen. En ja, het is ook een moderne roman. De seks is onverbloemd weergegeven, in alle details, onbeschroomd, maar niet puberachtig zoals bij Houlebecq.

Een zeer aangrijpend verhaal. Meer dan eens had ik de krop in de keel. Een prachtig personage, die bad girl, de "niña mala", en het geheel steekt meer dan vernuftig in elkaar, ondanks de wat oubollige vertelstijl, maar die is uitermate functioneel in deze roman. Niet zijn beste, maar wel de moeite.

Tuesday, December 18, 2007

Jeroen Brouwers - Datumloze Dagen (Uitgeverij Atlas, 2007) ****

Dat Jeroen Brouwers kan schrijven, dat wisten we al, maar hier overtreft hij zichzelf, in zijn eigen genre dan nog wel. "Datumloze Dagen" is een lange monoloog van de ik-figuur die door het bos rond zijn huis wandelt (dat hebben we nog gelezen bij Brouwers), de relatie met zijn zoon overpeinzend, maar dan in verschillende tijdsmomenten, als een symfonie van vertellagen. Het thema : de geworpenheid in dit leven, het leven dat geen geschenk is, enz. om er samen met de hoofdpersoon depressief van te worden. Het verhaal is dun, maar daar gaat het niet om. De ik-figuur heeft een nogal cynische kijk op het leven, wordt door zijn eerste vrouw tegen zijn wil met een kind opgezadeld, een verraad dat de relatie doet afknappen, ook die met zijn zoon. Mocht Brouwers niet zo goed schrijven, dan had ik dit boek waarschijnlijk na zestig bladzijden al weggegelegd, want wat kan die ik-figuur zeuren en zagen, emmeren en janken. Maar hij kan gelukkig goed schrijven, en het loont de moeite om verder te lezen. Want plots ontstaan er momenten van vreugde, kort, kleine gebeurtenissen, die zich aan de ik-figuur opdringen en die bressen beginnen slaan in zijn eindeloze depressie. Het verhaal kantelt, in de emotie dan toch van de ik-persoon. De absolute zinloosheid van het bestaan, de oppervlakkigheid van de samenleving, ... die krijgt hij er wel niet uit. De teneur is er één van "hoe kan ik verantwoordelijk zijn voor iets wat ik niet heb gewild (het leven, mijn zoon) en waar ik geen controle over heb (het leven, de vrouwen)", erbij denkend dat het al moeilijk genoeg is om zichzelf te zijn. En hij brengt deze rudimentaire levensvragen naar een hoger niveau dan het hier en nu, door vele verwijzingen naar de Griekse mythologie en tragedies (Oedipus, de minotaur, de centaur, de cycloop, Sophokles, ...), en uiteraard door de tijdeloosheid ervan voortdurend te benadrukken, te beginnen met de titel. Wat Brouwers hier brengt is een brok emotioneel geschrijf wat weinigen in het Nederlandse taalgebied hem kunnen nadoen. Verwacht geen verhaal, in de zin dat er een plot is met verrassende wendingen. Zijn kracht ligt in weergave van gevoelens, hun evolutie en de krachtige verwoording ervan, het compositorisch doorheen weven van verhaaldraden die voor contrast en effect zorgen. En dat is op zich al een hele prestatie.

Saturday, December 15, 2007

Michael Chabon - The Yiddish Policeman's Union (Harper Collins, 2007) ****

Dit is zonder enige twijfel een van de betere boeken die ik dit jaar heb gelezen. Wie zijn "Amazing Adventures of Cavalier & Klay" heeft gelezen, zal dit boek zeker kunnen waarderen, want het is meer gefocust, strakker, beter geschreven. Maar het blijft, zoals de titel al laat uitschijnen, een roman met de ingrediënten van een jongensboek, maar dan op een hoger niveau getild, een veel hoger niveau. Het verhaal speelt zich af in Alaska eind van de 20ste eeuw, de Amerikaanse staat waar de joden na de tweede wereldoorlog hun tijdelijk, 60-jarige verblijf hebben gekregen. In de hoofdstad van deze plek wordt een jood lafhartig vermoord in de hotelkamer van hetzelfde hotel waar de hoofdfiguur logeert, de getormenteerde politie-detective Meyer Landsman, die even onorthodox als doordravend en slim is. Een cliché dus uit de betere film noir. Bovendien verwerkt hij een scheiding en is hij meer dan lichtjes aan de drank. Zijn speurtocht leidt hem naar de macht van een maffieuze joodse sekte, met zeer donkere kanten en geheimzinnigheid, half-messiaanse figuren, een mysterieus verbond met de plaatstelijke indianen, en duistere machten die worden beïnvloed door nog diepere machten. Kortom, Chabon speelt met de gebruikelijke motieven alsof het een lieve lust is, maar dan in het kader van de imminente verdrijving van de joden uit Alaska, door de Amerikanen. Dit soort benadering hebben we enkele jaren geleden ook gekend, in Philip Roth's "The Plot Against America", waarin een mogelijk andere historische wending (bij Roth de "nazistische" Lindberg die in Amerika de macht verwerft en een verbond sluit met Hitler), de achtergrond vormt voor het verhaal. Het knappe van dit boek is dat Chabon het ritme erin weet te houden, net zoals in een politieroman, maar dat hij tevens dieperliggende lagen op een schitterend wijze weet aan te boren, zoals de politieke context van het jood zijn op deze wereld, religieus fanatisme, politieke macht, maar ook de emotionele lagen zoals de relatie van de verschillende personages onderling of met hun ouders (lafheid, angst, liefde, verkeerde veronderstellingen, gebrek aan communicatie, enz.). Chabon heeft veel van Pynchon overgenomen : de rake taal, de extravagante karakters, de afwisseling tussen stripverhaalachtige elementen met serieuze stukken, maar zijn stijl is lichter en de gebeurtenissen makkelijker te begrijpen. Maar wat een verhalenverteller! Wat een schrijftalent! Elk hoofdstuk is qua setting, qua invalshoek, qua opbouw zo goed doordacht, zo fijn en evenwichtig, een netjes afgerond stukje, de beschrijvingen van de ruimte zo zinvol, de dialogen raak, ... werkelijk schitterend. En dan zijn vergelijkingen, soms vergezocht, maar altijd uitermate sprekend. Enkele voorbeelden :
  • "Landsman wakes from a dream of feeding his right ear to the propellor blades of a Cessna 206".
  • "An invisible gas clouds his thoughts, exhaust from a bus left parked with its engine running in the middle of his brain".
  • "Surrender unfolds across Landsman's heart like the shadow of a flag".
  • "Hertz is crowding Landsman, exhaling his breath of plum brandy, the undertone of herring so oily and sharp you can feel the little bones in it".
  • "She looks like hell, only hotter".
  • "'Uh-huh', Spade says amiably, a little distracted, maybe, like someone pretending to take an interest in the minutiae of your life while surfing some inner Internet of his mind".
  • "The weariness of her voice seems to flow into her shoulders, her jaw, the lines of her face".
En deze vergelijkingen zijn dan nog vaak zeer functioneel, zoals deze, tijdens een politieverhoor :
  • "The tea bags surrender their color unwillingly to the tepid water".
  • "He used to keep a museum, maybe it's still there, up at the tired end of Ibn Ezra street".
Dit boek zal geen plaats innemen in de wereldliteratuur voor zijn hoog literaire kwaliteiten, maar Michael Chabon is een superieur ambachtsman, die erin slaagt om een hele wereld te creëren, en die nog geloofwaardig te doen overkomen, als een spiegel van onze hedendaagse samenleving.

Om duimen en vingers van af te likken.

Tuesday, December 11, 2007

Richard House - Uninvited (Serpent's Tail, 2001) **

"Uninvited" is de tweede roman van de Brit Richard House. Ian Proctor, hoofdfiguur van het boek, leeft met enkele andere krakers in een pand waar ze worden uitgezet. Er is bovendien een moord gebeurd, zijn vriend is verwikkeld in een oplichtingszaak, hij geeft zelf zijn eigen job op uit algemene onvrede met de gang van zaken, maar vindt vrij snel een nieuwe job als fietskoerier. Naarmate hij probeert om zijn onzekere bestaan wat meer vastheid en zin te geven (nieuwe job, nieuwe relatie, ...) ontsluiert de moord- en oplichtingszaak gaandeweg, zonder dat er echt detectivewerk aan te pas komt. Op die manier wordt de richtingloosheid en de toevalligheid der dingen in het leven mooi aangegeven. Maar spannend is het allemaal niet. House slaagt er wel in om de sfeer van marginaliteit en passiviteit goed weer te geven, maar ook de focus op het "hier en nu". Toekomstperspectieven, verlangens op langere termijn, het is er allemaal niet bij, bij deze jongeren. Dit wordt goed beklemtoond door de eenvoud van stijl : de zinsstructuur is meestal "onderwerp-werkwoord-lijdend voorwerp". Toch is het geheel wat ontgoochelend. Het blijft bij een kleine verhaaloefening, met een aantal leuke momenten, maar ik bleef als lezer toch een beetje met een hongergevoel zitten.